Bij vliegtuigen zie je meestal wel knipperende lichtjes of een condensspoor, dat is bij satellieten niet zo. Ze zien er vaak uit als een ster die langs de andere sterren trekt. Ze gaan inderdaad een stuk langzamer dan meteoren en zijn ook over het algemeen over grotere afstand te volgen.
Een satelliet is vrij makkelijk te herkennen. Kijk je omhoog en zie je een lichtpunt dat redelijk snel tussen de sterren beweegt? Dat is een satelliet. Hoe groter de satelliet en hoe beter de reflectieve eigenschappen, hoe helderder hij is.
Een satelliet kan alleen geostationair zijn op een hoogte van ruim 42 000 km boven het middelpunt van de aarde en bijna 36 000 km boven het aardoppervlak. Dat geeft vertraging bij telecommunicatie via een satelliet.
Je kunt inderdaad heel vaak satellieten zien aan de sterrenhemel. Vrijwel continu is er een satelliet te vinden, een beetje afhankelijk van hoe donker de plaats op Aarde is waar je staat. Het is dus zeker geen zeldzaamheid. De satellieten zijn te zien doordat ze het zonlicht weerkaatsen.
Het zonlicht verlicht zo'n satelliet waardoor ze als kleine bewegende sterretjes door de hemel bewegen. Ze zijn lichtzwak waardoor ze niet echt goed opvallen tot je ze in het oog krijgt, er zijn geen knipperlichtjes bij te zien en ze bewegen redelijk snel met constante snelheid.
De makkelijkst zichtbare kunstmanen 'knipperen'. Zulke satellieten heeft iedereen wel eens gezien. Het flitsende licht wordt veroorzaakt doordat de kunstmaan om zijn as tuimelt. Het zonlicht wordt daardoor steeds gereflecteerd naar een ander punt op aarde.
Kortom: De kans is vrij klein dat satellieten met elkaar botsen. Ruimtepuin vormt een grotere bedreiging, maar dit wordt goed gemonitord en ruimtevaart-bedrijven doen hun best om zo min mogelijk afval te creëren.
De Metop satellieten draaien in een baan over de polen op ongeveer 800 kilometer hoogte, en kunnen op die manier elke plek op aarde in één dag zien. Aan boord zitten verschillende instrumenten die onder andere informatie geven over temperatuur, luchtvochtigheid, wind, ozon, stofdeeltjes en luchtvervuilingsgassen.
Zo hebben we de oude satellieten, maar ook brokstukken, uitgebrande trappen van raketten, en noem maar op. Dit alles is waar te nemen aan de nachtelijke hemel. Een satelliet straalt zelf geen licht uit, maar weerkaatst slechts het zonlicht.
Satellieten zijn op een heldere nacht vaak te zien als een bewegend “sterretje”, een puntje met de helderheid van een ster. Ze bewegen langzaam (veel langzamer dan meteoren) en zijn vaak minutenlang te volgen.
Omdat Nederland geen eigen satellieten heeft, is het onmogelijk gebruik te maken van satellieten van andere landen. Die landen willen namelijk graag iets terug voor hun geleverde diensten, en zonder eigen satellieten kan Nederland niets teruggeven.
“Op 800 kilometer kan de natuurlijke levensduur een paar honderd jaar zijn, op 400 kilometer hoogte een enkel jaar en op 300 kilometer een paar maanden.” Nu er steeds meer satellieten de ruimte in gaan, neemt het aantal ruimteafval ook in rap tempo toe.
Om in zijn baan te blijven moet een satelliet zich met een zeer hoge snelheid voortbewegen, waarbij de snelheid afhangt van de hoogte. Normaal gesproken is voor een cirkelvormige baan op een hoogte van 300 km boven het aardoppervlak een snelheid nodig van 7,8 km/s (28.000 km/h).
Dat is simpel. Als je een lichtpuntje ziet dat met een redelijk vaartje tussen de sterren beweegt, dan is het een satelliet. Hij geeft zelf geen licht maar weerkaatst licht van de zon (die van jou uit gezien onder de horizon staat).
Onze aarde heeft een straal van afgerond 6.400 km. De afstand van de satellieten tot het midden van de aarde is dus 26.600 km. Door die grote afstand raakt het bolvormig signaal de aarde over een hoek van ongeveer 150 graden, iets minder dan de helft.
Eigenlijk zijn alle satellieten verschillend van elkaar, maar er zijn ook overeenkomsten: Satellieten zijn ongeveer net zo groot als een stadsbus. Satellieten hebben grote zonnepanelen. Die gebruiken ze om stroom op te wekken.
Met het blote oog zijn honderden satellieten waarneembaar (maar niet tegelijkertijd, hoewel de Starlink-satellieten een paar weken geleden met tientallen tegelijk voorbij kwamen). Met een verrekijker zijn duizenden satellieten te zien.
Starlink-satellieten zijn heel spectaculair om te zien – ze zien eruit als een treintje van heldere vlekken aan de nachtelijke hemel. Je kunt ze gemakkelijk met het blote oog zien als je weet waar en wanneer je moet kijken.
Astronomische satellieten, zoals de Hubble-ruimtetelescoop, worden gebruikt voor het observeren van het universum en het opnemen van gegevens in de ruimte. Er zijn ook satellieten die metingen verrichten en de aarde observeren.
Je hebt satellieten die in een geostationaire baan zitten. Die staan ten opzichte van het oppervlakte stil. Als een balon tegen het plafond hangt zeggen we ook dat hij stil hangt. We zeggen niet dat het met een snelheid van X met de aarde meedraait om zijn positie te bewaren.
Een satelliet kan lang achtereen in dezelfde baan blijven dankzij het evenwicht tussen de aantrekkingskracht van de aarde en de centrifugale kracht. Omdat de omloopbaan buiten de atmosfeer ligt, is er geen luchtweerstand.
Van de 104 satellieten die in één keer de lucht ingingen, waren er bijvoorbeeld meer dan 90 gemaakt door enkele bedrijven uit de Verenigde Staten en drie door het Nederlandse bedrijf ISIS.
Volgens cijfers van Europese ruimtevaartorganisatie ESA is er sinds 1957 zo'n 7,5 miljoen kilo materiaal de ruimte in geslingerd, in ruim vijfduizend lanceringen. Er zijn 7500 satellieten in een baan om de aarde geplaatst. Daarvan zijn er op het moment nog 4300 in de ruimte.
In een rapport van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA uit oktober 2022 is te lezen dat sinds het begin van het ruimtevaarttijdperk er ongeveer 6.340 geslaagde raketlanceringen zijn uitgevoerd. Daarmee zijn 14.710 satellieten in een baan om de aarde gebracht, waarvan er 9.780 nog steeds rond de aarde draaien.
Het schat dat al meer dan 23.000 objecten, groter dan 10 centimeter, werden gelanceerd. 7500 daarvan draaien nog steeds rond in de ruimte. Amper 6% is operationeel. De helft van alle objecten bestaat uit niet langer werkende satellieten, trappen van raketten of andere grote objecten.