De gewone mossel (Mytilus edulis) is een in zee levend tweekleppig weekdier. De soort wordt ook wel eetbare mossel genoemd. Er bestaan ook zoetwatermosselen. uit enkele zeer kleine tandjes.
een dode mossel kan komen door medicijnen voor je vissen of doordat er nog te weinig te eten is. als een mossel dood gaat gaat de schelp open en komt er een snot-achtig bende uit en dit kan je water eventueel verpesten.
Mosselen voeden zich door zwevende organismen zoals zweefalgen uit het water te zeven. Aan iedere kant van de voet ligt een grote kieuw. Beiden zijn dubbel, zodat er eigenlijk vier kieuwplaten zijn.
Behalve in de Noordzeedelta horen mosselen ook thuis in onze rivieren. Dan gaat het natuurlijk om zoetwatermosselen. Ze vallen onder de macrofauna: de ongewervelde waterbeestjes, die zo'n belangrijke rol spelen in de levenskringloop onder water. Dat geldt ook voor insectenlarven, slakken, mosdiertjes en kokerjuffers.
Bij de zoetwatermossel komt het zaad met het instromende water binnen bij de vrouwtjes, passeren de kieuwporiën en worden binnen de kieuwzakken vastgehouden, waar de bevruchting plaatsvindt. Er is hier niet echt sprake van enig seks leven.
Schelpkenmerken. De mossel heeft een langwerpig asymmetrisch driehoekige, betrekkelijk dunschalige maar stevige schelp. Er is een zeer onopvallend slot, bestaande uit enkele zeer kleine tandjes.
Ook aan zijn lengte is hij gemakkelijk herkenbaar want hij kan maar liefst 20 cm lang worden. Daar doen ze dan wel wat jaren over, maar die tijd hebben ze. Ze kunnen met hun twaalf jaar immers best oud worden voor dit soort kleine dieren! Als duiker zie je ze wel, maar levend nagenoeg altijd wel slechts deels.
Vijvermossel (Anodonta anatina): Vijvermosselen filteren ongeveer 10 liter water per uur. Uit het water halen de mosselen zwevende deeltjes, zoals: algen, wieren en slib.
Aangeraden hoeveelheid: 5-10 stuks zoetwatermossel per m3, afhankelijk van de hoeveelheid algen. Zoetwatermosselen kunnen los in de vijver, ze zijn in staat zichzelf te verplaatsen naar de beste plek in uw vijver, vaak zal dit in de buurt van de inlaat van uw filter zijn.
Naast ratten staan zoetwatermosselen ook op het menu van een aantal vogelsoorten (bv. Blauwe Reiger en Zwarte Kraai). Ook Waterhoen en Meerkoet eten vaak mosselen, al gaat hun voorkeur vooral uit naar de kleinere driehoeksmosselen.
Zij kunnen door het water zwemmen, maar laten zich liever met de stroom meevaren. Na ongeveer één maand wordt de schelp gevormd. Die begint langzaam aan het diertje te groeien. Na een tijdje wordt het dier met zijn schelp te zwaar en zakt het naar de bodem van de zee.
Heb wel eens van mensen gehoord die gekookte mossel aan hun vissen geven. Zelf heb ik purperkoppen hoogvinkarpers platys en allerlei meervallen.
Beschrijving. Mosselen zijn goede schoonmakers van het water in het aquarium, bijvoorbeeld als er veel algen of duetritus in het aquariumwater zitten. Ze graven zichzelf in in het zand en filteren dan het water. Ze kunnen bij iedere soort vis, omdat ze zichzelf goed kunnen beschermen en zelf vreedzaam zijn.
Waar de slakken in uw tuin uw planten opvreten heeft de poelslak een ander lievelingskostje: draadalgen! (Dit zijn feitenlijk geen algen maar wieren) De poelslakken kruipen over de wanden, stenen en planten in uw vijver en eten de aanwezige algen op. De planten laten ze met rust.
Er zijn hobbyisten die alleen maar steuren houden. Steuren vergen echter nogal wat aandacht. Bovendien zijn er wat eisen waar men rekening mee dient te houden als steuren in de vijver gehouden gaan worden.
Bij vijvers met extreme algengroei, adviseren wij 13 poelslakken per 1000 liter. Voortplanting: Poelslakken zijn, net als de posthoornslakken, tweeslachtig (hermafrodiet), maar kunnen zichzelf niet bevruchten. Dit betekent dat voor de voortplanting een partner nodig is.
Koud water algeneters
Bijna alle algeneters zijn tropische vissen, die kun je niet zomaar in koud water zetten. In een aquarium op kamertemperatuur zou je bijvoorbeeld een Chinese algeneter kunnen zetten. Deze vissen hebben een temperatuur van minimaal 18 graden nodig.
Enkele voorbeelden van algeneters zijn de graskarper, zilverkarper en rondel. Echter voor een serieus algenprobleem kunt u Aqua-Pulse Anti-Draadalg en Vijver-Stabiel gebruiken. De albino en de groene graskarper, nuttige vissen die redelijk groot kunnen worden.
Een Karper is geen Graskarper die als grasmaaiers door je vijver gaan. Het zijn 2 verschillende soorte. Ik raad Jos dan ook aan om er maximaal 3 dieren uit te zetten.
In alle stilstaande en langzaam stromende zoet water, voorzien van voldoende planten, kunnen zoetwaterslakken en zoetwatermosselen worden aangetroffen. Het voedsel van waterslakken bestaat uit rottende plantenresten en algen, maar ook aas wordt door de slakken van de bodem geschraapt.
De zwanenmossel als indicatorsoort
De mossel filtert zijn voedsel uit het slootwater. Per dag wel 50 liter water, waardoor de mossel een goede bijdrage levert aan een schone sloot. De mossel zit voor 70% in de bagger van de sloot. Als hij gaat “eten” opent hij de schelp en komt een soort slurfje tevoorschijn.
Een mossel gebruikt zijn voet om zich te verplaatsen, zijn terrein af te tasten en byssusdraden aan te maken. De mossel klampt zich met zijn byssusdraden vast; die hebben uiteinden in natuurlijke lijm.