Werk je tijdens de behandeling, let dan goed op de signalen van je lichaam. Vraag niet te veel van jezelf en neem op tijd rust. Wanneer je doorwerkt is er vaak meer mogelijk dan je denkt. Bespreek met je werkgever en de bedrijfsarts wat jij nodig hebt om (deels) te kunnen blijven werken.
Advies aangepaste voeding tijdens bestraling
Vermijd alcohol, tabak, alle melkproducten, koffie, chocola, frisdranken met cafeïne, vers en gedroogd fruit, noten, zaden, rauwe groenten, alle soorten pasta, sterk gekruid eten, kant en klaar maaltijden.
Het kan weken duren voordat de vermoeidheid minder wordt. Dat je moe bent voor, tijdens en kort na de behandeling, is heel normaal. De ziekte en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent.
Weefsels met cellen die snel delen, geven ook snel bijwerkingen. Vaak binnen een aantal weken. Gelukkig herstellen de gezonde cellen zich meestal binnen een aantal dagen tot weken, zodat bijwerkingen weer verdwijnen.
Zolang u zich fit genoeg voelt, is er geen enkel bezwaar tegen autorijden. Uiteraard is het niet toegestaan aan het verkeer deel te nemen als u gebruik maakt van medicatie die de rijvaardigheid beïnvloedt, bijvoorbeeld bepaalde pijnmedicatie.
Bestraling zelf doet geen pijn. Ook bestraling van binnenuit (brachytherapie) doet geen pijn. Bestraling kan wel bijwerkingen hebben die pijn doen, bijvoorbeeld darmkrampen of pijn in je mond. Je huid kan na een aantal keren ook gevoeliger worden en soms pijn gaan doen.
Afhankelijk van de plaats van bestraling kunnen verschillende types slijmvlies geïrriteerd raken. Er kunnen aften ontstaan (mondslijmvliesontsteking), een slokdarmontsteking of een intestinale irritatie in de maag- en darmwand, met misselijkheid en diarree als gevolg.
Vermoeidheid tot lang na je behandeling
Het komt bijvoorbeeld niet doordat je iets actiefs hebt gedaan, zoals sporten, wandelen of het huishouden. Dit heet chronische vermoeidheid. Het is vermoeidheid die 6 maanden of langer duurt. Soms duurt het zelfs jaren.
Ook kan de bestraalde borst roder, warmer en harder gaan aanvoelen dan de andere borst. Uiteindelijk kan het weefsel in uw borst verharden waardoor deze van vorm verandert. U kunt pijnscheuten of een zeurende pijn gaan ervaren, die matig reageert op pijnstillers. Soms kunnen de ribben pijn gaan doen.
De slijmvliezen zijn erg gevoelig voor straling en kunnen beschadigd raken waardoor pijnklachten ontstaan bij met name het eten en drinken. Ook kan smaakverandering optreden of zelfs verlies van de smaak. Als de speekselklieren mee bestraald worden, kunt u last krijgen van een droge mond en taai slijm in de keel.
Na de bestraling duurt het meestal zo'n drie weken voordat de pijn afneemt. In de tijd daarvoor kan de pijn door zwelling van de botuitzaaiing soms juist iets toenemen. Deze zogenoemde pijn-flare na radiotherapie is mogelijk te voorkomen door gebruik van dexamethason, een ontstekingsremmer. Dr.
Maar omdat radiotherapie ook gezonde cellen beschadigt, is er een risico dat er opnieuw kanker ontstaat (het gaat hierbij niet om terugkeer van de oorspronkelijke tumor of uitzaaiingen daarvan).
Drink voldoende tijdens bestraling
Bestraling doodt kankercellen. Dit zorgt voor afvalstoffen. Je lichaam heeft vocht nodig om die afvalstoffen via je nieren af te voeren. Daarom is het goed 1,5 tot 2 liter vocht per dag te drinken.
Het aantal bestralingen ligt tussen de 15 en 22 keer. De arts vertelt u hoevaak u bestraald gaat worden. De eerste bestraling vindt ongeveer binnen een week na de CT-scan plaats. Deze tijd is nodig voor het uitwerken van het bestralingsplan.
Iedereen die gebruik maakt van zorg in Nederland, betaalt in 2021 eerst €385,00 zelf. De overige kosten van uw bestralingsbehandeling worden vergoed vanuit de basisverzekering.
Bestraling is belangrijk bij de behandeling van borstkanker. U krijgt bijvoorbeeld na een borstsparende operatie bijna altijd bestraling. Maar we bestralen u soms ook als we de borst weghalen. Of als er uitzaaiingen zijn in uw lymfklieren.
De eerste bestraling duurt meestal 15 minuten, omdat de juiste instellingen bepaald moeten worden. De volgende bestralingen duren 5-10 minuten per keer. De totale periode dat u wordt behandeld verschilt per aandoening. Dit kan variëren van een eenmalige bestraling tot een periode van meerdere weken.
Leverontsteking door alcohol tijdens de behandeling kan de nevenwerkingen doen toenemen. Sommige chemotherapeutica en bestraling ter hoogte van hoofd, hals en borst kunnen het mondslijmvlies doen ontsteken (ook stomatitis of mucositis genoemd). Dan kan alcohol de mond irriteren en de ontsteking doen toenemen.
Bestraling en je spieren en gewrichten
Bijvoorbeeld je kaak, schouder, heup of knie. Daardoor kan het gewricht wat stijver worden. Ook spieren in bestraald gebied kunnen wat stijver worden. Soms kun je dan last krijgen van stijfheid en pijn, vooral bij opstarten van bewegingen.
Bestraling is een behandeling voor veel soorten kanker. Soms om te genezen, soms vóór, aanvullend op of na een andere behandeling. Bestraling kan ervoor zorgen dat de tumor helemaal verdwijnt.
Toen er tijdens COVID-19 minder capaciteit was in ziekenhuizen en het beter was dat mensen met een kwetsbare gezondheid zoveel mogelijk thuis bleven, zijn sommige centra vijf bestralingen gaan geven, in plaats van vijftien. Dat dit net zo goed werkt, is onderzocht in het Fast Forward-onderzoek.
Vaak is de misselijkheid na bestraling van korte duur en na enkele uren meestal helemaal verdwenen. Eet of drink een half uur voor aanvang tot een half uur na de bestraling niet. Als u hierdoor een maaltijd of snackmoment mist, dan kunt u deze later op de dag inhalen wanneer u voedsel weer beter verdraagt.
Andere mogelijke behandelingen van kanker, zoals chirurgie (operatie) en radiotherapie (bestraling), vernietigen of beschadigen kankercellen op een specifieke plaats, terwijl chemotherapie in het hele lichaam werkt. Chemotherapie kan kankercellen vernietigen die zich verspreid hebben in andere delen van het lichaam.
Voordat de behandeling met bestraling begint, krijg je bijna altijd een CT-scan. Hiermee bepaalt de radiotherapeut-oncoloog nauwkeurig welk gebied bestraald moet worden. Als de tumor meebeweegt op je ademhaling, houdt de arts hier rekening mee. Met de informatie van de scan kan de arts een bestralingsplan maken.