Door de harde wind tijdens een storm kan het vliegverkeer ontregeld raken. Vliegtuigen moeten meer afstand van elkaar houden, waardoor een deel van de vluchten uitvallen of niet meer volgens schema kunnen vliegen. Daarnaast is het lastig opstijgen en landen met zijwind, waardoor bij een storm landingsbanen dicht gaan.
Storm en zijwind
De meeste vliegtuigtypes kunnen wel landen of opstijgen met een beetje zijwind. Maar zodra de zijwind boven de baan hard is - door bijvoorbeeld een windvlaag of plotseling draaiende, toenemende wind - dan moet Luchtverkeersleiding Nederland een baan gebruiken die gunstiger in de wind ligt.
Bij een annulering of instapweigering mag u kiezen voor een andere vlucht of een terugbetaling van het ticket. U mag gebruikmaken van een andere vlucht bij de eerste vlucht waar plaats is. Bij een andere vlucht naar een andere luchthaven heeft u ook recht op transfer naar de oorspronkelijke luchthaven.
Vliegtuigen hebben in weinig last van de wind als ze eenmaal in de lucht zitten. Het grote probleem doet zich voor als vliegtuigen moeten opstijgen en landen. Hier speelt vooral de windrichting een rol. Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen.
Omwille van veiligheidsredenen stijgen en landen vliegtuigen tegen de wind in. Zo wordt de snelheid tot een minimum herleid bij de landing, en helpt het de vliegtuigen lift te genereren bij het opstijgen. Daarbovenop moet zijwind beperkt blijven om te voorkomen dat vliegtuigen van hun traject afwijken.
Hoewel beide fasen van een vlucht hun eigen unieke uitdagingen en risico's hebben, wijzen statistieken erop dat landen als gevaarlijker wordt beschouwd dan opstijgen. Dit neemt niet weg dat de luchtvaartindustrie als geheel tot de veiligste vervoerswijzen behoort.
Wind mee. Stormen kunnen voor reizigers vliegen heel oncomfortabel maken, maar is in zelden gevallen fataal en kan er zelfs voor zorgen dat je vakantie eerder begint. Want sterke wind kan natuurlijk ook betekenen dat je wind mee hebt en daardoor sneller op je bestemming bent.
'Maar bij windkracht-7 houdt het wel op. Vaak wordt gedacht dat het behoorlijk moet waaien om te kunnen vliegeren. Maar windkracht-0 volstaat al.
De vraag "Hoe veilig is vliegen?" kan daarom als volgt worden beantwoord: Reizen per bus en trein is het veiligst, op de voet gevolgd door reizen per vliegtuig. Het is een feit: statistisch gezien is de kans op een ongeval in een vliegtuig ongeveer 1 op 188.364 (2019) en is dus veel kleiner dan in een auto.
Wij stelden de vraag aan de International Air Transport Association (IATA) en het antwoord is zeer geruststellend. De kans om tijdens een vlucht besmet te geraken is niet groter dan in andere vergelijkbare situaties waar verschillende mensen een tijd lang in een besloten ruimte doorbrengen.
Jazeker. Sowieso mag een luchtvaartmaatschappij je vlucht altijd annuleren of je vluchttijd wijzigen, mits ze je dit twee weken van tevoren laten weten. Als de vlucht niet gaat, mag je kiezen. Een andere vlucht of je geld terug.
De luchtvaartmaatschappij moet je bij een annulering de keuze bieden uit: Het ticket terugbetalen binnen 7 dagen en indien van toepassing, een gratis vlucht naar het beginpunt van je reis. Óf een eerstvolgende, vergelijkbare vlucht naar je eindbestemming. Óf een vergelijkbare vlucht, op een dag die je zelf kiest.
U heeft recht op verzorging als de luchtvaartmaatschappij verwacht dat de vertraging op gaat lopen tot: Twee uur of meer bij vluchten van 1500 km of minder. Drie uur of meer bij alle vluchten binnen de EU van meer dan 1500 km en voor alle andere vluchten tussen 1500 en 3500 km. Vier uur of meer bij alle andere vluchten.
Vliegtuigen kunnen de bliksem goed aan. "Zolang er geen contact is met de aarde, is er weinig aan de hand", zegt Hölzel. "Daarom kunnen vogels ook op een hoogspanningskabel zitten." "In de recente luchtvaartgeschiedenis zijn er nooit ongelukken door gebeurd", vult Melkert aan.
Onder geen beding zullen zij een landing inzetten die niet veilig is! Wanneer een crosswind hoger is dan windkracht 5 (maximaal 20 knopen), worden de vliegtuigen naar een andere baan gestuurd met minder crosswinds. Is de wind te sterk? Dan worden de toestellen zelfs aan de grond gehouden om de veiligheid te waarborgen.
Veiligheid. Er kan veel mis gaan in de lucht: de motor van het vliegtuig kan stuk gaan, het vliegtuig kan per ongeluk in een botsing komen, de landing kan misgaan… Maar gelukkig gaat vliegen heel vaak goed en is het eigenlijk super veilig. In 2018 waren er 160 vliegtuigongelukken.
“Passagiers op de stoelen achter de vleugels van het vliegtuig, hebben een overlevingskans van 69 procent. Als je in het midden gaat zitten, verlaagt die overlevingskans naar 56 procent. En zit je vooraan? Dan heb je maar 49 procent kans om een crash te overleven.”
De veiligste plek om te zitten
Uit die analyse blijkt dat mensen die achterin het vliegtuig zitten de kleinste kans hebben dodelijk gewond te raken bij een crash. Daarna komt het gedeelte voorin en als laatste het middelste gedeelte van het vliegtuig. Hier zit je ook het dichtst bij de motoren.
Met regen kan je wel gaan vliegeren maar als de vlieger uiteindelijk te nat wordt kan hij niet meer vliegen.
Bovendien mag een vlieger nergens hoger worden opgelaten dan 100 meter en in het geheel niet in laagvlieggebieden en binnen een straal van drie kilometer rond een niet gecontroleerd luchtvaartterrein en een straal van vijf kilometer rond een gecontroleerd luchtvaartterrein (Regeling kabelvliegers en kleine ballons).
Hoewel zelfs zware turbulentie op zich een vliegtuig niet kan doen neerstorten, kan ze bestaande noodsituaties zeker versterken.
Extreme turbulentie is het allerergst. In dat geval kan een vliegtuig in een paar seconden dertig meter zakken, waarbij passagiers die hun gordel niet om hebben het zeer waarschijnlijk niet eens overleven, en dood door de cabine heenvliegen.
Deze soort turbulentie is vrij makkelijk te voorspellen. Piloten bestuderen voorafgaand aan een vlucht de weersvoorspellingen en weten dus vaak wel waar en wanneer ze turbulentie kunnen verwachten. Tijdens de vlucht hebben ze ook nog eens contact met de luchtverkeersleiding en collega's in andere vliegtuigen.