Een longaanval is een heftige ervaring. Dagelijks belanden er in Nederland 88 COPD-patiënten met een longaanval in het ziekenhuis. Een effectieve behandeling kan dat voorkomen. 'We komen steeds dichterbij een oplossing', zegt onderzoeker Barbro Melgert.
Een longaanval kan komen door een virus of bacterie. Bijvoorbeeld als je verkouden bent. Ook roken kan een longaanval veroorzaken. Een longaanval kan eng zijn en je angstig maken.
Vaak ademen ze meer dan 30 keer per minuut om toch nog maar wat lucht binnen te krijgen. Deze plotselinge verslechtering heet een longaanval. Zo'n aanval is een enorm ingrijpende en angstige ervaring waarbij mensen gemakkelijk in paniek kunnen raken en in sommige gevallen kan het ook leiden tot de dood.
Een longaanval is een plotselinge verslechtering van COPD die langer dan 2 dagen duurt. De klachten zijn bij iedereen anders, maar veel hoesten, taai slijm en benauwdheid komen het meest voor. Hoe erger uw COPD heeft, hoe meer last u van longaanvallen krijgt.
Als je COPD hebt, heb je lichamelijke klachten. Maar je kunt ook andere klachten hebben, zoals: bang zijn om te stikken. Of heel erg somber zijn over jouw ziekte en nergens meer zin in hebben.
Chantal Driesen legt uit: 'De longen reageren overmatig op prikkels, zoals temperatuurwisselingen, stof en pollen. Stress is ook zo'n prikkel. Hierdoor knijpen de spiertjes om de luchtwegen te sterk samen, waardoor je je heel benauwd kunt voelen.
Bij een longaanval worden COPD-klachten ineens erger. Binnen 1 of een paar dagen krijgt u meer last van hoesten, benauwdheid en slijm. Ademen gaat moeilijk. Het is vaak een heftige ervaring voor u.
Verloop van het herstel
Herstellen na een ziekenhuisopname duurt vaak wel acht tot tien weken. Zeker de eerste twee weken zult u merken dat uw conditie minder is, dat u mogelijk meer hoest en/of eerder benauwd bent. Door het hoesten kunt u spierpijn hebben. Als het hoesten minder wordt, zal ook de spierpijn afnemen.
Een gezonde manier van leven en de juiste behandeling kunnen invloed hebben op het verloop van de ziekte en hoe ernstig je klachten zijn. Hoe oud je kunt worden met COPD is daarom moeilijk te zeggen. COPD krijg je meestal na je veertigste jaar en vaak zelfs nog later.
Als je als patiënt je goed aan de beweeg- en leefregels houdt, kan COPD heel lang stabiel blijven. Belangrijk is het zoveel mogelijk voorkomen van eerder genoemde longaanvallen. Dat kan dus dankzij telemonitoring en daarbij hebben wij een longaanval-actieplan ontwikkeld.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.
De meeste mensen die COPD krijgen, zijn ouder dan 40 jaar. U kunt 1 of meer van deze klachten hebben: U moet vaak hoesten en u hoest slijm op. Bij het ademen hoort u een piepend of brommend geluid.
Dat ons longweefsel zich in de loop der jaren steeds minder goed herstelt, is op zich normaal. Met het ouder worden, neemt de longfunctie langzaam af. Daar merk je meestal weinig van. Reinoud Gosens: 'Maar bij mensen met COPD gaat dat proces wel twee of drie keer zo snel.
Voor mensen met COPD kan het BIPAP-apparaat letterlijk een verademing zijn. 'Waar de CPAP helpt met inademen, ondersteunt de BIPAP bij in- en uitademen. In ons ziekenhuis stellen we het in voor mensen met ernstig COPD om 's nachts thuis te gebruiken. Sommigen gebruiken het ook als ze tussen de middag rusten.
Longemfyseem is een langdurige (chronische) aandoening van de longen die zich kenmerkt door chronische hoest, kortademigheid, piepen op de borst, opgeven van sputum (dik slijm) en een toenemende beschadiging van de longen.
Aanbeveling. Geef aan patiënten opgenomen voor een COPD-longaanval systemische corticosteroïden, bij voorkeur in een dosering van 40 mg prednisolon per dag en in eerste instantie gedurende vijf dagen. Een afbouwschema daarna kan overwogen worden.
COPD associëren we met hoesten en kortademigheid. Maar mensen met COPD hebben ook meer pijn dan mensen zonder COPD. Pijn komt het meest voor bij matig-ernstige COPD en is gerelateerd aan comorbiditeit en voedingstoestand.
COPD is een chronische ziekte. Dat betekent dat de beschadigingen aan de luchtwegen en longblaasjes niet overgaan, maar steeds erger kunnen worden. COPD-klachten kunnen ook tijdelijk verergeren. Dit noemen we een longaanval.
Volgorde van de medicijnen
Als uw kind last heeft van benauwdheidsklachten moet er vijf minuten zitten tussen het inhaleren van de twee soorten medicijnen.
Zuurstof kan worden ingezet ter verlichting van dyspneu. Meestal wordt het toegediend met een neusbril in een dosering van 1-5 l/minuut. Met behulp van een zuurstofmasker kunnen hogere doseringen worden toegediend. Een zuurstofmasker wordt door de meeste patiënten echter als zeer hinderlijk ervaren.
COPD heeft vier stadia, elk met zijn eigen symptomen die bij elk stadium ernstiger worden.
Hulp bij kortademigheid
Adem langzaam en diep in door uw neus en let op dat uw onderbuik omhoog komt. De hand op uw borstkas moet vrijwel stil blijven liggen.