Eens de bladen afgestorven zijn kan je rabarber vermeerderen. Dit is meestal rond de start van het najaar ( oktober – november ). Om rabarberplanten te splitsen moet je de plant een 15-tal centimeter rond het hart uitgraven. Met de spade of door te scheuren kan je de plant opsplitsen.
Rabarber is een vaste plant en blijft dus jaren op dezelfde plek staan. De plant zal in de loop der tijd flink groeien waarbij ook het wortelstelsel vrij groot wordt. Dit maakt verplaatsen lastig dus denk goed na over de plek waar je de rabarber plant. De plant heeft tenminste een vierkante meter ruimte nodig.
Plant de wortelstokken in augustus en van april tot juni kan je de stengels verorberen op diverse wijzen. Rabarber wil een vaste stek in de tuin. Je hoeft hem dus niet elk seizoen opnieuw te planten.
Rabarber kan wel wat schaduw verdragen. In veel tuinen komt hij in een verloren hoekje of aan de grachtkant, en heeft het daar nog best naar zijn zin. Voor een vroege oogst is een zonnige, warme standplaats wel aangewezen. Rabarber groeit ook goed op een oude weide.
Rabarber wordt naarmate het seizoen verstrijkt namelijk steeds zuurder. Echter is dit niet alles. Ook de hoeveelheid oxaalzuur neemt vanaf 21 juni sterk toe. Een te hoge inname hiervan kan schadelijk zijn voor je gezondheid en in de meest extreme gevallen kan het zelfs giftig zijn.
Rabarber houdt van een humusrijke grond die vocht vasthoudt. Gebruik ook veel organische mest, dan krijg je grotere stengels en bladeren. Jonge rabarber wordt wat minder groot.
Hoewel rabarber heerlijk is, mag je de groente niet te vaak eten vanwege het oxaalzuur. Dit zuur vermindert namelijk de opname van calcium.
Oxaalzuur. Rabarber bevat naast allerlei gezonde stoffen ook het minder gezonde en zelfs giftige oxaalzuur. Gedurende het seizoen neemt de hoeveelheid ervan toe en dat is ook een reden dat rabarber veelal tot juli het meest gegeten wordt. Het beïnvloedt de smaak namelijk negatief: die wordt flink zuurder.
Rabarber is een oude groente die vooral gebruikt wordt om confituur en gebak mee te bereiden. Het wordt gebruikt in de kruidengeneeskunde en je kan er ook vloeibare bemesting van maken. Een rabarberplant wordt gemiddeld zo'n 20 jaar oud en is een must-have voor elke startende moestuinier.
Dan doe je er goed aan wat kalk aan je rabarber toe te voegen. 1 lepeltje pure kalk (calciumcarbonaat) in de vorm van gereinigde krijtpoeder is al voldoende om het oxaalzuur in rabarber te stabiliseren. Het heeft geen bijsmaak maar maakt de rabarber wel lichter van kleur.
Rabarber staat graag in grond die zowel water goed vasthoudt als afvoert, want de plant wil geen natte voeten maar zeker ook niet te droog worden. Het kost de rabarber veel energie om te groeien, dus extra bemesting hebben ze wel nodig. Verwen je rabarberplanten met biologische mest in het voorjaar en rond de zomer.
Rabarber (Rheum rhabarbarum) is een winterharde plant. Dat wil zeggen dat hij jaar na jaar blijft doorgroeien. Je kan dus elk jaar stengels van de rabarber en er een lekker zurig dessert van maken. De frisse zurigheid van rabarber komt van oxalzuur, een zuur dat ook in bijvoorbeeld spinazie zit.
Wat betreft de grond, accepteert rabarber zowel zand- als leemachtige bodems. Lichte gronden hebben het voordeel, dat ze sneller opwarmen en net geen maand eerder oogsten opleveren. Hun nadeel is het gebrek aan opslagcapaciteit voor voedingsstoffen en water. Deze bodems worden verbeterd door compost toe te voegen.
Eind oktober en begin november is – zolang het niet vriest – de ideale periode om rabarber te stekken. Zo pak je het stap voor stap aan: Kies een gezonde rabarberplant en graaf hem op. Split je plant met een spade, let er op dat aan elk stuk een groeipunt zit.
Elke 4 à 5 jaar moet je rabarber snoeien of delen, anders worden de stengels kleiner en stakig. Snoei de kroon zo dat er 4 of 5 scheuten overblijven. Of graaf de rabarberplant uit en deel hem. Zo zal je van een rijkelijke oogst kunnen genieten!
Rabarber oogsten
De bladstelen moet je afdraaien of uittrekken en zeker niet afsnijden. Bij het afsnijden kan het resterende stuk rotten en zo zelfs de hele plant aantasten. Neem de steel onderaan stevig vast en draai deze een kwartslag om ze dan uit te trekken.
Voor gezonde mensen is dit geen probleem, want je zou er al kilo's moeten van eten om een teveel aan oxaalzuur binnen te krijgen. Kinderen en senioren eten best niet meer dan tweemaal in de week rabarber. Mensen met reuma, jicht, artritis of nierstenen eten er beter ook niet teveel van. Bij twijfel, raadpleeg uw arts.
Pas wanneer je 10 kilo rabarber eet, krijg je te veel oxaalzuur binnen. Mensen met nier- of galproblemen kunnen echter beter niet dagelijks rabarber eten.
Dit is trouwens niet helemaal onterecht, want de bladeren van rabarber zijn wel degelijk giftig. Alleen de stengels zijn eetbaar. Oxaalzuur, dat is de stof die rabarber wat zurig doet smaken. Hoe ouder de stengels, hoe meer oxaalzuur ze bevatten en hoe zuurder ze smaken.
Voordelen voor de gezondheid:
De groente is rijk aan ijzer en andere minerale zouten zoals calcium, kalium en magnesium en bevat veel vitamine B1, B2, B6 en C. Rabarber reinigt de lever en werkt dus ook goed bij geelzucht. Vanwege veel vezels heeft rabarber ook voordelen voor de spijsvertering en de darmwerking.
Rabarber oogsten
Oogsten kan vanaf april tot de langste dag (21 juni). Vanaf dan keert het oxaalzuur stilaan terug vanuit de bladeren naar de stelen en is het niet meer aan te raden om ze nog te oogsten. De bladstelen moet je afdraaien of uittrekken en zeker niet afsnijden.
Rabarber kun je in een goed gesloten plastic zakje of bakje tot 12 maanden bij minimaal -18°C in de diepvries bewaren. Rabarber vries je rauw in. Je hoeft deze groente niet eerst te blancheren (kort verhitten).
Rabarber is niet bijzonder rijk aan essentiële voedingsstoffen en het caloriegehalte ervan is laag. Het is echter een zeer goede bron van vitamine K. Een portie van 100 gram bevat ongeveer 26 (gekookt) tot 37% (rauw) van de aanbevolen dagelijkse inname.