Als je objectief waarneemt, kijk je naar de feiten dus niet naar je eigen mening. Je kunt naar bijna alles objectief kijken, zoals voorwerpen, dieren, opdrachten en nog veel meer. Een voorbeeld van objectief waarnemen is als je zegt dat die tafel vierkant of rond is, of zegt dat dat dier een bepaalde kleur is.
Objectief waarnemen betekent dat je waarneemt zonder oordeel, gevoel, verklaring of betekenis. Bij objectief waarnemen is het feitelijk beschrijven van wat je ziet, zonder eigen interpretatie.
Iets is objectief als het onafhankelijk is van de waarneming of voorkeuren van mensen: als er geen interpretatie bij nodig is. Dit staat tegenover subjectief.
Objectiviteit zijn alle feiten, zonder dat ze op een bepaalde manier worden ingekleurd door mensen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat 'de lucht is blauw' een feit is. Ook dingen als wiskundige formules kun je als feiten zien.
Door scherp te zijn op vooronderstellingen in taal kunnen we steeds objectiever waarnemen: Objectief: als het onafhankelijk is van de mening van mensen, zonder interpretatie. Subjectief: als er wel een mening of een interpretatie is.
Argumenten zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn en subjectief wanneer ze een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel bevatten. Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd. Objectieve (feitelijke) argumenten kun je altijd controleren op hun juistheid.
Pas op voor je persoonlijke mening. Houd je zo goed mogelijk aan de feiten en theorieën. Blijf tijdens een interview neutraal (door bijvoorbeeld niet 'mee te praten' met de respondent). Als je voorbeelden moet noemen, benoem er dan een paar die van elkaar verschillen.
Een observatie moet zo objectief mogelijk zijn, omdat de observatiegegevens een zo zuiver en nauwkeurig mogelijke weergave van de werkelijkheid moeten zijn, wil je er conclusies aan kunnen verbinden.
objectief, onbeschroomd, onbevooroordeeld, ongedwongen, onpartijdig, vrijmoedig. onpartijdig (bn) : neutraal, objectief, onbevangen, onbevooroordeeld, onvooringenomen.
Een feit moet met objectieve waarnemingen vastgesteld en getoetst kunnen worden (zie het artikel wetenschappelijke methode). Echter, het doen van de waarneming is subjectief en afhankelijk van persoonsgebonden factoren, zoals perspectief, voorkeur, nauwkeurigheid, tijdigheid, compleetheid en omstandigheden.
Objectief recht is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en gewoonten. Het begrip subjectief recht kan worden omschreven als een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen.
Subjectief houdt in dat iets vanuit persoonlijk oogpunt wordt beoordeeld of gezien. Het heeft betrekking op de eigen smaak of voorkeur. Wanneer iemand subjectief antwoordt, is het antwoord van die persoon beïnvloed door zijn of haar eigen meningen en ervaringen.
objectief wil zeggen dat je enkel de feiten vertelt: wat dus echt gebeurd is, geen twijfel mogelijk. je mening komt niet te pas. Als je je dan wel weer baseert op wat jij vindt, je mening dus (ookal vertel je extra dingen die wel echt gebeurd zijn) is het subjectief.
Subjectiviteit houdt in het persoonlijk oordeel of de persoonlijke zienswijze van een individu, betrekking hebbend op of uitgaand van de persoonlijke zienswijze of smaak. Het tegenovergestelde van subjectiviteit is objectiviteit.
Observeren is het (bewust) waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet. Dat kunnen handelingen van bijvoorbeeld kinderen zijn, maar ook de houding, het gedrag, interacties tussen kinderen of gebeurtenissen.
Je kunt op verschillende manieren observeren: Participerende of niet-participerende observatie. Gestructureerde of ongestructureerde observatie.
De meest gebruikte wijze is door te onderbouwen of je hebt gemeten wat je wilde meten of door de uitkomsten van je onderzoek te vergelijken met relevante resultaten, data of theorieën uit andere wetenschappelijke studies.
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe consistent een methode iets meet. Hierbij is het van belang dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceert of repliceert).
Beschrijf je iemands voortgang waar geen cijfermatig bewijs voor is, maar bijvoorbeeld iemands gedrag of gesteldheid, dan doe je dat zo objectief mogelijk. Je beschrijft wat er gebeurd is en wat je gezien hebt en niet jouw interpretatie daarvan. Het gaat dus om de feiten en niet om jouw persoonlijke mening of smaak.
Dit wordt vaak uit de hand (hand-held) gefilmd. Hiermee volg je de blik van het personage: zijn of haar subjectieve perspectief. Dit staat tegenover een 'objectieve cameravoering', waarbij de camera afstandelijker 'observeert'. Hier wordt vaak een camera op statief voor gebruikt.
Objectief is onpartijdig, onbevooroordeeld ("Geschiedschrijving is zelden objectief").