In de wet staan geen regels voor co-ouderschap. U spreekt zelf af hoe u de omgang met de kinderen en de zorg en opvoeding verdeelt. Bij co-ouderschap komen die afspraken hierop neer: U spreekt gelijke verdeling af van de zorgtaken en opvoedtaken.
Voorwaarden co-ouderschap
Beide ouders wonen redelijk dicht bij elkaar. Grote mate van harmonie tussen beide scheidende ouders. Zij dienen ook in de toekomst nog uitstekend met elkaar te kunnen overleggen. Beide ouders werken parttime of ze zijn flexibel in de opvang van de kinderen.
De vader heeft net zoveel recht als de moeder om het co-ouderschap te weigeren, omdat co-ouderschap geen wettelijke verplichting is. De vader hoeft niet bang te zijn dat hij zijn kind(eren) helemaal niet meer ziet als hij co-ouderschap weigert. De vader heeft namelijk het recht op omgang met zijn kind(eren).
Co-ouderschap mag dus door beide ouders geweigerd worden. In sommige gevallen is dat ook de beste keuze voor het gezin, bijvoorbeeld bij ziekte of reistijd. In andere gevallen is het echter beter om de kinderen zo veel mogelijk duidelijkheid te geven door de zorgtaken gelijkmatig te verdelen.
Co-ouderschap staat niet in de wet
Dat betekent, dat je bij een rechter in beginsel niet kunt verzoeken een co-ouderschap vast te leggen. Van een verplichting tot een co-ouderschap is dus evenmin sprake. Wél wordt in de wet gesproken over “gelijkwaardig ouderschap”.
In het algemeen zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet geschikt is voor kinderen jonger dan vier/vijf jaar, en in ieder geval niet voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar. Dat heeft te maken met de hechting.
In de wet van 18-07-2006 staat in art 374 §2 het navolgende: “Ingeval de ouders niet samenleven en hun geschil bij de rechtbank aanhangig wordt gemaakt, wordt het akkoord over de huisvesting van de kinderen door de rechtbank gehomologeerd, tenzij het akkoord kennelijk strijdig is met het belang van het kind.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Wanneer er in algemene termen sprake is van een gelijke verdeling van zorg, opvoeding en omgang met het kind, oftewel een 50-50 verdeling, spreken we van co-ouderschap.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de kinderbijslag uit. Volgens de SVB hoort het kind bij co-ouderschap bij de huishoudens van beide ouders. Zowel jij als je ex-partner heeft dus recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder.
Hoeveel procent kiest voor co-ouderschap? Co-ouderschap is behoorlijk in opmars. Koos in 2001 nog slechts 5% voor co-ouderschap, in 2013 was dit al gestegen tot 27%. De overgrote meerderheid van 70% kiest voor een omgangsregeling waarbij de kinderen bij hun moeder blijven.
Kinderkosten verdelen naar draagkracht
Volgens de Tremanormen verdelen we ieders bijdrage in de totale kinderkosten naar draagkracht. De verhouding tussen de draagkracht van vader en moeder bepaalt de bijdrage van ieder. Op basis van hun inkomen berekenen we voor elk der ouders hun draagkracht.
Hebben jullie een co-ouderschap, dan is het belangrijk dat jullie bij elkaar in de buurt blijven wonen. Uitgangspunt is ongeveer een maximale afstand van zeven kilometer hemelsbreed. Als een ouder verhuist buiten een straal van zeven kilometer is het vaak moeilijk om het co-ouderschap in stand te houden.
Wanneer u er samen niet uitkomt en u vreest dat uw ex-partner de verhuizing alsnog doorzet, kunt u met behulp van een advocaat zelf een procedure starten bij de rechter. In die procedure verzoekt u de rechter vervolgens een verbod tot verhuizing op te leggen.
Spreek dan samen af hoe u de betaling van de kinderbijslag tussen u beiden wilt verdelen. Maakt u geen afspraak? Dan krijgt ieder de helft van de kinderbijslag. Uit elkaar gaan heeft meestal ook gevolgen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Een kind mag vanaf zijn 12e verjaardag dus niet zelf kiezen waar hij/zij gaat wonen of hoe vaak hij/zij naar de andere ouder gaat. Pas vanaf het moment dat een kind volwassen is, vanaf zijn/haar 18e verjaardag, mag een kind zelf keuzes maken.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Alleen voor 1 en 2 kinderen kan fiscaal co-ouderschap voordeliger zijn, op voorwaarde dat beide ouders belast worden als alleenstaande waardoor ze allebei de bijkomende belastingvrije som van 1.550 euro krijgen. In dat geval genieten ze samen jaarlijks rond de 400 euro meer belastingvoordeel.
Controle Belastingdienst en indienen aanvragen co-ouderschap
Mocht je je afvragen hoe de Belastingdienst dit controleert: er worden ad rondom ouderschapsplannen opgevraagd om te toetsen of de aangevraagde toeslagen kloppen met de gemaakte afspraken in het ouderschapsplan.
In het Burgerlijk Wetboek staat uitdrukkelijk geschreven dat grootouders het recht hebben om hun kleinkind te zien en dus omgangsrecht met hun kleinkinderen hebben. Artikel 375bis Burgerlijk Wetboek stelt: “De grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden.
Krijgt u als co-ouder allebei een deel van de kinderbijslag uitbetaald? Dan krijgt toch maar 1 van u het kindgebonden budget. We betalen uit aan de ouder die als 'aanvrager van de kinderbijslag' geregistreerd staat. U bepaalt samen welke ouder de aanvrager van de kinderbijslag wordt.