Bij beitsen wordt een roestvast staaloppervlak bewerkt met een zogenaamd beitsmiddel. Dit bestaat uit salpeterzuur en waterstoffluoride. Het effect ervan is dat carbides en ijzerdeeltjes als het ware 'weggegeten' worden.
Beitsen is het behandelen van metalen met een agressief middel waarbij het metaaloppervlak wordt aangetast met het doel dit te reinigen. Bij etsen is er sprake van een langere blootstelling aan het middel, vindt een diepere inwerking plaats en wordt meer materiaal weggenomen.
Het principe van RVS beitsen en passiveren
Bij het beitsen van RVS wordt het roestvaststaal behandeld met een beitsmiddel, bestaande uit o.a. waterstoffluoride en salpeterzuur. Hierdoor worden alle carbides en ijzerdelen als het ware "opgegeten".
Beitsen en passiveren verwijdert lasverkleuring, gloeihuid, vreemd ijzer, herstelt de corrosiebestendigheid en brengt deze weer volledig terug naar het oorspronkelijke niveau van het basismateriaal.
Passiveren is een oppervlaktebehandeling bij metalen waarbij het materiaal behandeld wordt met een zuur (salpeterzuur) en het vervolgens onder hoge druk wordt gereinigd. Doel is het natuurlijke oxidelaagje (weer) te laten ontstaan op het schone, wat fijnruwe oppervlak.
De reden dat je roestvaststaal na het lassen moet beitsen komt doordat er corrosie kan ontstaan bij het oppervlak waar gelast is. Zoals eerder is vermeld, wordt er gewerkt met zeer hoge temperaturen tijdens het lassen. Door de hitte wordt de beschermende laag van het roestvast staal vernietigd.
Blauw of wit verzinken is een oppervlaktebehandeling waarbij zink elektrolytisch wordt aangebracht op het oppervlak om het product te verfraaien (decoratieve deklaag) en een zekere corrosiebestendigheid te geven. Door na het verzinken de zinklaag te passiveren wordt het oppervlak minder snel vatbaar voor oxidatie.
Roestvaststaal wordt meestal gelast met smeltlassen onder de bescherming van gas. De processen zijn dan TIG en MIG/MAG. Roestvaststaal wordt overwegend gelast met gelijkstroom. De volgende zaken dient de lasser bij het lassen van roestvaststaal goed in acht te nemen.
In blank, blauw, geel en zwart
Passiveren is een procedé waarbij we elektrolytisch verzinkt staal voorzien van een specifieke beschermlaag (blank/blauw, geel of zwart passiveren).
Verschillen tussen RVS 304 en 316
Het grote verschil tussen 304 en 316 materiaal zit in de samenstelling. RVS 316 bevat namelijk 2% molybdeen waardoor het materiaal beter bestand is tegen spleet- en spanningscorrosie en putcorrosie. Het molybdeen in de legering maakt 316 ongevoeliger tegen chloriden.
Hoe polijst ik krassen op rvs? Afhankelijk van de diepte van de krassen kun je ze het beste eerst wegschuren met schuurvellen of schuurschijven. Doe dit minimaal tot korrel 400 of fijner. Vervolgens kun je gaan polijsten met een rvs polijstset, om daarmee het rvs naar een hoogglans resultaat te brengen.
GEEL PASSIVEREN
Bij een gele passivering (dickschicht) wordt er een dikkere laag op de zinklaag aangebracht dan bij blauw passiveren. Deze passivering bevat geen chroom VI en heeft een betere corrosiewerendheid.
Passiveren is een oppervlaktebewerkingstechniek, die meestal volgt na het beitsen en spoelen, waarbij het oppervlak van een voorwerp wordt voorzien van een passieve deklaag. Het resultaat van het passiveerproces is meestal een zilvergrijs oppervlak.
Een beits kan vanwege het feit dat dit product geen roestwerende eigenschappen heeft niet rechtstreeks op metaal worden toegepast. Breng eerst twee lagen Flexa Grondverf voor Metaal aan. Vervolgens afwerken met twee lagen Meesterbeits Deur & Kozijn Dekkend in de gewenste kleur.
Het voordeel van beits ten opzichte van verf en vernis, is dat het wel beschermt tegen licht en vocht, maar tegelijk het hout nog laat ademen (en dus vocht laat verdampen). Verf- of vernislagen kunnen uiteindelijk barstjes of blazen gaan vertonen.
Beits dringt slechts deels tot in het hout. Het verzorgt en beschermt het hout en heeft een vochtregulerende werking. Lak vormt een duurzame beschermlaag op het hout. Het dringt minder door tot in het hout en is minder vochtregulerend.
Wanneer in de metaalindustrie gesproken wordt over galvaniseren of galvanisatie, wordt meestal gedoeld op het aanbrengen van een dun laagje zink op metaal met behulp van elektrische spanning. Dit proces wordt daarom ook wel elektrolytisch verzinken genoemd.
Een van de grootste verschillen tussen elektrolytisch en thermisch verzinken is de opgebrachte laagdikte na verzinken. Tijdens het thermische proces ontstaat er een legering van zink en staal. Deze laag is dikker dan de deklaag bij elektrolytisch verzinken.
Het gaat prima maar dan wel met een speciale overgangselectrode. Hou er wel rekening mee dat normaal rvs 316L minder sterk is dan veel soorten staal. Daarom lieer wat dikker rvs gebruiken aangezien het hier gaat om een flink belast onderdeel. En zorg dat je rvs 316L ( 1.4404) gebruikt , anders krijg je toch nog roest.
Roestvast staal is niet moeilijker te solderen dan koolstofstaal. Chroom in roestvast staal levert de beschermende oxidehuid en deze laag hecht zich zeer goed aan de ondergrond. Het is belangrijk dat deze op de te solderen plaatsen grondig wordt verwijderd.
Voor het lassen van zwart-wit verbindingen (b.v. staal aan (rvs) roestvast staal) worden doorgaans hoger gelegeerde lasdraden toegepast dan het hoogst gelegeerde deel dat gelast moet worden. De meest voorkomende typen zijn: 307Si, 309LSi, 309LMo en 312.
Verzinken is noodzakelijk om te voorkomen dat uw kostbare materialen worden aangetast en gaan roesten. Het thermisch verzinken voorkomt dat ijzer in aanraking komt met zuurstof, zouten en vocht. Reeds in 1742 werd ontdekt dat dit mogelijk was door stalen onderdelen onder te dompelen in gesmolten zink.
Na het fabricageproces is het oppervlak van aluminium veelal vervuild met vet, olie, atmosferische vervuilingen en mogelijk initiële corrosie (aluminium oxides). Om dit te verwijderen is ontvetten en beitsen noodzakelijk.
In tegenstelling tot beitsen veroorzaakt elektrolytisch reinigen geen verruwing van het staaloppervlak, maar maakt het eerder gladder. Er wordt een 12V gelijkstroombron, die verschillende stroomsterktes kan leveren, zodanig verbonden met het roestvast staal dat het staal de anode wordt.