U bent rijgeschikt als u 6 maanden geen aanval heeft gehad na de eerste aanval, of als u 12 maanden geen aanval heeft gehad na twee of meer aanvallen. Of als uw epileptische aanvallen geen gevaar opleveren tijdens het rijden. Bijvoorbeeld als u alleen aanvallen in uw slaap heeft. U kunt dan een rijbewijs aanvragen.
De meeste mensen met epilepsie hebben werk. Als je geen aanvallen meer hebt dan kun je gewoon werken. Heb je voor het eerst aanvallen of blijf je aanvallen houden? Dan kan het anders zijn.
Ongeveer 70% van de mensen met epilepsie is dankzij medicatie aanvalsvrij. Daardoor kunnen zij meestal gewoon blijven werken. Voor mensen die nog regelmatig aanvallen hebben, ligt dat vaak anders. Voor hen is de kans groter dat zij problemen krijgen met het vinden of behouden van werk.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Je bent arbeidsongeschikt als je door een medische en objectief vast te stellen oorzaak tenminste 25% van je werk niet meer kunt doen. Dat is de maatstaf die we bij a.s.r. hanteren. Deze vuistregel gebruiken de meeste andere arbeidsongeschiktheidsverzekeraars ook.
Zomaar afgekeurd worden zit er dus niet in. En anders dan vroeger is het ook geen zekerheid dat je de uitkering je hele leven houdt. In principe heb je een WIA uitkering tot je pensioen. Tenzij er redenen zijn om je te herkeuren, dan wordt dat ook gedaan.
als van 80 tot 100% bent afgekeurd ontvang je IVA-regeling (inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten). Hier is de uitkering 75% van je laatst verdiende inkomen tot maximaal 36.536 euro een IVA-uitkering ontvang je als je niet kunt werken en geen kans hebt op herstel.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Maar voor iedereen met epilepsie zijn de volgende punten belangrijk: regelmaat, voldoende nachtrust en medicatietrouw. Het nemen van een bad kan voor mensen met epilepsie een risico zijn. Als een persoon meer dan 2 jaar geen aanvallen heeft gehad, is er geen bezwaar tegen het nemen van een bad.
Enkele uitlokkende factoren zijn: Overmatig alcohol-, drugs- en medicijngebruik. Dit kan gelden bij zowel langdurig alcoholmisbruik als bij éénmaal veel te veel drinken. Een overdosis drugs of medicijnen – bijvoorbeeld antidepressiva en amfetamines – kan ook een aanval uitlokken.
Het belangrijkste onderzoek is het EEG-onderzoek. Hiermee kunnen elektrische verstoringen in de hersenen worden gemeten. Ook kunnen röntgenfoto's of een hersenscan nodig zijn. Soms is de uitslag van de EEG en/of scan zodanig dat de neuroloog er na één aanval vanuit kan gaan dat het om epilepsie gaat.
De vooruitzichten verschillen ook heel erg per epilepsie, is de meeste gevallen is epilepsie goed behandelbaar door middel van medicatie of chirurgie. Wanneer iemand nog wel regelmatig last van aanvallen heeft zal dit wel bepaalde keuzes van iemand beïnvloeden, zoals opleiding, werk en sport.
Als je epilepsie hebt, kunnen epileptische aanvallen je leven sterk beïnvloeden. Deze epileptische aanvallen ontstaan als de overdracht van prikkels in de hersenen verstoord raakt. In ongeveer zeventig procent van de gevallen kunnen de aanvallen voorkomen worden door medicijnen.
Epilepsie is meestal niet levensbedreigend. Het ligt aan de soort aanval óf je risico's loopt en welk risico je loopt. Ga voor jouw aanvallen na wat gevaarlijk kan zijn en wat je er zelf aan kunt doen. Iedereen denkt anders over het nemen van risico's.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
En Glut1-deficiëntie? Ik legde uit dat deficiëntie een soort ziekte is die je hebt. Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Heeft u al een rijbewijs en heeft u een epileptische aanval gehad? Dan moet u 6 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Heeft u twee of meer epileptische aanvallen gehad, dan moet u 12 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Na die periode vult u een Gezondheidsverklaring in bij het CBR.
Als je op een eeg niks ziet, wil dat nog niet zeggen dat je geen epilepsie hebt. Als je epilepsie hebt, heb je bij een eerste eeg maar ongeveer 50% kans om die epileptische fenomenen te vangen. Dan kun je nog eens het eeg herhalen, dat gebeurt ook vaak.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
Alhoewel het op elke leeftijd kan voorkomen en ontstaan, begint het meestal op jonge leeftijd (voor of rond het 20e levensjaar). In Nederland hebben ongeveer 20.000 kinderen epilepsie. Sommige vormen van epilepsie komen alleen op de kinderleeftijd voor en gaan weer over bij het ouder worden.
De arts en de arbeidsdeskundige van UWV bepalen uw mate van arbeidsongeschiktheid. Dit gebeurt door een sociaal-medische beoordeling. U krijgt die beoordeling als u na 2 jaar ziekte niet of niet volledig aan het werk kunt.
Werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn, hebben geen recht op de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen-uitkering (WIA-uitkering) of arbeidsongeschiktheidspensioen. Deze werknemers moeten bij u in dienst blijven en u moet samen met uw werknemer bekijken wat de beste oplossing is.
Verdient uw werknemer minder dan de helft van wat hij volgens de arbeidsdeskundige nog kan verdienen? Dan krijgt hij na de loongerelateerde WGA-uitkering een vervolguitkering. Het is lonend voor uw werknemer om zo veel mogelijk aan het werk te blijven.