Een relatief geringe hoeveelheid alcohol heeft dus geen impact. Dat betekent niet dat je je
Met een aantal dat oploopt tot meer dan 2.400 tieners per jaar, trekken verschillende artsen aan de alarmbel. Zo wordt ook het aloude thema van hersenschade weer vanonder het stof gehaald. Eén keer comazuipen (meer dan vier pinten binnen de twee uur voor meisjes, zes voor jongens) zou ons IQ met tien punten doen dalen.
Ongeveer 75% van de mensen met hersenschade herstelt in een bepaalde mate als ze de juiste behandeling krijgen. Naar schatting herstelt 25% uiteindelijk helemaal, 25% gedeeltelijk en nog eens 25% enigszins (Cox et al., 2004). 25% van de mensen met alcoholgerelateerde hersenschade herstelt - ondanks behandeling - niet.
Het geheugen gaat achteruit, iemand denkt langzamer en kan zich minder goed aanpassen aan nieuwe situaties. Daarnaast worden de hersenen van zware drinkers ook kleiner. Het aantal verbindingen tussen hersencellen neemt af, waardoor er hersencellen afsterven. Ook is er kans op het syndroom van Korsakov en dementie.
Alcohol is een verdovend middel en werkt dus ook verdovend op alle hersencellen, waardoor de communicatie tussen de neuronen vertraagt. De hersencellen gaan anders functioneren. Op termijn zullen er ook hersencellen verloren gaan.
Alcohol drinken vergroot de kans op slokdarmkanker, mondkanker, keelkanker, strottenhoofdkanker, leverkanker, darmkanker en borstkanker (bij vrouwen). Hoe meer iemand drinkt, hoe groter de kans op kanker. Alcohol kan ook verschillende ziektes aan de lever veroorzaken, zoals leverontsteking en levercirrose.
Een blackout of grayout door alcohol is gevaarlijk. De alcohol beschadigt je hersenen, zeker wanneer je vaker te veel drinkt. Bovendien is een blackout een teken dat je mogelijk een alcoholprobleem hebt.
Het schadelijke effect wordt immers veroorzaakt door de alcohol (ethanol) in de dranken [1]. Er zijn wel indicaties dat met name sterke drank de risico's op long- (alleen bij mannen), alvleesklier- en maagkanker verhoogt [2 – 4]. Maar de bewijskracht is nog zwak; de meeste studies vinden geen verschil [1].
Alcoholisme wordt gekenmerkt door dwangmatig drinken, impulsief gedrag en terugval. De ziekte veroorzaakt biologische veranderingen in de hersenen waardoor het moeilijk is om zonder professionele hulp (blijvend) te stoppen met alcohol.
Géén alcohol drinken is het beste voor uw gezondheid. Drinkt u toch? Drink dan niet meer dan 1 glas alcohol op een dag en niet iedere dag. Iedere dag 1 glas alcohol drinken is al nadelig voor uw gezondheid.
Nee, je hersencellen gaan niet dood van alcoholgebruik. Dat is een fabeltje. Het verandert wel de chemische samenstelling van je brein. Als je op regelmatige basis de neurochemie van je hersenen verandert, veranderen op den duur de eiwitten van de cellen.
Veelvoorkomende klachten in verband met drinken zijn hoge bloeddruk, maag- en darmproblemen, incontinentie, moeheid, depressie, slapeloosheid, desoriëntatie, vergeetachtigheid en evenwichtsstoornissen. Door het drinken van alcohol neemt ook het risico op vallen sterk toe.
Signalen van alcoholisme zijn: overmatig drinken - je drinkt meer dan 7 (vrouw) of 14 (man) standaardglazen alcohol per week. binge-drinken - je drinkt veel in korte tijd; binnen twee uur drink je 4 (vrouw) of 6 (man) standaardglazen alcohol.
Wat er echt gebeurt met je grijze massa na lange nachten vol betreurenswaardige keuzes. Je ouders waarschuwden je vroeger al voor de gevolgen van te hard feesten: daar gaan je hersencellen dood van.
Risico's van comadrinken
Tenzij je echt in coma gaat en de hersenen zuurstoftekort krijgen. Dan is er blijvende schade mogelijk. Herhaaldelijk extreem drinken kan zeker bij jongeren hersenschade veroorzaken, met aantasting van het denkvermogen en geheugen.
Alcoholmisbruik tast op lange termijn het ganse lichaam aan. Het best gekend is de beschadiging van de lever (ontsteking, vetopstapeling, cirrose), de pancreas en de hersenen. Er is een verband tussen alcoholmisbruik en diverse vormen van kanker (mond, keel, slokdarm, lever, dikke darm, borst).
Uit de huidige onderzoeken blijkt dat de gemiddelde levensverwachting van alcoholisten ongeveer 60 jaar is, oftewel zo'n 10–20 jaar korter dan bij de algemene bevolking. Veel wetenschappelijk onderzoek naar de levensverwachting van een alcoholist is echter uitgevoerd bij mensen boven de 50 jaar.
Soms zien we dat mensen met een alcoholverslaving erg mager zijn. Dat komt omdat zij slecht gaan eten, maar ook doordat alcohol de darmwand beschadigt, waardoor het lichaam voedsel slechter opneemt. Met de caloriemeter kun je nagaan hoeveel calorieën je dagelijks nodig hebt.
Alcohol werkt ook als vasodilatator, wat betekent dat het de bloedvaten in gezicht en lichaam verwijdt. Overmatige alcoholconsumptie zorgt ervoor dat de bloedvaten steeds wijder worden. Na verloop van tijd resulterend in verlies van huidskleur en blijvende roodheid van het gezicht.
Om de risico's van alcoholgebruik te beperken, drink je best niet meer dan 10 standaardglazen per week. Wil je geen risico lopen, dan drink je beter geen alcohol. Als je wel alcohol drinkt, spreid je dit gebruik best over meerdere dagen in de week en drink je een aantal dagen niet.
'Gin is één van de "gezondste" sterke dranken omdat het enorm weinig calorieën bevat,' zegt mixologist Neil Mitchell uit Shoreditch. Juniper, de bes waarvan gin wordt gemaakt, helpt ook bij de spijsvertering.
Qua alcoholpercentage staat 1 (klein) shotje dus gelijk aan 1 (groter) glas bier.
Alcohol zorgt ervoor dat het gebied waar het kortetermijngeheugen zich in de hersenen bevindt, de hippocampus, niet meer normaal werkt en in extreme gevallen zelfs tijdelijk stilgelegd wordt. Hierdoor kunnen de herinneringen niet worden doorgegeven van het korte naar het langetermijngeheugen.
Het belangrijkste is om voldoende water te drinken, wat te eten en rust te nemen, ook als je niet kunt slapen. Als iemand erg suf is of bewusteloos na veel alcohol, schakel dan direct medische hulp in. Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag.
Het korsakov syndroom is aan een aantal symptomen te herkennen: Geheugenverlies: iemand kan zich dingen die kort geleden zijn gebeurd niet meer herinneren. Oude herinneringen blijven vaak beter bewaard. Moeite met tijd en plaats: iemand kan moeite hebben om gebeurtenissen in chronologische volgorde te plaatsen.