Je kunt je kamerplanten echter niet altijd buiten zetten. Je kunt ze het beste in de zomermaanden naar de tuin verplaatsen. De nachtvorst moet in ieder geval al voorbij zijn. Let er wel op dat het niet te heet wordt, want hier kunnen ze dan niet tegen.
Regenwater bevat van nature nauwelijks opgeloste stoffen, waardoor meststoffen beter in het water oplossen en de plant ze beter kan benutten. Ideaal dus! En als je je planten buiten zet in de regen, dan spoelt ook meteen het stof er lekker af en hoef je dus niet moeilijk te doen met een doekje.
Ook fijn: varens doen het goed binnen én buiten. En waar je ze ook zet, overal zorgen ze meteen voor een stuk groenere aanblik. Deze plant doet daarnaast prima in de schaduw, iets wat je lang niet van alle planten kan zeggen.
Wacht tot half mei. Dan is het gevaar op nachtvorst geweken. Zet je je planten vroeger buiten? Bescherm ze dan met een rietmatten of noppenfolie.
Water geven
De grond van een varen dient ten allen tijden lichtvochtig te zijn, zonder dat er zich een laagje water onderop in de pot vormt. Dat laagje water kan leiden tot wortelrot, hierdoor kan de plant geen water meer opnemen en zal de plant afsterven.
Cactussen en vetplanten
Bijna alle cactussen kunnen goed tegen kou. In de woestijn, waar ze oorspronkelijk vandaan komen, is het overdag bloedheet en in de nacht ijskoud. Ze zijn dus wel wat gewend! Ditzelfde geldt voor vetplanten, ook deze planten kunnen goed tegen kou.
De varen is een vaste plant. Dat betekent dat de plant in de winter verdwijnt om in het voorjaar weer op te komen. Maar er zijn ook bladhoudende varens, zodat er groen in de wintertuin te zien is. Deze wintergroene varens houden het hele jaar door hun blad, ze kunnen heel goed tegen de kou.
De ficus buiten
Zodra de temperatuur boven de 16°C blijft, kunnen sommige ficus soorten prima buiten staan. Zorg voor een plekje uit de wind, voorkom felle zon en houdt de grond voldoende nat.
De meeste succulenten kunnen prima tegen kou, maar van al die nattigheid in de winter gaan ze dood. Bescherm vetplanten buiten in de winter dus tegen neerslag, bijvoorbeeld door ze in een kas of serre te zetten. Laat je ze buiten staan, zet ze dan op een afgeschermde plek, zoals onder een dakrand of bij een muur.
De meeste vetplanten kunnen zich prima tegen de koude en de vorst wapenen, maar gaan kapot van te nat. In de tuin groeien ze het liefst op een zonnige en droge plek, tegen een zuidmuur, op een helling of in de grindtuin.
Dat kan, maar alleen in de lente en zomer. Deze plant groeit het beste bij wat warmere temperaturen. Hij overleeft ook wel wat kouder, maar dan groeit hij niet meer goed. Laat hem nooit buiten staan als het kouder wordt dan 10 graden.
Als je hem 's zomers buiten zet, moet je hem ook op een plek zetten waar niet de hele dag de volle zon op staat. Zorg dat de potkluit altijd vochtig blijft (ook 's winters). De plant houdt niet van 'natte voeten', maar geef wel royaal water op de wortels en laat dat rustig uitlekken.
De meeste kamerplanten doen het in de winter goed bij een gemiddelde temperatuur tussen de 15 en 25 ºC. Buiten is het nu koud, dus pas op met té grote temperatuurschommelingen: zet een plant in een warme kamer bijvoorbeeld niet ineens voor een open raam en kijk uit met tocht.
Plaats. De pannenkoekplant houdt niet van kou en kan dus niet buiten staan en mag ook zeker niet op de tocht staan. De bladeren zijn het mooist als er genoeg licht is, maar de volle zon is niet goed voor de plant. Bij volle zon krijgen de bladeren rimpels en wordt de plant geel.
De varen behoort tot de familie vaatplanten. De plant is gemakkelijk toe te passen in de tuin, maar ze doen het ook goed in de schaduw of donkere plekken in het huis. Zo maak je van een donker hoekje toch nog iets gezelligs. De bladeren van de varens kunnen wel een meter lang worden.
De varen is op z'n best als hij in een licht vochtige grond staat, waardoor de plant dus regelmatig water nodig heeft. Om deze grond licht vochtig te houden is het soms nodig om 2 tot 3 keer per week een scheutje water toe te dienen. Let er wel op dat de grond niet te vochtig wordt.