Fritz Pfeffer voegt zich in november 1942 als achtste onderduiker bij de families Frank en Van Pels in het Achterhuis. Als eenling belandt hij tussen twee gezinnen, met de puberende Anne als kamergenoot.
Tijdens WOII duikt het gezin van Anne Frank ruim twee jaar onder in het Achterhuis met het gezin Van Pels en Fritz Pfeffer.
Ze worden geholpen door medewerkers en vrienden van Otto Frank, onder wie Johan en Bep Voskuijl, Johannes Kleiman en Miep en Jan Gies.
In haar dagboek schrijft Anne hierover: 'Ons kamertje was met die strakke muren tot nu toe erg kaal; dank zij vader die m'n hele prentbriefkaarten en filmster verzameling van tevoren al meegenomen had, heb ik met een lijmpot en kwast de hele muur bestreken en van de kamer één plaatje gemaakt.
Meestal zijn dat Johannes Kleiman, Victor Kugler en Bep Voskuijl. In het begin is Beps vader Johan Voskuijl er ook vaak bij. Ook Jan Gies (de echtgenoot van Miep) eet regelmatig mee, hoewel hij elders in de stad werkt.
Naast de acht onderduikers, werden ook de mannelijke helpers Johannes Kleiman en Victor Kugler op 4 augustus 1944 opgepakt. Slechts drie van hen overleven de oorlog: Johannes Kleiman, Victor Kugler en Otto Frank.
Kitty is het fictieve personage aan wie Anne uiteindelijk al haar dagboekbrieven richt. De naam Kitty komt uit een serie boeken die Anne leest. Dat zijn de boeken van de Nederlandse schrijver Cissy van Marxveldt. Die boeken gaan over het meisje Joop, dat met haar vriendinnenclub allerlei avonturen beleeft.
Tijdens de bezetting van Nederland duikt de Joodse Anne Frank in 1942 onder voor de nazi's. Na twee jaar wordt ze ontdekt. In 1945 sterft ze in concentratiekamp Bergen-Belsen.
Daar zaten in totaal acht mensen ondergedoken: de familie Frank, Hermann van Pels, Auguste van Pels en hun zoon Peter van Pels (die model stonden voor de familie Van Daan in het dagboek) en naderhand ook Fritz Pfeffer, een Joodse tandarts (die model stond voor het dagboekpersonage Dussel).
Het was de bedoeling om deze mensen uit te wisselen voor geld of Duitse krijgsgevangenen. Het werd ook wel “uitwisselkamp” genoemd en de omstandigheden waren hier iets beter: Iedereen mocht zijn of haar bagage houden (1 koffer/rugtas) evenals de eigen kleren (met jodenster! Vandaar de naam “Sterkamp”)
Miep Gies is een van de helpers van de onderduikers in het Achterhuis. Na de arrestatie bewaart zij de geschriften van Anne in een la van haar bureau. In 2010 sterft ze, een eeuw oud.
Tweede Wereldoorlog
In eerste instantie werden Joden, zigeuners, homoseksuelen, Jehova's getuigen en politieke tegenstanders opgesloten in de concentratiekampen om daar te werken. Dit gebeurde al direct na de machtsovername van de nazi's in 1933 in Duitsland.
Vanuit het niet geblindeerde zolderraam kon Anne de lucht, de vogels en de kastanjeboom zien. In haar dagboek schrijft ze drie keer over de boom, de laatste keer op 13 mei 1944. 'Onze kastanjeboom staat van onder tot boven in volle bloei, hij is vol met bladeren en veel mooier dan verleden jaar. '
Miep Gies, haar echtgenoot Jan Gies, Bep Voskuijl, haar vader Johan Voskuijl, Johannes Kleiman en Victor Kugler waren de vrienden en het kantoorpersoneel die hielpen met zaken als boodschappen, kleding, medicijnen, boeken en tijdschriften. Voor de onderduikers waren zij vaak het enige contact met de buitenwereld.
Het Achterhuis is de titel van het dagboek van Anne Frank (1929-1945) voor het eerst uitgegeven op 25 juni 1947. Het is genoemd naar het onderduikpand Het Achterhuis op de Prinsengracht en is het verhaal van een ondergedoken jong Joods meisje ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Onderduiken. Veel mensen geloofden niet dat ze naar Duitsland moesten om te gaan werken. Ze zochten naar huizen waar ze zich met hulp van bewoners konden verstoppen. Zo hoopten ze uit de handen van de Duitsers te blijven.
Kijk rond en ontdek het Achterhuis: de plek waar Anne Frank tijdens WOII meer dan 2 jaar onderdook en waar ze haar dagboek schreef.
Duitsland. Anne Frank, of voluit Annelies Marie Frank, werd in 1929 geboren in Frankfurt am Main. Haar ouders, Otto en Edith Frank zijn beiden joods en wanneer de nazi's aan de macht komen in Duitsland besluit vader Otto om als eerste te emigreren naar Nederland.
De meeste mensen kwamen in Auschwitz-Birkenau aan per trein, vaak na een dagenlange reis in goederenwagons. In 1944 werd de spoorlijn tot in het kamp nabij de gaskamers doorgetrokken en werd het vernietigingsproces nog grootschaliger uitgevoerd.
31 maart 2015 — Dit jaar is het 70 jaar geleden dat Anne Frank in concentratiekamp Bergen-Belsen aan de gevolgen van vlektyfus overleed, te midden van de vele andere slachtoffers van het kamp.
De reis duurt minstens drie dagen en drie nachten. Via Duitsland komt de trein uiteindelijk in Polen aan. Hier bouwen de Duitsers concentratiekampen. De grootste en meest beruchte daarvan is kamp Auschwitz.
Anne overleed in Bergen-Belsen, maar niet in een gaskamerHaar moeder is overleden aan uithongering, haar zus overleed aan tyfus en ze leefde in de veronderstelling dat haar vader Otto ook was overleden. Een paar dagen na de dood van haar zus overleed ook Anne aan tyfus, in maart 1945.
Otto Heinrich Frank (Frankfurt, 12 mei 1889 – Bazel, Zwitserland, 19 augustus 1980) was een Duitse zakenman die in 1949 tot Nederlander werd genaturaliseerd en vanaf 1953 in Zwitserland woonde.