Dyspraxie en andere symptomenIn 50% van de gevallen is naast dyspraxie ook sprake van symptomen van dyslexie waarbij met name lezen en luisteren moeilijker gaat.
Onderzoek van Kaplan et al suggereert dat 52% van de kinderen met dyslexie ook kenmerken van dyspraxie hebben. Het komt zelden voor dat een individu wordt getroffen door één leermoeilijkheid. Mensen hebben meestal twee of meer gelijktijdige aandoeningen, variërend van mild tot ernstig .
Signalen en symptomen van dyspraxie
Kinderen met DCD kunnen soms niet huppelen, rennen, springen of op één voet hinkelen. Ze doen er lang over om zich aan te kleden, kunnen geen hand-voorwerpen zoals scharen of pennen gebruiken en kunnen niet goed een bal gooien of vangen.
Dyslexie kun je herkennen aan verschillende kenmerken, zoals: moeite met lezen en schrijven, waardoor je heel langzaam leest of een woord vaak verkeerd leest of schrijft. moeite met het lezen van een boek of een lang artikel in de krant.
Wat is het? Dyspraxie, ook wel Developmental Coördination Disorder (DCD) genoemd, is een ontwikkelingsstoornis van het motorische systeem in de hersenen.
Developmental Coordination Disorder (DCD), ook bekend als dyspraxie , is een veelvoorkomende stoornis die de fijne en/of grove motorische coördinatie bij kinderen en volwassenen aantast. Deze aandoening wordt formeel erkend door internationale organisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie.
DCD is een specifieke en afzonderlijke stoornis die vaak samen voorkomt met andere ontwikkelingsstoornissen . Van de kinderen met DCD heeft 50% ook ADHD, PDD-NOS, autisme en taalstoornissen zoals dyslexie en andere leerstoornissen.
Sinds de invoering van de BVRD spreken we overigens niet meer van een milde of lichte vorm van dyslexie. Deze termen werden in het verleden door sommigen gebruikt wanneer de uitval op lezen en/of spellen minder ernstig was.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Neurodivergent is geen synoniem voor autisme. Er zijn immers talloze manieren om neurodivergent te zijn. Autisme is er slechts een voorbeeld van zoals ook ADHD, dyslexie, dyscalculie, obsessief compulsieve stoornis, epilepsie of het syndroom van Down.
Symptomen van dyspraxie en apraxie
Soms is het hele lichaam erbij betrokken, soms gaat het op specifieke onderdelen mis, zoals bij monddyspraxie. Verder kan er onderscheid worden gemaakt tussen zogenaamde conceptdyspraxie en uitvoeringsdyspraxie/ontwikkelingsdyspraxie.
Een klein aantal kinderen, meestal degenen met milde symptomen die vroeg worden gediagnosticeerd , kunnen leren hoe ze hun problemen kunnen overwinnen. De overgrote meerderheid van de kinderen heeft echter langdurige hulp nodig en zal er als tiener en volwassene last van blijven houden.
Symptomen van dyspraxie bij kleuters
Voedings- en slaapproblemen in de vroege kinderjaren .
De chique term hiervoor is een dubbele diagnose. Er zijn niet veel studies gedaan naar mensen met beide aandoeningen. Maar ongeveer 10% van de mensen met dyspraxie/DCD vertoont tekenen van autisme . Op dezelfde manier vertoont ongeveer 80% van de kinderen met autisme (ASS) tekenen van dyspraxie in de vorm van bewegingsmoeilijkheden.
De precieze oorzaak van dyspraxie is nog niet bekend, maar de stoornis wordt in verband gebracht met te vroeggeboren kinderen of kinderen met een laag geboortegewicht. Wel lijkt het er op dat erfelijke factoren een rol spelen.
Schrijven wordt gezien als een veel complexer proces dan lezen. Beide stoornissen – ontwikkelingsdyslexie en ontwikkelingsdysgrafie – kunnen zowel samen als afzonderlijk bestaan .
Vaak vrezen ouders dat een dyslexiediagnose aangeeft dat hun kind minder intelligent is dan leeftijdsgenoten. Toch is dyslexie niet exclusief voor een bepaald intelligentieniveau; het kan individuen treffen met een gemiddeld, bovengemiddeld en hoogbegaafd intellect.
1 van Nederlands bekendste YouTube-sterren is Jordi van den Bussche, beter bekend als Kwebbelkop. Het feit dat hij dyslectisch is, heeft hem er nooit van weerhouden dingen uit te proberen.
Bij dyslexie gaat het vaak om beelddenken of conceptueel denken: denken via plaatjes, beelden of filmpjes in je hoofd die soms razendsnel leiden tot een idee, een conclusie, een ontwerp. Oplossingen vóór je zien, terwijl anderen nog over het probleem praten.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Borderline dyslexie is een term die soms wordt gebruikt om personen te beschrijven die enkele kenmerken van dyslexie vertonen, maar niet aan de volledige criteria voor een diagnose voldoen . Deze personen kunnen milde problemen ervaren met lezen, schrijven of spellen.
Symptomen van dyslexie worden meestal duidelijker wanneer kinderen naar school gaan en zich meer gaan richten op het leren lezen en schrijven. Symptomen van dyslexie bij kinderen van 5 tot 12 jaar zijn onder andere: problemen met het leren van de namen en klanken van letters . spelling die onvoorspelbaar en inconsistent is.
Met name in het buitenland wordt soms ook de term dyspraxie gebruikt. De kenmerken van dyspraxie kunnen lijken op die van DCD. Belangrijk verschil is dat DCD een ontwikkelingsstoornis is en dat dyspraxie ook op latere leeftijd door hersenletsel kan ontstaan. Deze richtlijn gaat specifiek over DCD.
Interessant genoeg werd dyspraxie in de algemene bevolking geassocieerd met significant hogere autistische trekken en lagere empathie . Deze resultaten suggereren dat motorische coördinatievaardigheden belangrijk zijn voor effectieve sociale vaardigheden en empathie.
PDD-NOS is wel een ontwikkelingsstoornis en valt daarmee onder de noemer autisme spectrum stoornissen (ASS). Iemand met PDD-NOS heeft bovengemiddeld veel kenmerken van ASS, maar niet genoeg voor de diagnose autistische stoornis of asperger.