Een onschuldige of functionele hartruis geeft geen klachten. Als er wel klachten zijn, hebben deze meestal te maken met de onderliggende hartaandoening. Iemand is bijvoorbeeld vermoeid, doordat een hartklep niet goed werkt.
Bij onschuldig hartgeruis is er geen afwijking aan je hartkleppen. De arts hoort dan geruis omdat er meer bloed door je hart stroomt dan normaal. Dat kan gebeuren als je koorts hebt of als je een inspanning levert. Het geruis kan voortdurend hoorbaar zijn, of maar af en toe.
In de meeste gevallen is er niets aan de hand. Maar soms wordt een hartruis veroorzaakt door een hartafwijking. In Nederland worden per jaar ongeveer 1500 kinderen geboren met een hartafwijking, zoals een gaatje in het hart of een afwijking aan de hartkleppen.
Meestal is hartruis onschuldig, maar soms wordt hartruis veroorzaakt door een onderliggende hartafwijking. Voorbeelden hiervan zijn een lekkende hartklep en een gaatje in het tussenschot van het hart. Hartruis wordt meestal per toeval ontdekt en heeft verder (bijna) geen symptomen.
Een hartgeruis is een geluid dat ontstaat als de bloedstroom weerstand ondervindt. Een arts kan het waarnemen bij het beluisteren van het hart met een stethoscoop. Meestal is een hartgeruis onschuldig. Dat onschuldig geruis kan het gevolg zijn van een snelle hartslag, zoals bij koorts.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Bij een vermoeden van een lekkende hartklep zal de arts eerst uw hart beluisteren met de stethoscoop. Als er bloed vanuit de hartkamer via de aangedane hartklep in de hartboezem stroomt, is dat via de stethoscoop goed te horen.
Diagnose stellen
De arts kan de lekkage horen via de stethoscoop: dit klinkt als een luid geruis aan het begin van elke hartslag. Via echografie of Dopplertechniek ziet de arts of de hartklep lekt, en hoeveel. Soms is een hartkatheterisatie nodig.
De eerste harttoon is te horen bij het sluiten van de hartkleppen tussen boezem en kamer, de mitraalklep en de tricuspidaalklep. De tweede harttoon is te horen bij het sluiten van de kleppen boven in het hart, de pulmonaalklep en de aortaklep. Het ene stel kleppen opent als het andere stel sluit, en vice versa.
Functioneel geruis ontstaat meestal doordat het hart zo krachtig pompt, dat er turbulentie ontstaat als het bloed door de kleppen stroomt. De werveling van het bloed zorgt dan voor het geluid dat hartruis wordt genoemd.
Bij hartkloppingen voelt u uw eigen hart in uw borstkas of keel kloppen. Het hart kan dan heel snel kloppen, heftig bonzend voelen of een slag overslaan. Dit kan een heel vervelend gevoel geven. Ook kunnen hartkloppingen u ongerust maken.
Op een röntgenfoto van hart en longen kan de arts zien hoe groot uw hart is en hoe uw longen eruit zien. MRI-scan van het hart; Met een MRI-scan is de pompfunctie goed te beoordelen en zien we soms de oorzaak van de cardiomyopathie.
Het hart is ongeveer zo groot als een gebalde vuist. Deze regel geldt altijd, het hart groeit met je lichaam mee. Het hart bestaat uit 4 holle ruimtes: linkerboezem: hier stroomt zuurstofrijk bloed uit de longen binnen.
Aortaklepstenose is een veel voorkomende hartklepaandoening. De belangrijkste oorzaak in Europa is degeneratief waarbij progressief calcificatie van de klepbladen optreedt. Beïnvloedende factoren zijn gevorderde leeftijd, hypertensie, tevens associatie met hyperlipidemie.
Van de Nederlandse bevolking lijdt 1 à 2 procent van de mensen tussen de 26 en 84 jaar aan hartklepfalen, waarbij meestal sprake is van lekkende hartkleppen.
Bij een lekkende of vernauwde hartklep is het soms nodig deze te vervangen of repareren. Dit kan via een openhartoperatie. Soms is een behandeling via een kleinere opening of een katheterbehandeling mogelijk.
Een vernauwde of lekkende hartklep kan na verloop van tijd leiden tot een duurzaam verzwakte hartspier, ofwel hartfalen. Klepgebreken kunnen na verloop van tijd ernstige gevolgen hebben, maar leveren doorgaans in het begin geen klachten op.
De overgang van een normaal ritme, sinusritme, naar een ritmestoornis is vaak goed voelbaar. Toch heeft niet iedereen last van de ritmestoornis en komen sommige er per toeval achter. Voorbeelden van klachten bij boezemfibrilleren zijn: Onregelmatige hartslag (hart fladderen)
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
De klachten die voorkomen bij een hartritmestoornis zijn: hartkloppingen en -overslagen. een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, (bijna) flauwvallen. kortademigheid.
Harttonen zijn de geluiden die het hart maakt. Ze kunnen makkelijk beluisterd worden met een stethoscoop of worden opgenomen met een phonocardiogram. De fysiologische harttonen worden onderverdeeld in twee categorieën: 2 hoofdtonen (S1 en S2) en 2 additionele geluiden (S3 en S4).
Wanneer de doorgang van bloed in de armslagader door de opgepompte manchet is verminderd, kan de arts met behulp van een stethoscoop net beneden de manchet een stootsgewijs schavend geluid in de slagader horen, het vaatgeruis.
Bij een belangrijke verkleining van het aortaklepvlak zal het drukverschil tussen linker kamer en aorta gedurende de gehele uitdrijving bestaan en ontstaat een systolisch geruis dat tot en met de sluitingstoon van de aorta (de eerste component van de tweede harttoon) blijft voortduren.