Hartfalen is niet te genezen. De meeste mensen met hartfalen krijgen langzaam steeds meer klachten. De klachten kunnen ook een lange tijd hetzelfde blijven. Soms kunnen de klachten een tijd veel erger worden en dan weer minder.
Onderzoek wijst uit dat de mediane levensverwachting vijf jaar bedraagt (dan is nog 50% van alle patiënten in leven). Van de patiënten met zeer ernstig hartfalen overlijdt bijna 90 procent binnen een jaar.
Hartfalen is over het algemeen niet te genezen. Soms is het mogelijk om met een ingreep de oorzaak van het hartfalen weg te nemen.
Als u zich houdt aan de vochtbeperking, hoopt zich minder vocht in uw lichaam op. Uw hart wordt daardoor minder belast. De pompfunctie van uw hart kan zich dan enigszins herstellen. Door de betere pompfunctie wordt het dorstcentrum minder geprikkeld.
Waaruit bestaat de behandeling van hartfalen en wie voert de behandeling uit? De basis van de behandeling van hartfalen bestaat uit: zoutbeperking, leefregels (o.a. aanpassing van eet- en drinkpatroon, beweging) en instellen op medicijnen.
Eet ook geen snacks en kant-en-klare maaltijden met veel zout, zoals soep, pizza en chips. Kijk bij het Voedingscentrum hoe u minder zout kunt eten. Let op: gebruik geen zout-vervangers waar kalium in zit, zoals kaliumzout. Kaliumzout kan gevaarlijk zijn als u medicijnen tegen hartfalen gebruikt.
Beperk het gebruik van schaal- en schelpdieren uit zee, zoals garnalen en mosselen. Deze bevatten van nature veel zout. Beperk het eten van haring. Met één zoute haring krijgt u al de helft van de hoeveelheid zout binnen die u per dag mag gebruiken.
Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het hart van iemand met hartfalen weer krachtig als vanouds. Daarvoor moet de oorzaak herstelbaar zijn. De meeste mensen met hartfalen blijven de rest van hun leven onder medische behandeling.
Hartfalen kan tijdelijk zijn. Bijvoorbeeld bij een hartklepaandoening, een ritmestoornis of een hartinfarct. Behandelen we deze aandoeningen succesvol, dan kan hartfalen verdwijnen of in ernst afnemen.
Vergevorderd hartfalen
Hartfalen is helaas een progressieve ziekte, dat wil zeggen, de ziekte kan in de loop der tijd, zelfs bij inname van de aanbevolen medicijnen, erger worden. De ziekte is bij ca. 10% van de mensen die aan hartfalen lijden, al vergevorderd.
Hartfalen is meestal een chronische, progressieve ziekte. Onder de juiste behandeling kunnen patiënten een tijd stabiel blijven, maar op termijn nemen de beschadiging en disfunctie van de hartspier toe.
De meest voorkomende oorzaken van hartfalen zijn één of meerdere hartinfarcten in het verleden en langdurig hoge bloeddruk. Lees hieronder meer over de oorzaken van hartfalen: Hartinfarct: door een hartinfarct kan een stukje van de hartspier afsterven. Dit deel werkt niet meer mee met het rondpompen van het bloed.
Hartfalen is niet te genezen. Bij hartfalen is het moeilijk te voorspellen hoe uw ziekte zal verlopen. De meeste mensen krijgen langzaam steeds meer klachten. Soms kunnen de klachten een tijdje veel erger worden en dan weer minder.
Voor je hart vermijd je het best voedingsmiddelen met veel cholesterol en verzadigd vet zoals boter en worst of spek. Ook andere vleeswaren, sterk bewerkte voeding met veel suiker, frisdrank en te veel zout zijn nefast voor je hart.
Fruit. Veel fruit eten draagt bij aan een gezond hart. Vooral kersen en blauwe bessen zitten vol met antioxidanten, zoals vitamine E en C. Ook andere vruchten bevatten veel van deze stoffen.
Door gezond te leven vergroot je de kans op succes van de behandeling. Rook niet, beweeg voldoende, eet gezond en leer goed omgaan met spanningen. Bij hartfalen krijg je vaak ook het advies om minder vocht en zout per dag te gebruiken. Hierdoor hoeft je hart minder hard te werken.
Een gezonde leefstijl is belangrijk en de patiënt krijgt vaak adviezen voor minder zout en vocht. Mogelijk zijn er ook aanpassingen nodig in de activiteiten in je vrije tijd of je taken op het werk. Als naaste kun je hierbij steunen en samen kijken naar wat er wel mogelijk is.
Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart. Voorbeelden zijn bisoprolol, carvedilol en metoprolol. Angiotensine-II-blokkers verbeteren mogelijk de pompkracht van het hart.
Van je cardioloog hoor je hoeveel vocht je per dag mag. Vaak is dit 1,5 of 2 liter per dag. Maar er zijn ook mensen met hartfalen die niet op hoeven te letten hoeveel ze drinken. Dit hangt af van je situatie en de behandeling.
De levensverwachting van een patiënt met hartfalen is beperkt. Na de diagnose is de kans op overleving na vijf jaar veertig tot zestig procent. De fysieke beperkingen en de na te leven leefregels vragen om een zorgaanbod dat multidisciplinair van aard is.
Voldoende water drinken kan de kans op een hartaanval verlagen. Het American Journal of Epidemiology toont in een 6-jaar durend onderzoek aan dat mensen, die dagelijks meer dan 5 glazen water per dag drinken, 41% minder kans hebben op een hartaanval vergeleken met mensen die minder dan 2 glazen water per dag drinken.
Vooral de longen, buik, benen en enkels houden vocht vast. Ook krijgen de spieren en organen niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen. Hartfalen is daarom een ernstige aandoening.
Bij hartfalen adviseren we u om dagelijks twee keer dertig minuten te bewegen (bijvoorbeeld wandelen, fietsen of zwemmen). Inspanning loont, ook als u moe bent. Heeft u vocht in de benen, meer kortademigheid of druk op de borst, matig dan uw activiteiten. Luister altijd naar uw lichaam en wissel activiteit en rust af.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden. Het plots optreden van felle benauwdheid wijst op een ernstige achteruitgang van de toestand ( 'longoedeem' of 'water op de longen' ).