Kinderen met TOS gaan vaak naar de reguliere basisschool. In Nederland geldt de wet op passend onderwijs. De wens is dat zoveel mogelijk kinderen naar de reguliere basisschool kunnen gaan.
De meeste kinderen met TOS gaan naar het regulier onderwijs. Dat is een gewone bassischool of middelbare school. Sommige kinderen met TOS hebben extra ondersteuning op school nodig. Soms kan dat op de reguliere school zelf.
De school moet zorgen voor ondersteuning als uw kind met ADHD of autisme dit nodig heeft. Lukt die extra hulp niet op de school van uw voorkeur? Dan krijgt uw kind ondersteuning op een andere school, zoals een speciale school.
Toelating en terugstromen
Niet ieder kind kan naar een speciale basisschool. Voor toelating is een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het samenwerkingsverband. Gaat het goed met jouw kind op het speciaal basisonderwijs?Dan is het soms mogelijk dat jouw kind terugstroomt naar het reguliere onderwijs.
Neen, kinderen met autisme kunnen ook in het gewoon onderwijs terecht of blijven met eventueel leerondersteuning.
Begeleiding op de eigen school
Volgens de Wet passend onderwijs moeten scholen proberen meer kinderen met bijvoorbeeld autisme binnen het reguliere onderwijs te houden. Met begeleiding kunnen ze dan op hun eigen school blijven en hoeven ze niet naar het speciaal onderwijs.
Buitengewoon onderwijs type 9 is uitsluitend voor leerlingen met de diagnose autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben. Centraal in de werking zijn voorspelbaarheid, duidelijkheid en een gevoel van veiligheid. Zowel voor de omgeving als voor de manier van lesgeven zijn dat de aandachtspunten.
Regulier onderwijs is de verzamelterm voor onderwijs dat zich niet richt tot speciale doelgroepen, zoals speciaal onderwijs. Het speciaal basisonderwijs valt ook onder het reguliere basisonderwijs en hierbij gelden dezelfde kerndoelen als in het regulier onderwijs.
Volgt je kind les in het buitengewoon onderwijs, maar denk je dat het beter op zijn plaats zit in het gewoon onderwijs? Dan kan je het (weer) laten overstappen naar het gewoon onderwijs. Als je kind een IAC-verslag (open definitie) of een OV4-verslag (open definitie) heeft, kan je toch kiezen voor een gewone school.
Ook een school voor speciaal (basis)onderwijs mag je kind weigeren. Dat kan als je kind geen toelaatbaarheidsverklaring krijgt, wanneer er geen plek meer is op de school of wanneer ouders de grondslag van de school niet willen accepteren.
Kinderen met ADD/ADHD zijn in staat om zich op een gepaste manier in de klas te gedragen , maar ze hebben structuur en duidelijke verwachtingen nodig om hun symptomen onder controle te houden. Als ouder kunt u helpen door een gedragsplan voor uw kind te ontwikkelen en u daaraan te houden.
Thuis kunnen de aandachtstekortsymptomen van ADHD betekenen dat het moeilijk is om de organisatie van het huishouden bij te houden. Klusjes kunnen vervelend, complex of saai aanvoelen, persoonlijke afspraken kunnen worden gemist, ontspannen kan moeilijk zijn en gefocust of gemotiveerd blijven kan een probleem zijn.
Het komt vaak voor dat kinderen met ADHD zich thuis goed gedragen, maar op school juist moeilijk, of andersom.
Kinderen met TOS:
leren hun moedertaal langzaam en moeizaam. hebben vaak moeite met het onthouden van klanken en woorden. vinden omgaan met emoties vaak lastig. hebben vaak een normale intelligentie.
Kinderen met TOS kunnen zich bijvoorbeeld terugtrekken uit de sociale omgang. Hierdoor lijkt hun gedrag op een stoornis in het autistisch spectrum. Toch verschillen de twee stoornissen wezenlijk van elkaar en mogen we ze niet over één kam scheren.
Een specificatietabel (TOS) kan worden gebruikt om docenten te helpen bij het bepalen van het besluitvormingsproces van de constructie van tests en om de validiteit van de evaluaties van docenten te verbeteren op basis van tests die zijn opgesteld voor gebruik in de klas. In dit artikel leggen we het doel van een TOS uit en hoe u deze kunt gebruiken om te helpen bij het opstellen van tests in de klas.
Basisopties B‑stroom
Er is ook een 'opstroomoptie' die de leerling toelaat om over te stappen naar de A‑stroom of naar de tweede graad doorstroom- of dubbele finaliteit. Vanuit alle andere basisopties van 2B kan de leerling die overstap ook doen voor zover de toelatingsklassenraad akkoord gaat.
Er kunnen verschillende redenen zijn om van basisschool te wisselen: een verhuizing, een andere visie op het beleid of de gang van zaken op school, een conflict of omdat uw kind niet meer naar die school wil.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Het kan een goede indicator zijn om iemand van passend onderwijs te voorzien. Zo is een van de voorwaarden die de overheid stelt voor toelating tot het praktijkonderwijs (een onderdeel van het speciaal onderwijs) dat een leerling een IQ tussen de 55 en de 80 heeft.
Basisscholen voor kinderen met extra ondersteuning
Als uw kind door een beperking of gedragsproblemen extra ondersteuning nodig heeft, kan het naar: een school voor speciaal basisonderwijs (sbo); een school voor speciaal onderwijs (so).
Voorbeelden van reguliere vervangingen zijn: iedere afwezigheid van tien aaneensluitende werkdagen of meer; iedere afwezigheid, ook die van minder dan tien aaneensluitende werkdagen, in een school of vestigingsplaats van een school.
Naast de dubbele kinderbijslag kunnen ouders van kinderen met autisme ook recht hebben op extra kinderbijslag. Dit is een aanvullende uitkering bovenop de reguliere kinderbijslag, bedoeld om de extra kosten te helpen dekken die gepaard gaan met de zorg voor een kind met een beperking.
Studenten met autisme kunnen moeite hebben met begrip, informele conversatievaardigheden en het begrijpen van de subtiliteiten van taal (bijv. grappen, sarcasme, idiomen, clichés). Studenten met autisme kunnen repetitieve lichaamsbewegingen maken, zoals heen en weer wiegen of met hun handen wapperen.
Veel mensen met autisme geven de voorkeur aan een computer en kantoor gerelateerde baan zoals administratie en dan komt nauwkeurigheid goed van pas. Ook vind je werknemers met autisme in wetenschappelijke beroepen, of als tekenaar, schrijver, onderzoeker of een baan gerelateerd aan muziek.