Een staaroperatie is één van de meest veilige operaties. Toch kunnen er complicaties optreden. Meestal betekent dit dat het herstel van het zicht goed, maar langzamer verloopt. Heel soms leidt een complicatie tot een verslechtering van het zicht.
De dag na de staaroperatie kan het zicht nog wazig of verminderd zijn. Dit kan komen door een tijdelijke zwelling van het oog. Dit herstelt zich meestal vanzelf de eerste week na de operatie. Het kan ook veroorzaakt worden door de brilsterkte die veranderd is.
Sinds kort is het mogelijk om bij bij staar in één keer 2 ogen te laten behandelen. Is de tweezijdige (bilaterale) staaroperatie iets voor u? Anneke Jansen (adviseur Oogzorg bij de Oogvereniging) geeft advies. Eind 2021 is de behandelrichtlijn voor staar (cataract) vernieuwd.
Slechts 1 tot 3 van de 10 patiënten heeft hier last van. Kinderen ontwikkelen vaker nastaar na een staaroperatie.
Een goede opticien herkent staar bij het opmeten van uw oog. Soms is de staar al zo sterk dat een goede meting van het oog niet eens meer mogelijk is. De opticien stuurt u dan door naar een oogarts.
Door een kunstlens met de juiste sterkte uit te kiezen, is geprobeerd om uw zicht van veraf zo goed mogelijk te maken. De kunstlens gaat levenslang mee en hoeft dus niet meer vervangen te worden. Vlak na de operatie kan alles blauwpaars van kleur lijken.
De kans dat het lenszakje tijdens een staaroperatie scheurt is klein, ongeveer bij 1-2% van de staaroperaties. Een kapselscheur kan onverwachts optreden bij een staaroperatie. Het treedt eerder op bij technisch moeilijkere operaties. Dit is vaak vóór de operatie bekend en wordt dan ook met u besproken.
De oogarts bepaalt voorafgaand aan de operatie welke sterkte de kunstlens zal moeten hebben. Vaak is de wens om op een sterkte van ongeveer 0 uit te komen (d.w.z. dat er geen bril voor veraf nodig is na de operatie).
De kunstlens kan ook ná de staaroperatie van positie veranderen of dan pas zichtbaar zijn. De lens kan enigszins verplaatst zijn waardoor die niet precies in de pupilopening zit. Dit wordt “kunstlens dislocatie / decentratie / subluxatie” genoemd.
U heeft in alle gevallen nog steeds een bril nodig voor dichtbij. Deze kunstlens is alleen geschikt als u een afwijkende vorm van uw hoornvlies heeft. U kunt ook kiezen voor de standaard kunstlens. U heeft dan wel een bril met een cilinder nodig om in de verte optimaal te kunnen zien.
De meeste patiënten werden geopereerd met een gezichtsvermogen tussen de 15 en 50%. De meeste patiënten bereikten ná de operatie een hoog gezichtsvermogen tussen de 80-120% (details: zie hierna).
Zonlicht en vuil kunnen de genezing verstoren na veel voorkomende correctieve oogprocedures zoals LASIK- en cataractoperaties. Net zoals u een pleister over een schram draagt om vuil en bacteriën buiten te houden, fungeert een zonnebril als een schild om een snel en soepel herstel na een oogoperatie te bevorderen.
Wanneer u geopereerd bent aan staar dan heeft u een controle-afspraak drie/vier weken na de operatie. Tijdens deze controle krijgt u van de assistent(e) of de oogarts een nieuw brilrecept mee. De opticien meet deze brilsterkte nog na voor u, ongeveer zes weken na de operatie.
Wat te doen bij wazig zien? Als u langzaamaan slechter bent gaan zien kan het zijn dat u verziend of bijziend bent (refractieafwijking). Dan is een bezoek aan een opticien een goed idee. Na een oogmeting weet u of een bril of contactlenzen u kunnen helpen.
Wazig zien met één oog
Ziet u wazig met één oog? Dan heeft u waarschijnlijk een probleem met uw bloedvaten. Het kan zijn dat een bloedpropje (embolie) een bloedvat in uw oog afsluit. Een andere bekende oorzaak van wazig zien met één oog is een vernauwing van de halsslagader.
Als u slecht ziet of een oogaandoening heeft zoals staar, glaucoom of maculadegeneratie, kan dit risico's opleveren in het verkeer. U kunt bijvoorbeeld moeite hebben met diepte zien, verkeersborden lezen of gevaar zien aankomen.
Controle na de staaroperatie
Na de eindcontrole (ongeveer zes weken na de operatie) kunt u de sterkte van uw brillenglazen bij de opticien aan laten passen, tenzij anders met u is afgesproken. Autorijden en fietsen is tot de eindcontrole voor eigen risico.
Tijd tussen twee staaroperaties
Wanneer u aan beide ogen geopereerd moet worden, wordt tussen beide ingrepen ongeveer vier weken aangehouden. Dit in verband met het herstel van het oog. Een periode van vier weken kan onwenselijk zijn.
Na de operatie mag u twee weken niet in uw oog wrijven. De pupil blijft één tot twee dagen vergroot, waardoor u nog niet scherp kunt zien en lichtgevoeliger bent.
Bij een lenswissel vervangen we uw eigen ooglens helemaal door de kunstlens. Deze kunstlens heeft de juiste afstandcorrectie (dichtbij en/of veraf) of cilindercorrectie. Natuurlijk is de behandeling pijnloos, omdat uw oog wordt verdoofd.
Alhoewel de ervaringen over het algemeen positief zijn, kunnen sommige aspecten van de lensimplantatie als nadeel gezien worden. Uw hersenen hebben enige tijd nodig om te wennen aan het nieuwe zicht. Hierdoor kunt u tijdelijk een blauw/paars zicht, halo's en uitstralingen rond verlichting zien.
Meestal wordt weer een kunstlens teruggeplaatst in de kapselzak. Na verloop van tijd kan het dunne lenskapsel krimpen en weer troebel worden. U kan dit merken doordat uw gezichtsvermogen ten opzichte van de tijd vlak na de operatie wat achteruit gaat. Het lezen kan bijvoorbeeld moeilijker worden.
De operatie doet geen pijn. Artsen kunnen de staaroperatie ook met een laser doen. Onderzoek heeft laten zien dat dit meestal niet beter is dan een gewone operatie. Na de operatie krijgt u meestal een plastic doorzichtig oogkapje op uw oog.