Vaak gelden er dan wel bepaalde toelatingsregels. Zo mag je zonder extra vak op sommige scholen alleen doorstromen naar het havo als je een positief advies hebt van vakdocenten of als je een gemiddeld cijfer van minimaal een 6,8 hebt voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde.
Uiteindelijk doen havo-leerlingen in 7 vakken eindexamen. De andere vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
Per 1 augustus 2020 kunnen vmbo'ers en havisten doorstromen naar havo of vwo. Dit is geregeld in een nieuwe wet en een besluit doorstroomrecht. Vmbo'ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, moeten worden toegelaten tot de havo.
Je slaagt voor het eindexamen havo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor een van de kernvakken. Daarnaast mag je voor maximaal 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Alleen maakt 't nogal uit op welke middelbare je zit. Op sommige scholen stromen heel veel leerlingen door naar de havo, op andere scholen niemand. NOS Kort vroeg aan de volgers hoe hun school daarmee omgaat. Sommige scholen moedigen het aan om door te gaan naar de havo.
Is havo veel moeilijker dan vmbo? In principe kan een goede, gemotiveerde vmbo-t-leerling de havo halen. In de praktijk betekent dit dat je met een hoog gemiddeld cijfer voor het eindexamen vmbo (hoger dan 7) zonder vertraging het havodiploma moet kunnen halen. Motivatie en inzet zijn heel belangrijk.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst. Met 1 vier en 2 vijven ben je gezakt. M.
Conclusie. De kernregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Een leerling gaat over als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Hij/zij heeft geen tekorten bij de kernvakken en maximaal 3 tekorten bij de andere vakken. Het gemiddelde over alle vakken is 6,0 of hoger. Hij/zij heeft 1 tekort bij de kernvakken en maximaal 2 tekorten bij de andere vakken.
Wettelijk gezien is het diploma van vmbo-tl of vmbo-gl gelijk gesteld aan het overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4. Leerlingen met een diploma van vmbo-tl of vmbo- gl zijn daarmee toelaatbaar tot het havo. Dat geldt sinds kort ook voor leerlingen van vmbo-tl uit leerjaar 3. Zij kunnen 'opstromen' naar havo 4.
De cijfers die de leerlingen halen voor toetsen dalen gemiddeld met 0,5 – 1 cijferpunt, en dat is aanzienlijk. Veel HAVO-leerlingen blijken moeilijk in staat deze teruggang in cijfers om te buigen, en blijven daardoor zitten, of stromen af naar de MAVO.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
Wiskunde D is altijd een keuzevak en hoort daarom NIET bij de kernvakken. Op de havo is wiskunde geen verplicht vak wanneer je het profiel C&M kiest. Er zijn echter scholieren die wel wiskunde A of B als keuzevak kiezen. Wanneer zij dit doen, is wiskunde WEL één van de kernvakken.
Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn (vanaf 1 augustus 2011). Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één vijf als eindcijfer behaald worden op havo en vwo (vanaf 1 augustus 2012).
Eindcijfers alle vakken, in je afgeronde eindcijfers mogen je laagste cijfers niet te laag zijn: Op VMBO-T moet je alles hoger hebben dan een 6, of een 4 of twee 5'en compenseren met een 7. Op HAVO en VWO mag je maximaal een 4 en een 5 hebben, maar het gemiddelde van je eindcijfers moet dan wel hoger zijn dan 6.0.
Daarbij geldt de regel: 5,5 en alles wat daarboven ligt is voldoende; alles onder 5,5 is onvoldoende.
Op veel basisscholen is echter een rapportageschaal met letters/woorden gebruikelijk; zoals o (onvoldoende), m (matig), v (voldoende), rv (ruim voldoende) en g (goed).
Havo staat voor hoger algemeen voortgezet onderwijs. Deze opleiding duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het tempo en niveau ligt hoger dan op het vmbo. Leerlingen moeten zelfstandig werken, lezen en schrijven en er wordt veel huiswerk gegeven.
Voor leerlingen die op een ander moment vanuit 6 Vwo instromen in 5 Havo zal een programma op maat moeten worden vastgesteld. De volgende al gemaakte onderdelen worden meegenomen uit eerdere leerjaren. Daarbij wordt het cijfer overgenomen, of de toets wordt opnieuw gewaardeerd.