U kunt de duif naar de vogelopvang brengen of de dierenambulance bellen om de duif op te laten halen.
Bel het Landelijk meldpunt voor dierziekten +31 45 54 63 188. De NVWA neemt dan contact met u op.
Vliegt hij niet weg, doe dan de vogel in een doos met gaatjes en breng hem naar de vogelopvang, of bel de dierenambulance.
Voor een ritje op de dierenambulance rekent de Dierenbescherming een vast bedrag van 31 euro. Als de eigenaar van het dier bekend is, kunnen de kosten van 31 euro voor de dierenambulance worden doorberekend aan de eigenaar.
Jaarlijks redden de dierenambulances duizenden dieren. Dat zijn huisdieren zoals honden en katten, maar ook dieren in het wild zoals egels, vogels en hazen. Wilde dieren sterken aan in de wildopvang en worden daarna teruggeplaatst in de natuur. Van huisdieren proberen we de eigenaar te vinden.
Bel de gemeente of de Dierenambulance op 0900 0245 als u een zieke of gewonde vogel vindt. Zij vertellen u wat u het beste kunt doen.
Op de 20e of 21e dag vanaf de geboorte vliegen de mezen normaal gesproken uit. Er zijn uitzonderingen bekend waarbij de jongen na 25 of 26 dagen pas uitvlogen. Jonge mezen zullen een dag of 3 voor uitvliegen al door de vliegopening naar buiten kijken.
Kun je het vogeltje niet terugbrengen bij zijn ouders? Bel dan de dierenambulance, die het jong kan komen ophalen en ervoor zal zorgen. Houd de vogel in de tussentijd warm in een doosje met wat tissues en een handdoek op de bovenkant. Laat de vogel zoveel mogelijk met rust, en geef 'm geen voedsel of water.
Bij aanwezigheid van een ring kan de eigenaar soms teruggevonden worden. Lukt het niet de eigenaar te achterhalen dan wordt de vogel aangemeld bij de Stichting Amivedi. Als de eigenaar zich binnen veertien dagen niet meldt, dan bieden we de vogel ter herplaatsing aan en gaan wij op zoek naar een nieuw thuis.
Minder activiteit: je vogel beweegt minder, zit op de bodem, heeft geen zin in spelen en slaapt meer. Verminderde eetlust: je vogel eet minder of wordt kieskeuriger. Normale voeding laat hij links liggen, nieuwe dingen wil hij nog wel proberen. Vermagering: voel aan het borstbeen.
Dodelijke vogelgriep overleeft in wilde vogels en verspreidt zich daardoor makkelijker. Al bijna een half miljoen vogels op Nederlandse boerderijen werden dit najaar geruimd vanwege de vogelgriep. De ziekte overleeft in wilde vogelpopulaties, en kan overspringen op de mens.
Breng de vogel zo snel mogelijk naar de dieren/vogelopvang of een ander erkend vogelasiel of laat dit doen via de dierenambulance. Dit is vooral voor jonge dieren belangrijk.
Is de vogel gewond, bijvoorbeeld gepakt door een kat of aangereden, pak de vogel dan op. Gebruik handschoenen of een handdoek. Doe het dier in een doos met een doek erover, dan is het dier minder angstig en breng het dier zo snel mogelijk naar de juiste opvang.
Vaak is het nodig om bijvoorbeeld extra vocht toe te dienen d.m.v. een infuus, extra voeding en pijnstilling te geven en de temperatuur op niveau te brengen door middel van o.a. warmtelampen . Pas als de vogel veilig onder narcose kan, is het verantwoord om de fractuur blijvend vast te zetten.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.
Een vogel oppakken is geen goed idee. Zolang het niet noodzakelijk is, kan je het maar beter niet doen. Vogels zijn van nature vluchtdieren en verliezen snel het vertrouwen in mensen. De diertjes kunnen ook enige tijd van slag zijn door de procedure.
Eerste hulp voor een gewonde vogel
Vogel in veiligheid brengen: vang de vogel voorzichtig met een handdoek en leg hem in een kartonnen doos. Leg velletjes keukenrol op de bodem van de doos en maak luchtgaten. Hulp halen: breng de vogel naar een dierenarts brengen die verstand heeft van vogels.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
Verrassingsaanval Mezen hebben heel wat vijanden: roofvogels zoals valken en uilen en roofdieren zoals marters en katten en zelfs slan- gen.
Gewonde dieren
Ook bij een gewond dier belt u met 144. Bijvoorbeeld een kat die door een aanrijding gewond is. De medewerker van 144 kan de beller vragen of hij/zij in staat is om het dier zelf naar een dierenarts of een dierenopvang te brengen.
Een overleden huisdier zal worden opgehaald door de dienstdoende rijder (Soms afhankelijk van de situatie). Een in het wild levend dier, afhankelijk van de plek waar het dier ligt, kan ook de volgende ochtend worden opgehaald. Hier zal de dienstdoende rijder een inschatting van maken.
Een dierenambulance is er voor het vervoer van zieke, gewonde, zwervende of dode dieren naar bijvoorbeeld opvangcentra, dierenarts of dierenziekenhuis. De dierenambulance is daarom een noodzakelijk onderdeel in de keten van dierennoodhulp.