Voordat je de weg op gaat, is het essentieel om de weersomstandigheden te controleren. Let op vrieskou en verwachte sneeuwval. Wees vooral voorzichtig bij regen rond het vriespunt, want dit kan leiden tot verraderlijke ijsvorming.Onder dergelijke omstandigheden is het niet verstandig om op je scooter te rijden.
Wees extra alert op sneeuw, maar ook op regen als de temperatuur net boven het vriespunt is. Soms vriest het dan wel aan de grond, waardoor het regenwater verandert in een verraderlijk ijslaagje. Sneeuw en ijs zijn een absolute no-go, het is onder deze omstandigheden niet verantwoord om op je scooter te rijden.
Water kan de elektronica van de scooter beschadigen en de prestaties verminderen. Het is het beste om de scooter droog te houden en te vermijden om in zware regen te rijden.
Te lang stilstaan is niet goed voor je scooter. Een accu kan bij stilstand na verloop van tijd beschadigd raken en niet meer goed opladen. Gebruik daarom een druppellader om je accu in conditie te houden.
Wees extra alert op sneeuw, maar ook op regen als de temperatuur net boven het vriespunt is. Soms vriest het dan wel aan de grond, waardoor het regenwater verandert in een verraderlijk ijslaagje. Sneeuw en ijs zijn een absolute no-go, het is onder deze omstandigheden niet verantwoord om op je scooter te rijden.
Afhankelijk van de temperatuur moet u uw crossmotor 1-3 minuten stationair laten draaien. Geef na deze tijd een beetje gas, als de motor nog niet goed aanpakt is deze nog niet warm. Na enkele minuutjes warmdraaien mag je het circuit op met uw machine.
Warm rijden zorgt ervoor dat de scooter zo min mogelijk beschadigt bij een koude start (starten met een koude motor). Dit betekent dat de scooterrit rustig moet beginnen. Zodra de scooter goed is opgewarmd, is het minder schadelijk voor de scooter om flink gas te geven.
Voor scooters zijn speciale handvatverwarmers verkrijgbaar. Deze verwarmen de binnenzijde van je handpalmen waardoor je vingers niet zo verkrampen door de kou. Houdt bij dit soort verwarming er rekening mee dat de bovenzijde van je handen wel koud blijft. Een andere optie is om handmoffen aan het stuur te bevestigen.
Zet je rechtervoet op het kickstartpedaal en trap met je rechtervoet het kickstart pedaal een aantal maal naar beneden, waarbij je voet contact houdt met het pedaal. Doe dit in een vloeiende, snelle en krachtige beweging. Geef tijdens het kicken af en toe een heel klein beetje gas bij.
Soms is de oplossing makkelijker dan je denkt, bij veel scooters moet je de (linker) rem inknijpen als je hem wilt starten.Knijp de rem in en probeer het nog een keer. Er zijn veel scooters die niet starten als de standaard uitstaat. Klap de standaard volledig in en probeer hem nog een keer te starten.
Als een bromfiets of scooter niet start, is het meest voor de hand liggend dat: De accu leeg of defect is. De accu nog goed is, maar dat het aan de startmotor of aan de startschakelaar ligt.
Ook als de temperatuur nog boven 0 graden is. Er bestaan winterbanden voor motoren, maar die zullen door maar weinig motorrijders worden gebruikt. Ons belangrijkste advies bij een koud of glad wegdek is simpelweg rustig optrekken en remmen, niet te hard remmen en voldoende afstand houden.
Start je scooter en laat die 1 minuut draaien voordat je wegrijdt. De eerste 10 minuten rustig rijden, gas geven en remmen. Alles wordt warm en de motor komt op temperatuur. Na 10 minuten rijden en remmen mag je de scooter meer belasten.
Theorie-examen doen voor het bromfietsrijbewijs (rijbewijs AM) kan vanaf 15,5 jaar.Rijlessen volgen en praktijkexamen doen kan vanaf 16 jaar.
Met een bromfiets mag je niet harder dan 45, 30 of 40 km per uur (alleen op de rijbaan of op het fietspad binnen of buiten de bebouwde kom).
Technische eisen aan bromfiets
de maximum constructiesnelheid is 45 kilometer per uur; het maximale motorvermogen is 4 kW; de brommer, scooter of speedpedelec heeft een geel bromfietskenteken; het voertuig moet verzekerd zijn volgens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Een warmloper bij een scooter wordt meestal veroorzaakt door onvoldoende koeling, een slechte mengverhouding van brandstof en lucht, of overmatig stationair draaien. Om dit te voorkomen, moet je zorgen voor voldoende koeling, regelmatig onderhoud uitvoeren en de carburateur goed afstellen.
Wanneer je een nieuwe scooter hebt aangeschaft, raden wij je aan de eerste 500 kilometer rustig aan te doen met je scooter. De motordelen moeten rustig op elkaar inslijten. Op nieuwe banden zit een beschermlaagje, wat ervoor zorgt dat de banden in goede conditie blijven, ook gaat het uitdroging van de banden tegen.
Om te voorkomen dat jouw scooter of brommer oververhit raakt en daardoor niet meer kan rijden, wordt de cilinder gekoeld. De cilinder van iedere scooter wordt gekoeld met behulp van een speciaal koelsysteem.
Zonder het gas aan te raken of veel gas te geven, geef je de motor een goede kick om hem op te starten. Laat de choke 30 seconden na het starten aanstaan.Gedurende deze tijd mag je de gashendel NIET aanraken, laat de motor vanzelf opwarmen.
Op uw brommer of scooter moet goede verlichting en reflectoren zitten.Als u in het donker rijdt, moeten het voorlicht en het achterlicht op uw brommer of scooter aan zijn. Dit geldt ook bij slecht zicht.
Er geldt een milieuzone voor brom- en snorfietsen (zie kaart). Het gaat om 2-takt en 4-takt brom- en snorfietsen met een Datum Eerste Toelating (DET) van vóór 1 januari 2011. Brommers, scooters of snorfietsen met een DET van 2010 of ouder mogen niet meer binnen de bebouwde kom rijden. De DET staat op uw kentekenbewijs.
Iedereen die een sneeuwscooter bestuurt, moet minimaal 18 jaar oud zijn en een geldig rijbewijs hebben. Houd er rekening mee dat kinderen tot een bepaalde leeftijd (ca. 10 tot 12 jaar, afhankelijk van de tocht) niet op de sneeuwscooter zelf zitten, maar in een slee die wordt voortgetrokken door een sneeuwscooter.