En in elk pitje zit een zaadje. Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien. Alleen gebeurt dit zelden, want aardbeiplanten worden meestal opgekweekt uit uitlopers. Uit de moederplant groeit een stengel over de grond.
Aan het eind van het seizoen, merk je dat de planten in de pot in rust gaan. Je kunt ze dan weg doen (en het jaar erop een nieuwe aanschaffen) of ze overhouden tot het volgende jaar. Laat ze in het laatste geval op een koele, maar vorstvrije, lichte plek overwinteren. Laat de potgrond ook dan niet helemaal uitdrogen.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Kunnen aardbeiplantjes overwinteren? Aardbeiplantjes kunnen makkelijk de winter doorkomen, als ze beschermd worden tegen (sterke) vorst. Wanneer er sprake is van vorst zonder sneeuwval, kan de bodem bedekt worden met takjes, stro of teenwilg.
Wanneer je je aardbeien niet wilt vermeerderen, is het beter de uitlopers regelmatig te verwijderen. Je doet dit simpelweg door de uitlopers af te knippen op circa 1 à 2 cm vanaf de plant. De uitlopers kosten de planten anders onnodig veel energie, waardoor de moederplant zwakker wordt.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner. Het plukken kan beginnen.
Aardbeien kunnen vrij goed tegen kou. Maar als het 's winters langdurig vriest krijgen ze toch een flinke klap en doen ze er lang over om weer bij te komen. Dat merk je aan de opbrengst: die zal dan minder zijn. Om dat te voorkomen kan je ze in de winter afdekken.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
In het vroege voorjaar (maart-april) krijgen je bestaande aardbeiplanten graag wat extra voeding. De bemesting bij aardbeien is echter vrij delicaat. Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting.
Maak je moestuin winterklaar
Maak de moestuinbak bijvoorbeeld in oktober al schoon. Haal het raster tijdelijk weg en knip daarna alle uitlopers met nieuwe plantjes af. Plantjes die je mooi vindt, kan je tijdelijk in een andere bak zetten. De oude planten kan je weghalen.
Als de stek goed vast zit in het potje met potgrond, en gezond is, en is gegroeid kun je haar los knippen van de moederplant. Haal de stek dan ook weg van de moederplant en zet het op een plaats waar je kunt controleren hoe het met de stek gaat en regelmatig water kunt geven.
Heb je al aardbeien staan, dan kun je die ook zelf stekken. Aardbeien vormen namelijk in de loop van het seizoen nieuwe uitlopers, die heel gemakkelijk wortel schieten. Leid zo'n uitloper over de grond en zet hem vast met een krammetje. Op elke knoop waar een blad zit kan een nieuw plantje ontstaan.
Het wortelgestel van de aardbeiplant gaat niet zo diep, geef in de zomer liever elke dag een beetje water. Dus geen woestijn en zeker geen moeras. Ga je op vakantie, vraag iemand om je aardbeien bij zeer warm weer elke dag wat water te komen geven. Geef water ter hoogte van de kroon, niet van de vruchten.
Het aardbeienseizoen uit de volle grond loopt van juni tot september, maar telers kunnen het hele jaar lang heerlijke aardbeien aanbieden.
Aardbeien worden eigenlijk niet gesnoeid maar er zijn wel andere handige tip zoals verplanten en stekken. Het verplanten van aardbeienplanten kun je het beste doen in februari tot maart. Verplant ze met zoveel mogelijk grond er omheen om de wortels zo min mogelijk te verstoren. Schud de aarde dus niet af.
Aardbeiplanten komen goed de winter door als er tijdens strenge vorstperiodes folie over gelegd wordt. De schade is zelden met het blote oog zichtbaar, maar heeft wel zijn weerslag op de hergroei in het voorjaar en uiteindelijk ook op de oogst Het zal zelden zo zijn dat de volledige aardbeiplant afsterft door de vorst.
Aardbeien planten in de grond zetten
Houd een plantafstand aan van dertig centimeter in de rij en zestig centimeter tussen de rij. Plant de aardbeien niet te diep en zorg dat alleen de wortels onder de grond zitten en het hart van de plant boven de grond uitsteekt.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Werken bij de boer is al mogelijk wanneer je dertien jaar oud bent, dus als je nog geen kranten mag bezorgen of in een supermarkt mag werken, is dit een goed alternatief. Het grootste voordeel van deze bijbaan is dat je er meestal maar een halve dag mee bezig bent: meestal van 7 tot 12 uur.
Kalk. Als je je aardbeienveldje helemaal hebt omgespit, strooi je er korrelkalk overheen. Je mag mest en kalk niet tegelijkertijd strooien. Als je de kalk bovenop de grond strooit, komt het niet met de mest in aanraking.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.