Onderzoek wijst uit dat de mediane levensverwachting vijf jaar bedraagt (dan is nog 50% van alle patiënten in leven). Van de patiënten met zeer ernstig hartfalen overlijdt bijna 90 procent binnen een jaar.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het hart van iemand met hartfalen weer even krachtig als vanouds. De meeste mensen met hartfalen blijven de rest van hun leven onder medische behandeling. Er zijn enkele zeldzamere vormen van hartfalen waarbij therapieën van eind vorige eeuw niet goed werken.
Hartfalen is niet te genezen. Bij hartfalen is het moeilijk te voorspellen hoe uw ziekte zal verlopen. De meeste mensen krijgen langzaam steeds meer klachten. Soms kunnen de klachten een tijdje veel erger worden en dan weer minder.
Eet ook geen snacks en kant-en-klare maaltijden met veel zout, zoals soep, pizza en chips. Kijk bij het Voedingscentrum hoe u minder zout kunt eten. Let op: gebruik geen zout-vervangers waar kalium in zit, zoals kaliumzout. Kaliumzout kan gevaarlijk zijn als u medicijnen tegen hartfalen gebruikt.
Voldoende water drinken kan de kans op een hartaanval verlagen. Het American Journal of Epidemiology toont in een 6-jaar durend onderzoek aan dat mensen, die dagelijks meer dan 5 glazen water per dag drinken, 41% minder kans hebben op een hartaanval vergeleken met mensen die minder dan 2 glazen water per dag drinken.
Bij de behandeling van hartfalen proberen we het overtollige vocht uit uw lichaam te laten verdwijnen. En daardoor het hart minder te belasten. Het is daarom heel belangrijk dat u niet te veel vocht binnen krijgt: maximaal 2000 ml per dag. Het vocht van vla, yoghurt en soep telt hierbij ook mee.
De progressie van hartfalen is onvoorspelbaar en varieert van persoon tot persoon. In veel gevallen blijven de symptomen vrij lang (maanden of jaren) stabiel voordat deze verergeren. Soms nemen de ernst en de symptomen geleidelijk toe.
Hartfalen is een ernstige aandoening en is meestal niet goed te genezen. De symptomen kunnen door behandeling verminderen en jarenlang stabiel blijven.
Waaruit bestaat de behandeling van hartfalen en wie voert de behandeling uit? De basis van de behandeling van hartfalen bestaat uit: zoutbeperking, leefregels (o.a. aanpassing van eet- en drinkpatroon, beweging) en instellen op medicijnen.
Voor je hart vermijd je het best voedingsmiddelen met veel cholesterol en verzadigd vet zoals boter en worst of spek. Ook andere vleeswaren, sterk bewerkte voeding met veel suiker, frisdrank en te veel zout zijn nefast voor je hart.
Fruit. Veel fruit eten draagt bij aan een gezond hart. Vooral kersen en blauwe bessen zitten vol met antioxidanten, zoals vitamine E en C. Ook andere vruchten bevatten veel van deze stoffen.
Hartfalen treedt op wanneer het hart niet voldoende bloed door het lichaam kan pompen. Als gevolg daarvan hoopt zich vocht op in de benen, longen en andere weefsels in het lichaam.
De oorzaak van overlijden was bij 23,1% progressief hartfalen en bij 27,8% plotse hartdood (inclusief longembolie). In de overige 49,1% van de gevallen werd een niet-cardiale doodsoorzaak vastgesteld.
Hartfalen is niet te genezen. De meeste mensen met hartfalen krijgen langzaam steeds meer klachten. De klachten kunnen ook een lange tijd hetzelfde blijven. Soms kunnen de klachten een tijd veel erger worden en dan weer minder.
pijn in de bovenbuik, kaak, nek, rug of pijn tussen de schouderbladen. kortademigheid. misselijkheid en duizeligheid. onrustig gevoel, angst en snelle ademhaling.
De meest voorkomende oorzaken van hartfalen zijn: hartinfarct; Na een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af. Dit deel doet niet meer mee met pompen.
Hartfalen is in te delen in 4 klassen (of niveaus). Klasse 1 In rust weinig of geen klachten. Klasse 2 In rust weinig of geen klachten, maar wel bij normale inspanning. Klasse 3 In rust weinig of geen klachten.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden. Het plots optreden van felle benauwdheid wijst op een ernstige achteruitgang van de toestand ( 'longoedeem' of 'water op de longen' ).
Vertel dit altijd aan de cardioloog, want sommige medicijnen kunnen hartfalen verergeren. Let bijvoorbeeld op bij pijn en ontstekingen: Gebruik geen ontstekingsremmers, zoals ibuprofen en diclofenac. Deze middelen kunnen het hartfalen erger maken.
Bij hartfalen adviseren we u om dagelijks twee keer dertig minuten te bewegen (bijvoorbeeld wandelen, fietsen of zwemmen). Inspanning loont, ook als u moe bent. Heeft u vocht in de benen, meer kortademigheid of druk op de borst, matig dan uw activiteiten. Luister altijd naar uw lichaam en wissel activiteit en rust af.
Door de verzwakte pompkracht van het hart hoopt zich vocht op in longen, buik, benen of enkels. Deze medicijnen bevorderen de afvoer van vocht door als het ware een kraantje open te zetten in de nieren. Bloeddrukverlagende bètablokkers vertragen de hartslag, waardoor het hart zich makkelijker met bloed kan vullen.
Meestal krijg je een ACE-remmer en een bètablokker. Deze medicijnen verlagen de bloeddruk en voorkomen dat het hart verder achteruit gaat. Daarbij verbeteren deze medicijnen mogelijk de pompwerking van het hart. Als je vocht vasthoudt krijg je plastabletten(diuretica).
Neem niet te veel en niet te vaak producten buiten de Schijf van Vijf. Denk aan drop, zoute snacks, vleeswaren, witbrood, frisdrank en alcohol.