De werkgever is in beginsel gerechtigd voorschriften te geven met betrekking tot de uiterlijke verzorging van het personeel en de tijdens het werk te dragen kleding. Deze bevoegdheid is aan de grenzen van de redelijkheid en de billijkheid gebonden.
De werkgever moet altijd de werkschoenen betalen als dit verplicht is. De werkgever moet werkschoenen betalen die voldoen aan de gestelde veiligheidseisen voor het werk dat u uitvoert. Bent u eigen baas? Ook u moet dan werkschoenen dragen als dit verplicht is voor het werk wat u uitvoert.
De werkgever zal voor deze kleding moeten zorgen, tenzij het arbeidscontract anders bepaalt of tenzij het in de bedrijfstak gebruikelijk is dat de medewerker zelf voor deze kleding zorgt (4.1.10.4.).
Wanneer je de werknemer zelf kleding of schoenen laat kopen, dan ben je als werkgever dit niet verplicht. Maar er zijn ook uitzonderingen. Bijvoorbeeld wanneer er afwijkende afspraken staan in de arbeidsovereenkomst of het gebruikelijk is in de branche om de werknemer te laten betalen.
Wanneer je ergens gaat werken waar bedrijfskleding wordt gedragen, dan krijg je dit doorgaans van je werkgever. Werk je vier dagen per week, dan krijgen de meeste mensen vier sets kleding.
Verplichting of niet om werkkledij te dragen
Het dragen van werkkledij is verplicht tenzij de risicoanalyse uitwijst dat dit niet nuttig is, t.t.z. wanneer deze heeft uitgewezen dat de activiteiten niet bevuilend zijn.
Ook moet je reservekleding op de werkplek hebben. Daarnaast is het belangrijk dat je de kleding gesloten draagt. Zorgprofessionals met open jas zijn niet bepaald hygiënisch bezig.
Wanneer douchen en omkleden verplicht is voor de werknemer, bijvoorbeeld omdat het noodzakelijk is in het kader van goed arbobeleid – de werknemer werkt bijvoorbeeld met gevaarlijke stoffen – dan zal douchen en omkleden tot de arbeidstijd horen.
In bepaalde sectoren is de lange broek een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM). Dat is het geval in de horeca, zorg- en bouwsector. In dat geval moeten de wettelijke (kleding)voorschriften worden nageleefd en kan een short sowieso niet.
Goedkope bedrijfskleding beschadigt je imago
Dit straalt slecht af op het (professionele) imago van je bedrijf. Maak je de investering, doe het dan goed. Vermijd ook als mogelijk unisex bedrijfskleding; dit staat bij vrouwen vaak erg lelijk en dat is ook niet goed voor je imago.
Veroorzaakt u schade tijdens uw werk? Dan is meestal uw werkgever aansprakelijk voor de schade. Uw werkgever is verantwoordelijk voor zijn werknemers. Hij moet ervoor zorgen dat u op een goede en veilige manier uw werk kunt doen.
Hoe vaak een nieuwe veiligheidsschoen
Gemiddeld gezien hebben mensen één keer per jaar nieuwe veiligheidsschoenen nodig. Als de schoenen kapot of versleten zijn, moeten ze vaker vervangen worden. Natuurlijk is het ook persoonsafhankelijk, de één loopt vaker op veiligheidsschoenen dan de andere.
Een set bedrijfskleding gaat een jaar mee. Voor een fulltime kracht worden doorgaans 3 sets aangeschaft. Hiermee wordt 3 tot 4 jaar gedaan. Wanneer je meer sets per personeelslid aanschaft, dan doe je er langer mee.
De werkgever verantwoordelijk is voor het verzorgen van gecertificeerde veiligheidsschoenen. Het dragen van veiligheidsschoenen met steunzolen alleen mag als de schoenen én steunzolen zijn gecertificeerd. Er meestal een vergoeding mogelijk is via het UWV.
Voor de vergoeding van orthopedische schoenen geldt een wettelijke eigen bijdrage van 138 euro per paar. Voor kinderen tot 16 jaar is geldt er een wettelijke eigen bijdrage van 69 euro. Als je maar één orthopedische schoen nodig hebt, betaal je de helft van de wettelijke eigen bijdrage.
Magazijn/Logistiek. Werk je in een magazijn? Dan heb je waarschijnlijk vaak te maken met zware materialen zoals bijvoorbeeld pallets. Om te voorkomen dat deze materialen op jouw voeten vallen en voor schade zorgen zijn werkschoenen met de normeringen S1, S1p, S2 of S3 verplicht.
Deze hebben vaak te maken met hygiëne of veiligheid. Het is om die reden dan niet toegestaan om andere kleding aan te trekken. In de grondwet staat dat een werknemer de grondrechten van iedere werknemer moet respecteren (zoals persoonlijke levenssfeer en vrijheid van meningsuiting), dat geldt ook voor kleding.
“Nee. Alles hangt af van de afspraken die je hebt gemaakt met je baas. Volgens de wetgeving heeft die het recht om een bepaalde dresscode op te leggen waarin shorts bijvoorbeeld niet toegelaten zijn. Hij moet daar wel een reden voor hebben.
De korte spijkerbroek geeft een casual maar toch sportieve look aan je outfit. Je kunt deze broek ook perfect combineren met een simpel T-shirt. Voor de wat koelere zomerse avond kun je met een denim short ook een spijkerjasje dragen.
Ja, verplicht aanwezige tijd is betaalde tijd. Als u een medewerker verplicht om vijf minuten eerder aanwezig te zijn omdat u bang bent dat deze te laat komt of om zich voor te bereiden op het werk, geeft u daarmee aan dat de betreffende medewerker ook vijf minuten eerder met zijn werk begint.
Maximaal een uur onderweg. Het lijkt er op dat de meeste werkenden het niet erg vinden om enige tijd naar hun werk te reizen, maar de grens bij een uur leggen. Wordt het langer dan kiest bijna een derde voor een andere woonplek.
Maar eerst moet u vanuit huis langs uw bedrijf rijden. De rit van uw bedrijf naar het andere werkadres (en terug) telt als werktijd. U werkt bij een bedrijf en gaat aan het begin van de werkdag vanuit huis rechtstreeks naar uw eerste klant. Deze rit telt als werktijd.
In de voorschriften staat dat je onderarmen onbedekt moeten zijn. Lange mouwen zijn dus uit den boze.
Zorg er voor dat je lichaam voldoende bedekt is. Draag dus geen korte rokjes, mouwloze hemden, korte truitjes, zichtbaar ondergoed e.d. Zorg er voor dat je kleding draagt dat lekker en comfortabel zit, zodat je voldoende bewegingsvrijheid hebt.
Bedrijfskleding is kleding die werkgevers kopen voor hun medewerkers ter representatie of voor de veiligheid. Bedrijfskleding wordt ook wel beroepskleding, uniform, corporate fashion of werkkleding genoemd.