In het vijfde jaar middelbaar is een B-attest en dus een heroriëntering naar een andere richting niet meer mogelijk voor leerlingen die niet slagen voor een vak. In uitzonderlijke gevallen kan de klassenraad beslissen om een herexamen te organiseren, maar al jaren zijn de scholen de herexamens aan het afbouwen.
De school moet schriftelijk motiveren waarom u een B-attest krijgt. Wilt u toch het leerjaar overdoen, dan moet de delibererende klassenraad hiermee akkoord gaan. Kreeg u een B-attest met uitgebreide clausulering dan mag u altijd overzitten als u dat wil.
Een B-attest betekent dat je geslaagd bent, maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten haalde. De klassenraad beslist dat je uitgesloten wordt van 1 of meer studierichtingen/basisopties. De school moet schriftelijk motiveren waarom je een B-attest krijgt.
B-attest. De jongere krijgt een B-attest als hij geslaagd is maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten behaalde. De klassenraad beslist voor welke studierichtingen/basisopties de jonger wordt uitgesloten.
Wat kan ik doen tegen mijn B-attest? Wanneer je als leerling een B-attest krijgt, mag je wel overgaan naar een volgend jaar, maar kan dit niet voor één of meer richtingen.
Je kreeg een B- of C-attest en je twijfelt of dat wel terecht is. Dat kan. Je hoeft dan niet bij de pakken te blijven zitten: in je schoolreglement staat wat je kan doen. We maken je hier alvast wegwijs in het ABC van de attesten, de delibererende klassenraad en hoe je het kan aanpakken.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Je kunt starten in het 2de leerjaar van de 2de graad (4 BSO) als je ofwel: geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 2de graad (3 ASO, TSO, KSO, BSO). Je beschikt dus over een oriënteringsattest A of B. Ingeval van een B-attest word je niet toegelaten tot bepaalde studierichtingen.
Bij de Examencommissie heb je recht op drie examenkansen per jaar. Na een buis op je eerste examen kan je dus gewoon een herexamen maken. Als het nodig is, heb je zelfs nog recht op een tweede herexamen. Aan het begin van een nieuw jaar, op 1 januari, krijg je sowieso drie nieuwe examenkansen.
Ja, een middelbare school mag uw kind soms weigeren. Bijvoorbeeld omdat de school vol is. U kunt bezwaar maken als een school uw kind weigert.
De A-vakken maken de kern uit van je studierichting. Voor deze vakken moet je altijd slagen. Voor B-vakken mag je wel enkele onvoldoendes hebben. We kunnen je delibereren zodat je toch geslaagd bent.
Vanaf volgend schooljaar zal het dus niet meer mogelijk zijn om met een A-attest met uitsluiting over te zitten. Dat is omdat we vertrouwen hebben in het oordeel van de klassenraad. Het was natuurlijk een moeilijke beslissing voor de klassenraad. Daarom hebben we die optie opengehouden.
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
Overstappen van 1A naar 1B, van 2A naar 2B, van 2B naar 2A of veranderen van basisoptie kan gedurende het hele schooljaar maar enkel na akkoord van de toelatingsklassenraad. In de tweede en derde graad kan men veranderen van studierichting tot en met 15 januari.
Je kind kan naar het 1ste leerjaar B. Daar krijgt het meer onderwijs op maat, zodat het bepaalde vaardigheden of kennis beter onder de knie krijgt. Na een geslaagd 1ste leerjaar B kan het nog naar het 1ste leerjaar A gaan, of - met een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad - naar het 2de leerjaar A.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
Als u niet geslaagd bent voor een vak, dan kunt u (als u nog een examenbeurt over hebt voor dat vak) het examen opnieuw afleggen. U moet het examen opnieuw afleggen binnen de 4 maanden. U krijgt 3 examenbeurten per vak per jaar.
Afhankelijk van je situatie mag je eenzelfde opleidingsonderdeel maximum twee of drie keer opnieuw opnemen in je Individueel Studieprogramma (ISP), je hebt dus maximaal twee of drie inschrijvingskansen.
Het diploma dat je behaalt, is een volwaardig diploma secundair onderwijs op. Dit diploma verschilt op geen enkele manier van het diploma dat op school wordt behaald op het einde van 6 aso/tso/kso of 7 bso. Beginnen aan hoger onderwijs zonder diploma secundair? Het kan als je (minstens) 18 bent of 18 wordt voor 31/12.
Na het ontvangen van het B- of C- attest moet u, binnen de termijn*, een persoonlijk gesprek vragen met de directeur of zijn afgevaardigde. naar de voorzitter van de beroeps- commissie* met vermelding van het beroep en de motivatie ervan. Dit gebeurt best via aangetekend schrijven. klacht.
Met een A-attest met uitsluiting kan de leerling in principe niet overzitten, tenzij het een uitgebreide clausulering betreft. Dan kan overzitten wel, zonder advies van de klassenraad. Een C‑attest betekent dat de leerling niet geslaagd is voor het voorbije schooljaar, en dus moet 'blijven zitten'.
SO: Eerste graad
De 1e graad bestaat uit 2 leerjaren: 1A en 1B. Je start automatisch in 1A als je je getuigschrift basisonderwijs hebt behaald. Je start automatisch in 1B als je dit getuigschrift niet hebt behaald. Je bouwt verder op wat je geleerd hebt in de lagere school.
Eenmaal je je diploma secundair onderwijs op zak hebt, kan je kiezen om te gaan werken maar je kan ook verder studeren. Dat wil zeggen dat je naar een hogeschool of een universiteit kan gaan om een bachelor en/ of een master te behalen. Dat kan niet alleen na een tso-richting, maar evengoed na een bso-richting.
Met een C-attest mag je niet over naar een volgend jaar. Om in het BSO naar het derde jaar over te gaan, moet je aan minstens een van deze twee voorwaarden voldoen: -Je hebt een getuigschrift van de eerste graad behaald.
Er mogen in klas een t/m drie niet meer dan vijf klassikale voortgangstoetsen per week worden opgegeven, en niet meer dan een klassikale toets per dag. In klas vier t/m zes geldt geen maximum aantal toetsen per week.