Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Als de baby gaat drinken aan een borst met een grote opgeslagen hoeveelheid melk, kan ook de toeschietreflex sterker zijn. Dan moet de baby een grote hoeveelheid melk verwerken, die ook nog eens extra krachtig stroomt. Dit kan leiden tot verslikken en veel lucht in de maag.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Grotere hoeveelheid in overleg
Als het lijkt of je baby meer wil dan de rekensom, denk dan niet automatisch aan honger. Vaak is er een andere reden, je baby kan ziek zijn, hij kan zuigbehoefte hebben, misschien drinkt hij te snel of hij is onrustig door teveel prikkels of weinig slaap.
Van je verloskundige of kraamverzorgende krijg je een richtlijn hoe vaak je je kind de fles moet geven. Meestal is dat ongeveer zes tot acht voedingen per 24 uur. Dit hoeft niet op vaste tijden. De meeste baby's willen vooral 's avonds wat vaker een beetje drinken.
Adviezen bij teveel voeding
Geef je baby dezelfde borst als hij binnen 1-2 uur opnieuw wil drinken. Geef je baby eventueel de borst terwijl je op je rug ligt. Zo wordt de toeschietreflex afgeremd en kan je kind rustiger drinken.
Van te veel flesvoeding kan je kind te zwaar worden. Een voeding duurt 20-30 minuten. Geef het flesje in ieder geval niet langer dan een half uur en gooi restjes weg. Duurt een voeding korter dan 20 minuten, neem dan af en toe een pauze.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Een voeding zou rond de 20-30 minuten moeten duren. Als je baby de fles sneller leeg heeft, kijk dan eerst nog eens kritisch naar je voedhouding. Is de houding goed, kies dan voor een speen met een kleiner gaatje. Of las om de 20 slokken een kleine pauze in.
Zeker de eerste weken willen baby's soms een paar uur lang vaker en meer drinken, we noemen dat 'clusteren'. Meestal doen ze dat in de late middag- en vroege avonduren. Clusteren komt vaak voor. Uw baby kan zo langer doorslapen, omdat hij een voorraadje voeding heeft.
Goede groei is een teken dat je kind voldoende voeding binnenkrijgt. De berekening telt tot een maximum van 900 milliliter per dag (vijf keer 180 milliliter voeding). Als je baby zes maanden oud is en kunstvoeding krijgt, wordt er opvolgmelk gegeven. De hoeveelheid melk is dan minder.
Zo heeft een baby tot 1 maand oud ongeveer 150 ml moedermelk per kilogram lichaamsgewicht nodig en een baby tot 2 maanden oud 140 ml melk per kilogram. Voor een kindje tot 3 maanden oud wordt er uitgegaan van 130 ml, tot 4 maanden van 120 ml en tot 5 maanden van 110 ml.
Clusteren en regeldagen
Dit zijn dagen waarop je baby vaker om een voeding vraagt dan je gewend bent. Meestal gebeurt dit meerdere keren op een dag. De reden hiervoor is dat je kindje groeit en meer melk nodig heeft. Door een of twee dagen vaker om een voeding te vragen, gaat de melkproductie omhoog.
Wanneer een baby zich verslikt, gaat hij hoesten. Zolang dit lukt, is je baby niet aan het stikken. Laat hem daarom hoesten en grijp niet in. Ga ook niet op het ruggetje kloppen of slaan, want dat kan de hoestprikkel negatief beïnvloeden.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Wakker in bed leggen Het is erg belangrijk dat u uw baby wakker in bed legt. Een baby die daaraan gewend is, kent het bed als een vertrouwde plek waar hij mag slapen. Hij zal zich tevreden in bed laten leggen en zich snel overgeven aan de slaap, nadat hij aangaf moe te zijn.
Dit gebeurt vaak weer als je baby ongeveer 6 maanden oud is. De meeste baby's slapen dan acht uur per nacht achter elkaar, bijvoorbeeld van 23.00 uur tot 7.00 uur. Over het algemeen zijn nachtvoedingen dan niet meer nodig. Vanaf ongeveer 9 maanden kan je baby van 19.00 uur tot 7.00 uur doorslapen.
Als een moeder langer dan één jaar borstvoeding geeft, spreken we van 'langvoeden'. Dat heeft volgens lactatiekundige Karin de Graaf áltijd gezondheidswaarde voor een kind, ongeacht de leeftijd. ,,De WHO adviseert minimaal twee jaar borstvoeding te geven.
We hebben het over een hongerige baby als een baby zich na een voeding weer snel meldt, binnen pakweg 2 uur. Leg je baby gerust aan. De samenstelling en ook hoeveelheid van de moedermelk past zich vanzelf aan aan wat je baby nodig heeft.
Meng de melkpoeder goed met het water door te roeren of de fles te zwenken (rustig wenden, keren). Dus niet schudden. Door het schudden komen er luchtbelletjes in de voeding en kan je baby krampjes krijgen.
De algemene richtlijn stelt: geef je baby 150 milliliter per kilo van zijn of haar gewicht, per 24 uur. Voorbeeld: is je kindje 4 kilo, dan zal hij of zij ongeveer 600 milliliter melk nodig hebben.
Nutrilon Forte 1 is een volledige zuigelingenvoeding op basis van melk voor kindjes van 0 tot 6 maanden. Deze flesvoeding is geschikt vanaf de geboorte. Borstvoeding is de beste voeding voor je baby.
Als je kindje huilt direct na de voeding, kan het zijn dat hij last heeft van zijn buik en geen honger. Je herkent dit aan trappelende voetjes, onrustig zijn en het lichaam strekken. Na 3 maanden zijn bij de meeste baby's de krampjes over. Wat kan helpen tegen darmkrampjes, is de tijd nemen bij de voeding.
Als je baby honger heeft, geeft hij verschillende subtiele tekens vooraleer hij gaat huilen: hij likt aan zijn lipjes, draait zijn hoofdje en zoekt de borst, hij brengt de handjes naar zijn mondje en likt aan zijn handjes, hij balt zijn vuistjes.