Uit onderzoek blijkt dat hoe eerder men voor een operatie stopt met roken, hoe beter het resultaat is. Als u rookt, adviseren wij u om minimaal 8 weken te stoppen met roken: tenminste 4 weken vóór de operatie tot minstens 4 weken ná de operatie. Zelf stoppen met roken kan lastig zijn.
Tijdens de nachtrust duurt dit proces langer. Daarom zou het advies voor de rookvrije periode voor de anesthesie minstens 12 uur moeten bedragen. Na 48 uur stoppen met roken is het koolmonoxide- gehalte gedaald tot het niveau van een niet-roker.
Door ruim voor de operatie te stoppen met roken neemt het risico op complicaties tijdens beademing af. Roken verhoogt de aanmaak van maagzuur waardoor voeding minder goed en snel wordt verteerd. Dit verhoogt de kans op aspiratie, het 'inademen' van maaginhoud tijdens de operatie.
Het is verstandig om vóór de operatie niet te roken. De ademhalingswegen van rokers zijn vaak geïrriteerd en daardoor gevoeliger voor ontsteking. Dat is slecht voor uw organen en de wondgenezing. Bovendien kan hoesten na de operatie erg pijnlijk zijn.
De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Bij operaties van 2 uur of langer krijgt u altijd een katheter, omdat iemand onder narcose of een ruggenprik niet kan plassen. Een katheter voorkomt dan dat de blaas te vol wordt. We plaatsen de katheter pas nadat u onder narcose bent of een ruggenprik hebt gekregen.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Als je wiet gebruikt en het anesthesie-team is daar niet van op de hoogte (die controleren je 'narcose' en algemene toestand tijdens de operatie), zouden er zich onverwachte complicaties kunnen voordoen.
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
Het herstel wordt hierdoor vertraagd en dat kan weer leiden tot een langer verblijf in het ziekenhuis. Uit de studie blijkt dat van de patiënten die vóór en na de operatie kauwgom kauwden, een kwart (27 procent) last had van verminderde darmwerking.
Door roken: • maakt het lichaam minder weefsel aan om een wond of gebroken bot te repareren; • vertraagt de ingroei van nieuwe bloedvaten: de beschadigde bloedvaten in het lichaam worden minder snel vervangen door nieuwe bloedvaten; • ontstaat er botontkalking (osteoporose); de botten worden dan minder sterk.
Het totale aantal aan roken toe te schrijven opnamen werd geschat op 89.800 opnamen, waarvan 66 plaatsvond onder de mannen en 34 onder de vrouwen. Daarmee zou naar schatting 7,5 van alle klinische ziekenhuisopnamen in deze leeftijdsgroep toe te schrijven zijn aan roken.
Het is namelijk heel belangrijk dat u nuchter bent voor de operatie omdat narcose normale reflexen, zoals hoesten en slikken, onderdrukt. Ook uw spieren verslappen. Voedsel dat in de maag zit kan daardoor teruglopen in de keelholte en vervolgens in de longen komen.
Uw maag moet leeg zijn wanneer u onder verdoving, narcose gaat. De narcose voor de operatie verdooft ook uw maag, waardoor deze stopt met werken. Een maag zonder knijpkracht, in combinatie met het horizontaal liggen op de operatietafel, vormen een risico voor het teruglopen van zure maaginhoud richting slokdarm.
De anesthesioloog gebruikt hiervoor een combinatie van medicijnen, zoals slaapmiddelen, pijnstillers en soms ook spierverslappers. Deze schakelen tijdelijk het bewustzijn, de pijngevoeligheid en de spierkracht in het hele lichaam uit. De medicijnen worden toegediend via een infuus of een mondkapje.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
Net voordat u onder narcose gaat, krijgt u een kapje met zuurstof voorgehouden. Dit ruikt een beetje naar plastic.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
Tijdens een narcose vallen de hoest- en slikreflex weg, waardoor het gevaar bestaat dat maaginhoud in de longen komt, wat ernstige complicaties kan veroorzaken. Het is niet wenselijk dat u tijdens en na de operatie moet braken.
Waarom is het zo koud op de OK? Bacteriën houden niet van lage temperaturen. Daarom is de temperatuur op de OK ongeveer 17 graden. Dat kan best koud zijn als u stil op de operatiekamer ligt.
Niet iedereen is misselijk na een verdoving of ingreep. Het is wel een frequent probleem. Volgens sommige bronnen voelt 1 op 3 patiënten zich na een ingreep onder verdoving misselijk.