Mag ik bloed of plasma doneren als ik een tattoo of piercing heb? Gelukkig wel, anders zouden er heel veel donors afvallen. Alleen bij een tattoo of piercing die net gezet is, moeten we geduldig zijn. 4 maanden na het plaatsen of bewerken van een tattoo of piercing mag je bloed of plasma doneren.
Voldoe je aan een van de volgende criteria dan kun je helaas geen bloed geven: je hiv-positief bent of aids hebt. je drager van het hepatitis B- of hepatitis C-virus bent. je ooit drugs hebt gespoten.
Heb je een oppervlakkige ontsteking (gingivitis), dan mag je pas bloed of plasma doneren als het volledig is genezen. Bij een diepe ontsteking, soms met aantasting van het kaakbot (parodontitis), moet je 2 weken vrij zijn van koorts en antibiotica voordat je doneert.
Mag ik doneren als ik rook? Ja. We raden wel aan om na de donatie een half uur te wachten met roken, omdat je anders duizelig kunt worden.
Als je een ernstige ziekte, virus, ontsteking of infectie hebt. En als je seks hebt gehad met iemand uit sub-Sahara Afrika of een prostituee.
Nederlands bloed is het duurste bloed in Europa. Nederlandse zorginstellingen betalen 214 euro voor één zakje bloed (rode bloedcellen). Ter vergelijking: Duitsers betalen 85 euro per zakje. Voor ziekenhuizen is dit prijsverschil enorm.
Kun je bloed doneren voor geld? Als je bloed, plasma of bloedplaatjes doneert, krijg je daar helaas geen geld voor. Je doneert altijd op vrijwillige basis. Wel kun je je reiskosten terugvragen en krijg je af en toe een cadeautje als blijk van waardering.
Bloedgroep O-negatief
6,8% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-negatief (O-). Deze bloedgroep is dus zeldzaam in Nederland, maar het voordeel is dat patiënten met alle bloedgroepen bloed van donors met bloedgroep 0-negatief kunnen ontvangen. Ze worden daarom ook wel universele donors genoemd.
Bloedgroep O-positief
38,2% van de Nederlandse bevolking heeft bloedgroep 0-positief (0+). Deze bloedgroep komt het vaakst voor in ons land. Als je bloedgroep 0-positief hebt, dan kunnen patiënten met bloedgroep 0-positief, A-positief, B-positief en AB-positief jouw gedoneerde bloed ontvangen.
Patiënten met bloedgroep 0-positief, A-positief, B-positief en AB-positief kunnen jouw bloed ontvangen. Patiënten met alle bloedgroepen kunnen jouw bloed ontvangen. Donors met bloedgroep 0-negatief worden daarom ook wel universele donors genoemd.
Bij een bloeddonatie geef je 500 ml bloed. Om vervolgens goed te kunnen herstellen moet er tussen twee bloeddonaties daarom minimaal 56 dagen (8 weken) zitten voor mannen; voor vrouwen is dat 122 dagen (4 maanden). De hersteltijd na een bloeddonatie is voor vrouwen namelijk langer.
Bloed geven is niet alleen van vitaal belang voor de gezondheid van de ontvanger maar ook de donor heeft er baat bij. Voor je bloed doneert neemt men een gratis bloedtest af om ziektes zoals hiv en hepatitis op te sporen. Bloeddonatie heeft tal van voordelen, maar het belangrijkste is wel het redden van mensenlevens.
Plasma doneren is minder belastend voor je lichaam.
Je lichaam heeft het niveau van het vocht binnen enkele uren weer op peil en van de eiwitten binnen enkele dagen. Bij bloed geven doneer je ook je rode bloedcellen. Het duurt langer om dat niveau weer op peil te krijgen.
Onderzoekers van the University of California ontdekten dat het doneren van 473 milliliter bloed leidde tot de tijdelijke verbranding van gemiddeld 650 calorieën. Ze verklaarden dit met het feit dat het lichaam tijdens het bloed geven energie gebruikt om nieuwe eiwitten en rode bloedcellen te vormen.
Een volwassene heeft naargelang zijn/haar gewicht 4 tot 6 liter bloed. De afname wordt op het gewicht van de donor afgestemd. Ze heeft geen enkel nadelig gevolg voor een volwassene in goede gezondheid die minstens 50 kg weegt.
Bij het analyseren van bloedstalen bepalen we de bloedgroep en het aantal van de verschillende types bloedcellen. We testen alle bloedstalen ook op de aanwezigheid van hiv, hepatitis B en C en syfilis. Bij een afwijkend testresultaat brengen we de donor schriftelijk op de hoogte.
Mensen die tot de bloedgroep O behoren, worden ook wel 'universele donors' genoemd omdat ze hun rode bloedlichaampjes aan gelijk welke ontvanger kunnen doneren. De bloedgroep O- wordt voornamelijk gebruikt in noodgevallen.
Een vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan hun kind door. Dit kan een A, B of O zijn. Samen bepaalt dit welke bloedgroep het kind heeft; A, B, AB of O. Je hebt dus altijd twee bloedgroep-genen.
Rhesusfactor zwangerschap
Tijdens de zwangerschap en bevalling kunnen er namelijk rode bloedcellen van het kind in de bloedbaan van de moeder terechtkomen. Wanneer de zwangere vrouw rhesus negatief is en het kind rhesus positief, kan het afweersysteem van de vrouw antistoffen aanmaken tegen de rhesusfactor.
Er zit goud in je bloed
Het lichaam bevat zo'n 0,2 milligram goud – waarvan het grootste deel zich in je bloed bevindt. Even snel rekenen: om een gouden ring van 8 gram te kunnen maken, moet je dus het bloed van 40.000 mensen aftappen.
Je bloedgroep is erfelijk bepaald. Je wordt er mee geboren en je houdt hem de rest van je leven. Toch kan het gebeuren dat je bloedgroep verandert. Na een stamceltransplantatie krijgen patiënten namelijk de bloedgroep van de donor.
Mannen mogen maximaal vijf keer per jaar bloed doneren en vrouwen drie keer. Dat verschil is er omdat vrouwen een kleinere ijzervoorraad hebben. Hoeveel ijzer je hebt, is belangrijk voor het herstel na een donatie.
Bloed geven mag 4 keer per jaar!