Het voorjaar is de meeste praktische tijd om lavendel te verplaatsen. Dan moeten de planten ook gesnoeid worden, wat niet altijd meevalt als ze heel dicht op elkaar staan. In het voorjaar kun je de planten dus tegelijkertijd én snoeien én verplaatsen.
Belangrijk is om de wortels van de plant “ruim” uit te steken. De wortel is ongeveer 2/3 van de hoogte van de plant. Als u de Lavendel gaat verplaatsen is het dus belangrijk om hier ruim om heen de wortel uit te graven.
Het is namelijk niet mogelijk om lavendel te delen. Waarom niet? Omdat lavendel een soort kleine struik is. Hierdoor kun je hem niet vermeerderen door te scheuren.
Plant lavendel nooit in bemeste tuinaarde. Bemeste tuinaarde is namelijk dodelijk voor de plant. Lavendel bemesten is sterk af te raden, de plant kan hiervan doodgaan. De plant bloeit het beste in kalkrijke grond.
Niet gesnoeide lavendel zal snel verwilderen en de groei zal zich verplaatsen van de binnenzijde van de plant naar de buitenzijde. De plant groeit dan enkel nog aan de toppen terwijl de rest van de twijgen sterk gaat verhouten en kaal wordt.
Is je lavendel helemaal uit model of zie je veel kaal hout? Dan kun je proberen om de lavendel helemaal terug te snoeien. Het liefst zo klein mogelijk. Bij deze snoeibeurt knip je dus wel in het kale hout.
Lavendel houdt van kalkrijke grond die goed doorlatend is. Bij het planten van Lavendel in zandgrond hoef je geen bemeste tuinaarde te gebruiken. Het komt wel eens voor dat Lavendel doodgaat als deze in bemeste tuinaarde wordt aangeplant. Ook kan dit een negatief effect hebben op bloemknoppen.
Knip jonge planten in de lente een paar keer terug. Ze bloeien dan later, maar wel voller en mooier. Je kunt de planten van gewone lavendel diep insnoeien, maar knip nooit onder de onderste uitlopers. In het najaar, of na de bloei, snoei je lavendel in vorm.
Lavendel verdraagt geen zure grond. De ideale plantafstand voor dwergplantjes zoals de Hidcote is 35 centimeter. Voor grotere planten zoals de Munstead is dat 40 à 45 centimeter. Plant je lavendel als bodembedekker, reken dan op 6 à 7 planten per vierkante meter.
Lavendel stekken wanneer
Je kunt het beste lavendel stekken tussen juni en augustus. De stek heeft dan nog genoeg tijd om voor de winterrust te wortelen. Daarvoor heeft hij ongeveer twee maanden nodig.
Lavendel is mooi te combineren met de buxus. Lavendel vormt ook een mooie combinatie met echinacea. Siergrassen kan je ook combineren met lavendel. Laat je verrassen door de combinatie van lavendel en rozen.
Lavendel mag je (bijna) nooit water geven. Zelfs in droge periodes in de zomer vindt de plant zelf nog zijn water. Enkel bij nieuwe aanplantingen moet je water geven in droge lentes en zomers. Lavendel zal zelden afsterven vanwege te weinig water, echter wel bij teveel water.
Het is wel belangrijk om de Lavendel ieder voorjaar kort te snoeien (ca. 15 cm boven de grond) zodat er vanuit het hart steeds weer jonge scheuten groeien. Wordt de plant niet kort geknipt dan zal de Lavendel snel verhouten en uit elkaar vallen.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
Wij adviseren om de lavendel tweemaal per jaar te snoeien. De eerste keer na de bloei, waarbij je alleen de uitgebloeide bloemtakken wegsnoeit. De tweede keer na de winter (begin maart), waarbij de 1-jarige scheuten van vorig jaar tot bijna op het oude hout teruggesnoeid mogen worden.
Wat veel mensen helaas nog niet weten is dat je een lavendel een tweede bloei kunt geven. Dit kan door de lavendel na de bloei of op het einde van zijn bloeiperiode terug te snoeien. Vervolgens vormen er nieuwe bloemknippen, waarna de lavendel ne enkele weken weer in bloei staat.
Heb je een Lavendel 'hidcote' (Lavandula angustifolia) in de tuin staan die je het liefst jarenlang in bloei zou willen zien? Dat kan, want deze plant is winterhard en kan vrijwel elke winter overleven.
Snoeien mag in het voorjaar best rigoureus, zodat de lavendelstruik mooi compact blijft. Zo geef je je lavendel alle ruimte om weer te bloeien. Let wel op dat er nog voldoende groene blaadjes aan het eind van de takjes zitten, anders zullen die mooie paarse bloemetjes straks veel minder goed bloeien.
Lavendel zijn groenblijvende planten die hun bladeren zelfs tijdens de vegetatierust behouden. Dit vraagt om een lichte plaats in de kas, serre of voor het raam. De temperaturen moeten bij voorkeur laag blijven, omdat hoge temperaturen de plantengroei tijdens de rustperiode stimuleren.
Wat zon betreft is volle zon de meest ideale standplaats maar ook half-schaduw is geen enkel probleem. Zelfs in overwegend schaduwrijke plaatsen zal lavendel nog groeien en bloeien maar de planten zullen wel minder compact uitgroeien en toch ook iets minder bloeirijk zijn.
Lavendel houdt van arme, goed doorlatende grond. Knip een stek van 5-8 cm van de plant en haal de top eruit. Verwijder de onderste blaadjes en snij de steel schuin af. Steek de stekjes in de grond tot aan het blad.
Ideaal voor lavendel is een zanderige leemgrond met een pH-waarde tussen de 6 en 8. Niet iedereen zal hierover kunnen beschikken, maar ook veel andere soorten grond volstaan, zolang de grond maar licht en goed gedraineerd is.
Kuiflavendel (Lavandula stoechas) 'Anouk' bloeit vroeger in het jaar dan de 'gewone' lavendel (Lavandula angustifolia) en bloeit bovendien langer door: van vroeg in het voorjaar tot laat in de zomer. De meest intense bloeitijd is mei-juli.