Sommige mensen met een conversiestoornis worden arbeidsongeschikt verklaard, terwijl van anderen juist verwacht wordt dat zij blijven werken. De druk om versneld of binnen een bepaalde tijd te re-integreren heeft regelmatig een averechts effect. Werk kan een belangrijke waarde zijn voor een patiënt.
Behandeling van een conversiestoornis
Bij de meeste mensen gaan de klachten over binnen een dag tot enkele maanden. Het komt niet vaak voor dat iemand langer klachten houdt. Met de huisarts of neuroloog bespreekt u hoe het gaat met uw herstel. U bespreekt hoe u en de mensen uit uw omgeving omgaan met de klachten.
Probeer stressvolle situaties zoveel mogelijk te vermijden en probeer zo regelmatig mogelijk te leven. Zoek contact met lotgenoten om over jouw stoornis te praten. Ga met je klachten naar de huisarts. Hij of zij kan jou doorverwijzen naar een neuroloog en/of psycholoog.
Er zijn geen medicijnen die een conversiestoornis kunnen genezen. Wel zijn er medicijnen die bijvoorbeeld somberheid en angst, die samen kunnen voorkomen met de conversiestoornis, kunnen verminderen.
De oorzaak ligt in acute stress door angst of woede die de persoon niet kan verwerken. De spanning of angst is op dat moment zo hoog dat de hersenen bepaalde lichamelijke functies uitschakelt zodat de persoon deze stress niet meer ervaart. Het beeld doet daardoor vaak denken aan een neurologische aandoening.
Bij een conversiestoornis gaat er iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. U kunt bijvoorbeeld uw armen of benen niet meer bewegen, u verliest uw bewustzijn of u krijgt problemen met praten, slikken, zien of horen.
Religieuze methoden (homogenezing/conversietherapie)
Homogenezing (ook wel conversietherapie of reparatieve therapie genoemd) is een psychologische behandeling of spirituele begeleiding met als doel de seksuele geaardheid van een persoon te veranderen van homo- of biseksueel naar heteroseksueel.
Conversiestoornissen komen voor bij mannen en vrouwen van alle leeftijden, al komen ze meestal voor bij vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 39 jaar. De oorzaak van een conversiestoornis is onbekend, maar men denkt dat een combinatie van omgevings-, erfelijke en psychische factoren verantwoordelijk zijn.
Stress kan veel doen met het lichaam. Het kan zelfs voorkomen dat uitval van ledematen door stress wordt veroorzaakt. Dit wordt ook wel een conversiestoornis genoemd. Als er medisch onderzoek gedaan wordt naar de uitval, dan wordt er geen lichamelijke oorzaak gevonden.
Conversieklachten zijn allerlei neurologisch aandoende lichamelijke verschijnselen, waar echter géén neurologische of andere lichamelijke oorzaak voor kan worden gevonden.
Naar schatting hebben 40 op de 100.000 mensen last van een conversiestoornis. De stoornis uit zich vaak voor het eerst wanneer je in de puberteit zit of jongvolwassen bent. Vrouwen hebben vaker last van een conversiestoornis dan mannen.
Symptomen conversiestoornis / PNEA
(een deel van) je lichaam beweegt op een abnormale manier; niet meer kunnen praten of je gaat onduidelijk praten; je verliest je bewustzijn en je lichaam maakt schokkende bewegingen; delen van je lichaam verkrampen zich.
Jouw conversiestoornis kan op verschillende manieren worden behandeld. Een conversiestoornis kan worden behandeld door je huisarts, fysiotherapeut, neuroloog en/of psycholoog. Welke behandelaar en behandelvorm voor jou geschikt is, ligt aan jouw klachten en de oorzaak van jouw conversiestoornis.
Bij een functionele neurologische stoornis heeft iemand problemen met zien, horen, praten en/of bewegen. Er gaat iets mis met de signalen van de hersenen naar delen van het lichaam. De klachten hebben vaak grote invloed op iemands dagelijks leven. Deze stoornis heette eerder ook wel conversiestoornis.
De oorzaak van loopstoornissen kan neurologisch zijn, bijvoorbeeld door een klapvoet bij een hernia. Maar ook een slechte bloedcirculatie of een aandoening aan het evenwichtsorgaan kan leiden tot een verstoord looppatroon.
Onder neurologische uitvalsverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel ('verdoofd gevoel') en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur).
FNS is alleen niet eenvoudig of bijvoorbeeld met medicijnen te verbeteren. Er is wel steeds meer inzicht welke behandelingen effect hebben. Speciaal opgeleide fysiotherapeuten spelen daar een belangrijke rol in. Met de juiste behandeling kan 70% van de patiënten verbeteren.
Bij een conversiestoornis zet het lichaam psychische klachten om in fysieke klachten; voornamelijk uitvalsverschijnselen. Conversie betekent letterlijk 'omzetten'. Mensen met deze stoornis hebben last van verschillende neurologische klachten waarvoor geen lichamelijke oorzaak is te vinden.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Bij spraakapraxie is er een probleem met doelbewust spreken. Je begint te haperen of kunt niet goed starten met het uitspreken van een woord of zin. Het is zoeken welke kant de spieren van je mond en kaak op moeten. Het kan een worsteling zijn om een woord juist uit te spreken.
Bij een neurologische ziekte is sprake van veranderingen in de hersenen. Dit kan verschillende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld voor het bewegen en het aansturen van de spieren, maar ook voor zaken als concentratie, geheugen, woordvinding en planning – dit noemen we cognitieve problemen.
Psychisch verzuim is een vorm van ziekteverzuim. Een medewerker is dan niet in staat om te werken vanwege psychische klachten. Denk bijvoorbeeld aan overspannenheid, een burn-out, een depressie of een angststoornis. Het duurt vaak langer voor de werknemer helemaal is hersteld bij psychische klachten dan gemiddeld.
PNEA zijn aanvallen die lijken op epilepsie maar worden veroorzaakt door psychische spanningen. Of een aanval epileptisch is of niet, kan een neuroloog zien aan de verschijnselen tijdens de aanval. De neuroloog werkt hiervoor met een video-monitor in combinatie met een EEG.
PNEA zijn echte aanvallen en geen aanstellerij zoals weleens gedacht wordt. PNEA kunnen er heel verschillend uitzien. Soms staart iemand alleen even afwezig voor zich uit of reageert verward. Anderen vallen op de grond en gaan schokken, net als bij een tonisch-clonische aanval.