Door isoleren ontstaat temperatuurverschil tussen binnen en buiten. Dat betekent echter ook een kans op condensvorming. Als warme vochtige lucht afkoelt op zijn weg naar buiten, slaat deze neer als condensvocht op een koeler oppervlakte met alle risico's van dien zoals schimmelvorming en houtrot.
Hoe komt het dat er zich schimmel vormt in huis nét nadat je je woning geïsoleerd hebt? Dit komt helaas voornamelijk door slechte ventilatie. In een goed geïsoleerd gebouw kan de binnenlucht minder goed ontsnappen, waardoor deze meestal binnen blijft hangen.
Begint u met uw dakisolatie, daarna de spouwmuurisolatie en pas als laatste de vloerisolatie dan is de kans groot dat u vochtproblemen in huis krijgt. Vooral wanneer u een erg vochtige of zelfs natte kruipruimte heeft kunnen vochtproblemen ontstaan bij deze volgorde van isoleren.
Isolatiemateriaal kan niet schimmelen
Overal in de lucht bevinden zich sporen van schimmels. Deze sporen kunnen zich op isolatiemateriaal hechten en wanneer ze in contact komen met vocht, dan kan hierdoor schimmel op het isolatiemateriaal ontstaan. Vocht is overigens op alle fronten slecht voor uw isolatiemateriaal.
De nadelen van woning isolatie
Zo is niet elk huis geschikt om elk onderdeel te isoleren. Er kunnen veel problemen ontstaan wanneer je zonder na te denken gaat isoleren. Het grootste risico is dat er condensvorming optreedt en dat dit leidt tot schimmelvorming of houtrot.
U kunt in principe uw woning dus niet overisoleren, maar het gaat meer om het gebrek aan ventilatie om zo uzelf en uw woning alsnog van verse lucht te voorzien. Dit kan door het openzetten van meerdere ramen, of installatie van een mechanisch ventilatiesysteem.
Bij oudere woningen ontbreekt vaak isolatie van de muren. Als er spouwmuren aanwezig zijn, kun je deze in veel gevallen met spouwmuurisolatie na isoleren. Hierdoor lekt er minder warmte weg door de muren en wordt het klimaat in huis beter beheersbaar.
Zolang je ervoor zorgt dat glaswol goed droogt, verlies je geen isolatiewaarde. Als het vochtig blijft kan het wel isolatiewaarde verliezen. Ook is er bij langdurige vochtigheid de kans dat er schimmelvorming ontstaat.
Bij binnenmuren die grenzen aan de binnenomgeving is het thermische effect verwaarloosbaar. De temperatuurverschillen tussen de ruimtes aan beide zijden zijn namelijk te klein. Op vlak van geluidsisolatie: binnenmuurisolatie biedt wel altijd een grote meerwaarde om buiten- en binnengeluiden tegen te houden.
Dankzij de vochtbestendigheid van PIR platen, hebben schimmels geen schijn van kans. Ook blijft het materiaal heel lang zijn werk doen, omdat water het niet kan aantasten. De isolatiewaarde blijft daarom ook zeer lang behouden.
Te veel isoleren kan niet.
Wie 'isolatie' zegt, zegt ook 'ventilatie'. Hoe sterker een gebouw wordt geïsoleerd, hoe krachtiger de ventilatie moet zijn.
Door isoleren ontstaat temperatuurverschil tussen binnen en buiten.Dat betekent echter ook een kans op condensvorming. Als warme vochtige lucht afkoelt op zijn weg naar buiten, slaat deze neer als condensvocht op een koeler oppervlakte met alle risico's van dien zoals schimmelvorming en houtrot.
Dit zijn de 7 typische tekenen die wijzen op vocht in huis:
Je muren zijn vochtig of vertonen natte plekken. Je ramen zijn voortdurend beslagen. Het behang komt los of verf brokkelt af. Er verschijnen schimmels op de muren.
Door het huis gelijkmatig te verwarmen, wordt de lucht droger. Volgens GGD Leefomgeving is het raadzaam om de verwarming overdag minstens op 18 graden en 's nachts op 15 graden te zetten.
Isoleren met een vochtige muur
Alle deskundigen zijn het erover eens dat je een muur niet moet isoleren zolang hij vochtig is. De muur moet van tevoren worden schoongemaakt. Isolatie zou totaal geen effect hebben en zou de vochtproblemen kunnen vergroten.
Vocht en schimmels zijn niet per se de oorzaak van gezondheidsklachten, maar kunnen astma en andere luchtwegklachten wel verergeren. Door een vochtige woning kunt u last krijgen van keelpijn, niezen en hoes- ten, verstopte neus, piepende adem- haling en benauwdheid.
Gevels in slechte staat en met voegwerk van slechte kwaliteit, zoals verweerde gevelstenen, grote barsten of ontbrekende voegen, zijn niet geschikt voor spouwmuurisolatie. Een slechte gevel houdt het regenwater onvoldoende tegen.
Bestaande woningen hebben meestal een spouw die kan opgevuld worden. Wanneer dat niet zo is, kan je je gevel isoleren. Om in aanmerking te komen voor de premie van spouwmuurisolatie moet de isolatiedikte minimum 5 cm zijn. Spouwen die smaller zijn dan die 5 cm kunnen opgevuld worden met glaswolvlokken of EPS-parels.
Een nadeel aan glaswol isolatie is het feit dat het minerale vezels bevat die schade kunnen toebrengen aan je gezondheid bij aanraking of inademing. Ook heeft glaswol in verhouding tot natuurlijke materialen een geringe warmteopslagcapaciteit. Glaswol wordt toegepast op daken, (spouw)muren en ter isolatie van vloeren.
Helpt isoleren tegen schimmel? Isolatiemateriaal lost een vochtprobleem niet op. Dit komt omdat er meer vocht in de muur zit dan kan worden afgevoerd. Door de isolatie wordt meer warmte vastgehouden, maar na verloop van tijd raakt door condensatie de isolatie gevuld met vocht.
Zodra de daken dan van binnenuit worden geïsoleerd, kan het houtwerk gaan rotten. Er ontstaat lekkage en soms moet zelfs groot gedeelte van het dak worden vervangen.
Voor zowel muren, vloeren als daken geldt een minimum dikte van 15 centimeter isolatiemateriaal.
Een nadeel is dat ze vaak slecht tot niet geïsoleerd zijn. Rond 1975 werd pas gestart met isoleren tijdens de bouw. De vloeren van jaren 30 woningen zijn meestal van hout en het dak en de spouwmuren zijn niet geïsoleerd. Je komt ook nog regelmatig enkelglas of glas in lood tegen.
Is 10 cm isolatie genoeg? Dat hangt af van welk isolatiemateriaal je gebruikt. Elk materiaal heeft een andere lambda-waarde die aangeeft hoe goed/slecht een bepaald materiaal de warmte geleidt. Hoe lager de lambda-waarde, hoe beter het materiaal isoleert.