De geur van de ui verjaagt de wortelvlieg, wat ui en wortel een goede combinatie maakt. Een voorbeeld van een slechte combinatie is tomaat en wortel. Tomatenplanten scheiden een stof af die wortelgroei remt, waardoor worteltjes die ernaast staan minder goed zullen groeien.
Tomaten: sla, peterselie, prei, radijs, rammenas, spinazie, ui, wortels. Uien: aardbeien, bieten, bonenkruid, dille, kamille, komkommer, witlof, wortels. Wortels: aardbei, bieslook, bonen, dille, erwten, knoflook, kool, prei, radijs, rammenas, rozemarijn, salie, schorseneren, sla, snijbiet, tomaten, uien, witlof.
Tomaat - aardappel, erwt, venkel, diverse koolsoorten.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje. Zo ontwikkelt je tomatenplant langere, diepere wortels en daarmee een sterker wortelsysteem. Tomaten geef je dus veel water, maar alleen totdat deze beginnen te verkleuren. Geef dan matig water, anders barsten de vruchten!
Hoe vaak bemest je tomaten? Je kunt beter regelmatig een klein beetje mest geven dan heel veel in één keer. Bemest je tomatenplant eens per drie weken. Maar houd vooral de dosering op de verpakking aan.
Plant de plantui zodanig dat het topje net boven de grond uitkomt. De plantafstand in de rij is ca. 5 cm en tussen de rijen ca. 15 cm.
Paprika zaaien doe je naast Afrikaantjes, basilicum of bieslook. Pompoen doet het goed naast sla, radijsjes en zonnebloemen. Wortels staan graag naast uien. Sla kun je zaaien naast kool, prei, tomaat en dille.
Plant de uien op 10 à 15 cm van elkaar en houd 30 afstand tussen de rijen. Het loof moet door de aarde steken. Geef de uien water na het planten. Dat helpt om de grond goed te laten aansluiten rond de bol.
Welke teelten elkaar best niet opvolgen:
Erwt en boon niet laten opvolgen. Zaai geen bonen na knolselder of witloof. Zet geen wortel na aardappel.
Tomaten kunnen hard groeien en gedijen goed in een vruchtbare bodem. Meng daarom een of meerdere handen potgrond, compost, of verteerde stalmest door het plantgat en geef goed water bij het uitplanten.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Vergeelde blaadjes onderaan de plant kunnen wel weggesneden worden. Als, bij de sterker groeiende tomatenplanten, een paar bladeren op de grond hangen, kan je die wel verwijderen. II. Bloei tros 2 : De onderste 3-4 bladeren kunnen nu definitief weggesneden worden.
Gecomposteerde kippenmestkorrels is een goede basis voor de (moes)tuin en uw tomatenplanten. Het bevat stikstof, fosfaat, kali en allerlei spoorelementen. Zelf laten we ook gecomposteerde kippenmestkorrels als basisvoeding door de potgrond mengen van onze pottomatenplanten.
Water geven gebeurt het best 's ochtends en niet op de plant, maar aan de voet van de plant. Zorg bovendien voor voldoende waterafvoer en een kaliumrijke grond.
Tomaten houden van zon en warmte. Plant pas midden april in je serre, en wacht tot midden mei als je in de openlucht kweekt. Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter).
Toppen doe je door de stam te verwijderen boven de 2 eerste bladeren na de laatste tros. Tomatenplanten kunnen echt groeien als onkruid. Het verwijderen van bladeren heeft als voordeel dat de plant beter opdroogt na regen (buitenteelt), maar ook dat er meer licht en lucht aan de plant en zijn vruchten kan.
De wortelvlieg (die de wortels kan aantasten) verdrijft namelijk de uienvlieg (die graag uien aantast) en vice versa. Veel water hebben uien niet nodig maar op ons droge zandgrondje geven we de uien toch af en toe een gieter water.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Kies een zonnig plekje in de tuin. Winter uien zijn winterhard genoeg om in moeilijke weersomstandigheden te overleven, maar ze houden er toch van om in de zon te staan.