Vuur kan niet branden zonder zuurstof.
Diep in de kern van de zon wordt waterstof omgezet in helium. Bij die reactie komt heel veel hitte vrij, zoveel dat wij die op 150 miljoen kilometer afstand kunnen voelen. In de zon brandt niets, want voor verbranding is zuurstof nodig en dat is er niet in de ruimte.
Zuurstof is zelf niet brandbaar maar zorgt er wel voor dat andere stoffen makkelijker branden. Een voorbeeld hiervan is de vlam in de pan. Als er op deze pan een deksel wordt gelegd, dooft de vlam door zuurstofgebrek.
In de ruimte werkt dat ietsje anders. Zuurstof wordt wel naar het vuur getrokken en verbrandingsproducten worden wel weggedreven, maar dat proces gaat zo'n 100 keer langzamer dan op onze planeet. Ook de vlammen zijn anders: ze hebben onder meer een lagere temperatuur en verbruiken minder zuurstof.
Onze aarde warmt op, en snel. Recordtemperaturen, droogte, overstromingen, smeltend zee-ijs en harde wind; deze extreme weersomstandigheden komen steeds vaker voor. Over de hele wereld nemen branden toe, niet alleen in bossen, maar ook in andere natuurgebieden zoals savannes, toendra en steppes.
Daarna krimpt de zon tot een kleine dwergster die heel langzaam afkoelt en uitdooft. Gelukkig is het voorlopig nog niet zo ver. De zon brandt al 4,5 miljard jaar heel constant. En we denken dat hij ook nog zo'n vijf miljard jaar blijft branden.
In het midden van de aarde is de druk ongeveer 3,5 miljoen atmosfeer en bedraagt de temperatuur 5 000 tot 6 000 graden. Bij die combinatie van druk en temperatuur is het nikkel-ijzer een vaste stof. In de buitenkern is de temperatuur ongeveer 2 900 graden en bij de lagere druk is nikkel-ijzer vloeibaar.
Het ergste geval van een brand in de ruimte gebeurde in 1997 in het russische ruimtestation Mir, de voorloper van het huidige International Space Station ISS. Bij het opstarten van een extra zuurstofgenerator (er waren toen zes astronauten aan boord) vatte deze vuur.
Warmte, zuurstof en brandstof
Als er genoeg zuurstof en warmte bij de brandstof zijn, blijft het vlammetje branden. De lucht boven die brandstof gaat dan steeds harder trillen van de warmte. Doordat alle deeltjes van deze lucht tegen elkaar botsen, ontstaat er licht.
Een brand heeft minimaal 14% zuurstof nodig om zich verder te ontwikkelen; bij minder dan 5% zal er geen enkele vlam te zien zijn en is er dus sprake van een smeulbrand.
Klinkt misschien als een rare vraag, maar water (H2O), bestaat uit 2x waterstof (H) en 1x zuurstof (O). Waterstof is van zichzelf brandbaar, en zuurstof is één van de vereisten om iets in brand te laten vliegen.
Zuurstof of O2 is een kleur- en reukloos gas dat aanwezig is in lucht met 20,9 vol. %. Het gas is zeer reactief en verbindt zich met vele andere elementen onder de vorm van oxides.
Zuurstof brandt zelf niet, maar laat brandbare stoffen sneller branden!
Zuurstof wordt op aarde door fotosynthese gevormd. Hierbij gebruiken planten en algen hun bladgroenkorrels om lichtenergie op te vangen en daarmee water en koolstofdioxide om te zetten in suiker en zuurstof. Een deel van de suiker wordt afgebroken en omgezet in energie, terwijl de rest opgeslagen wordt om te groeien.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Het eerste bewijs voor leven op aarde komt van 3,5 miljard jaar oude fossielen van oeroude bacteriën. Wetenschappers denken daarom dat het eerste leven een cel was. Die cel zou bijna 4 miljard jaar geleden voor het eerst in onze oceaan hebben gezwommen.
Nog opvallender is echter haar relatieve omvang ten opzichte van haar moederplaneet, de aarde. Ruwweg is de diameter van de maan liefst 1/4 van de diameter van de aarde. Het baanvlak van de maan maakt een hoek van ongeveer 5° met het eclipticavlak.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
Gassen kunnen namelijk oneindig hun vorm behouden. Dat betekent dat ze dus oneindig in dezelfde staat kunnen verkeren. Vuur is echter iets dat uitbrandt en niet altijd in dezelfde vorm bestaat.
branden? Voor vuur heb je drie dingen nodig: zuurstof, brandstof en warmte. Als je één van die drie dingen weghaalt, dan dooft je vlam. Met het ijsklontje haal je de warmte weg.
Vuur ontstaat als er een brandbare stof, zuurstof en een ontstekingsbron in de juiste verhouding en hoeveelheid aanwezig zijn. Deze drie elementen vormen samen de vuurdriehoek. Bij het stoken van een houtkachel is hout de brandstof, regel je zelf de zuurstof en is het aanmaakblokje de ontstekingsbron.
Het afgekoelde water gaat terug de grond in en kan later weer worden gebruikt als de aarde het daar van nature weer heeft opgewarmd. 1 van de voordelen van aardwarmte is dat het dus nooit opraakt.
Bij vulkaanuitbarstingen kunnen flinke hoeveelheden lava worden uitgestoten. Raakt dat spul dan niet op? Het korte antwoord op de vraag of lava kan opraken, is: nee, niet zolang de aarde is zoals ze nu is.
Tot een kilometer of 35 moet je wel kunnen komen. Zo dik is de aardkorst gemiddeld op de continenten. Niet dat de mens ooit zo ver is geweest, de diepste mijn is 2,7 kilometer, de diepste boring twaalf kilometer.