MAG-lassen van ongelegeerde en laag-gelegeerde staalsoorten: Voor het MAG-lassen van staal kan men 100 % CO2 gebruiken of een gasmengsel dat bestaat uit argon met 8 tot 25% CO2. Dit menggas reageert met de las en is daarom een actief gas door zijn oxiderende componenten (= metal active gas).
Het algemeenste gas voor het MAG-lassen van roestvast staal is argon met 2% kooldioxyde, eventueel met 275 ppm stikstofmonoxyde. Voor de meeste toepassingen is dit mengsel optimaal.
Voor het MIG/MAG-lassen van gewoon staal gebruiken we in de meeste gevallen een gasfles met Menggas 85/15. Dat wil zeggen 85% Argon en 15% CO2. Voor het TIG-lassen wordt vrijwel uitsluitend gebruikgemaakt van 100% Argon. Dit gas wordt ook gebruikt voor het CuSi- en het MIG-lassen van aluminium.
Argon wordt in de meeste gevallen gebruikt bij het MIG lassen van aluminium, koper, nikkel en hun legeringen. Helium als zuiver beschermgas wordt veel minder toegepast. Over het algemeen alleen bij het lassen van koper en zijn legeringen bij grotere materiaaldiktes.
Als vuistregel geldt dat bij argon als beschermgas en de meest gebruikte wolfraamelektrodediameters van 1 tot 4 mm, er elke minuut 5 tot 10 liter beschermgas moet worden toegevoegd.
TIG-beschermgas
Het meest gebruikte beschermgas bij TIG-lassen is argon (l1). De zuiverheidsgraad moet minstens 99,95 % bedragen. Bij metalen met een zeer goed warmtegeleidingsvermogen, zoals aluminium of koper, wordt echter ook helium (l2) gebruikt. Bij het gebruik van helium als beschermgas wordt de vlamboog warmer.
MAG lassen is met name geschikt voor deze staalsoorten. Als het gaat om roestvast staal (RVS) of laaggelegeerd staal met dunne plaatdiktes dan is ook TIG lassen geschikt. MIG lassen wordt ook veelvuldig toegepast op RVS.
Roestvaststaal wordt meestal gelast met smeltlassen onder de bescherming van gas. De processen zijn dan TIG en MIG/MAG. Roestvaststaal wordt overwegend gelast met gelijkstroom. De volgende zaken dient de lasser bij het lassen van roestvaststaal goed in acht te nemen.
TIG lassen
TIG staat voor Tungsten Inert Gas: tungsten is de Engelse benaming van wolfraam en inert gas is het type gas dat je gebruikt. Als je toevoegmateriaal gebruikt, heb je constant 2 handen nodig tijdens TIG lassen, waardoor het beschouwd wordt als de moeilijkste lastechniek.
Edelgassen zijn geliefd om de inerte eigenschappen: dit betekent dat het argon gas niet reageert op andere stoffen en niet brandbaar, giftig of explosief is. Argon heeft echter wel een zuurstof verdrijvende werking, waardoor het in hoge concentraties tot verstikking kan leiden.
Dit heet dan MAG-lassen (Metal Active Gas). Het gas bestaat dan uit 80-85% argon en 15-20% koolzuur. Wanneer we alleen argon gebruiken, dan heet het MIG-lassen (Metal Inert Gas). Het menggas zit met een druk van maximaal 200 bar als gas in de fles.
Maar omdat de werkwijze van het lassen hetzelfde is, ongeacht het gas dat je gebruikt, wordt MIG/MAG lassen als 1 lastechniek gezien. Maar MIG/MAG lassen is ook mogelijk zonder gasfles, als je kiest voor gasgevulde lasdraad.
Beschermgassen zijn nodig om tijdens het lassen het smeltbad, het toevoegmateriaal en de electrode te beschermen tegen de invloeden van de omringende lucht. Met de electrode wordt verstaan het toevoegmateriaal bij het MIG/MAG lassen, of de wolfram-electrode bij het TIG lassen.
TIG lassen wordt bijna altijd gedaan met argon gas, omdat dit het goedkoopste gas is. Maar je kunt ook ook andere edelgassen, zoals helium, gebruiken. Daarnaast moet er een wolfraam elektrode in de lastoorts komen, om de vlamboog mee af te steken.
Het verschil tussen MIG en MAG lassen zit in het gebruikte gas. MIG staat voor Metal Inert Gas en MAG staat voor Metal Active Gas. Bij MIG-lassen gaat het om een inert gas (bijvoorbeeld argon of mengsels van argon met waterstofgas en helium); bij MAG om een actief gas (bijvoorbeeld koolstofdioxide, CO2).
TIG lassen is een relatief traag lasproces waarmee je kwalitatief hoogwaardige lasnaden maakt. MIG/MAG lassen is de snelste lastechniek en wordt vooral voor grootschalige en projectmatige klussen ingezet.
Er zijn verschillende soorten lastechnieken door de verschillen in toepassingen en materialen. Iedere lastechniek of lasproces heeft zijn eigen voor- en nadelen. MAG lassen is makkelijker aan te leren als TIG lassen. TIG lassen vereist goede hand-oog coƶrdinatie omdat de lasser met twee handen aan het lassen is.
De techniek achter beide lastechnieken is hetzelfde, waardoor ze vaak in een adem genoemd worden. Het grote verschil zit in het gebruik van het gas. Het grote voordeel van MIG / MAG lassen is de snelheid. Omdat je met MIG / MAG snel kan lassen, zijn uw opdrachten een stuk sneller klaar dan bij TIG lassen.
Het gaat prima maar dan wel met een speciale overgangselectrode. Hou er wel rekening mee dat normaal rvs 316L minder sterk is dan veel soorten staal. Daarom lieer wat dikker rvs gebruiken aangezien het hier gaat om een flink belast onderdeel. En zorg dat je rvs 316L ( 1.4404) gebruikt , anders krijg je toch nog roest.
TIG lassen staat voor Tungsten Inert Gas lassen. Bij dit proces wordt gebruik gemaakt van een niet afsmeltende wolfraam elektrode. TIG lassen is een proces wat veelal gebruikt wordt bij het lassen van RVS of aluminium. I.v.m. de lage efficiƫntie wordt dit proces slechts beperkt ingezet binnen Tosec.
Roestvast staal is niet moeilijker te solderen dan koolstofstaal. Chroom in roestvast staal levert de beschermende oxidehuid en deze laag hecht zich zeer goed aan de ondergrond. Het is belangrijk dat deze op de te solderen plaatsen grondig wordt verwijderd.
RVS lasdraden kunt u gebruiken voor het lassen van roestvrije staalsoorten. Er zijn diverse legeringen die u kunt gebruiken. Sommige legeringen worden toegepast bij het verbinden van roestvrijstaal aan gewoon koolstofstaal of als tussenlaag bij het oplassen van slijtvaste lagen.
RVS lassen met elektrode
Door de elektrische boog wordt warmte opgewekt. Deze is nodig om de elektrode te laten smelten. Dit werkt als volgt: een elektrode bestaat uit een metalen kerndraad en bekleding. De kerndraad geleidt niet alleen de stroom; deze zorgt ook voor het benodigde toevoegmateriaal.
Voor het MIG-lassen van aluminium, koper, nikkel en hun legeringen wordt gebruik gemaakt van 100% argon of een gasmengsel van argon met 25 tot 75% helium. Dit gas reageert niet met de las maar beschermt alleen en is daarom een inactief gas.