Je communiceert met je handen, je gezicht én je lichaam. Bovendien kun je ze alle drie tegelijkertijd (simultaan) gebruiken. Gesproken talen worden in de 'oraal-auditieve modaliteit' uitgedrukt en waargenomen.
Dat is niet waar. Gebarentalen zijn in principe net zo geschikt om over elk onderwerp te praten als gesproken talen. De gedachte ontstaat vaak doordat mensen denken dat je met je handen alleen over concrete zichtbare dingen zou kunnen praten, misschien wel omdat er zo veel iconische, beeldende, gebaren zijn.
“Gebarentaal, wat leuk, is dat nou een internationale taal?” Het is de meest gestelde vraag door horende mensen die niet bekend zijn met gebarentaal. Het antwoord is nee: gebarentaal is niet universeel. Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd.
Niet alle dove mensen gebruiken gebarentaal
Het is niet per definitie waar dat alle doven gebarentaal gebruiken. Gemiddeld gebruikt zo'n 10 procent van alle doven gebarentaal.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
Mijn persoonlijke naamgebaar
Mijn naamgebaar is al ontstaan op de dovenbasisschool, toen ik al een enorme kletskous was. Het gebaar maak je daarom, door de letter 'c' te maken met je hand, en dan te doen alsof de hand veel praat (vingers en je duim naar elkaar toe bewegen).
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
Gebarentaal. Veel dove mensen communiceren door middel van gebarentaal. Voor hen is gesproken taal minder toegankelijk, doordat zij de klanken niet kunnen horen. In gebarentaal staan de handen, het gezicht en de ogen centraal.
Gebarentaal kun je leren bij de verschillende welzijnsstichtingen voor doven. De adressen vind je op de site van het gebarencentrum, http://www.gebarencentrum.nl. De cursussen die zij verzorgen zijn voor ouders, familie en werknemers.
Gebarentaal was lange tijd verboden op school
Gebarentaal zou het leren van de spreektaal in de weg zitten, en dus moesten de kinderen maar leren liplezen. Daarna werd gebarentaal verbannen uit het klaslokaal.
Natuurlijk vinden wij doven het fantastisch als horende mensen gebarentaal zouden leren, want iedereen kan een gebaar leren zoals nu het gebaar LET-OP-ELKAAR.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
Bij gebarentaal gebruik je gebaren met je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen in plaats van je gehoor en je stem. Net zoals gesproken taal is het een taal met een eigen woordenschat en regels. We gebruiken allemaal wel eens gebaren.
Gebarentalen zijn visuele talen: de handen, het gezicht en de ogen staat centraal in plaats van de stem en het gehoor. Gebarentaal is niet universeel. Doven in de hele wereld gebruiken een gebarentaal. Net als bij gesproken talen is er niet één taal die door iedereen gebruikt wordt.
Doven hebben ook een naam in gebaren. Dit heet een naamgebaar. Voor dove kinderen zijn naamgebaren onmisbaar om te kunnen praten over mensen die op dat moment niet aanwezig zijn. Een naamgebaar is vaak afgeleid van een karakter, hobby, uiterlijk kenmerk of beroep, of van de betekenis van de naam van een persoon.
Horende mensen kunnen zo'n 400.000 geluiden horen. Oren kunnen kapot gaan als je hard valt of een harde knal hoort. Baby's kunnen ook slechthorend of doof geboren worden. Sommige dove en slechthorende kinderen gaan naar een gewone school.
Doofheid is het niet of zeer slecht kunnen horen. Iemand die doof is wordt ook wel auditief beperkt/gehandicapt genoemd. De term gehoorgestoord die vroeger nog weleens werd gebruikt is vanwege de negatieve bijklank (gestoord) niet meer zo gangbaar.
Het was de Spaanse benedictijner monnik Pedro Ponce de León die in de zestiende eeuw een manier vond om dove mensen toch te leren praten. Door een combinatie van schrijven en liplezen kreeg hij het voor elkaar om meerdere van zijn geloofsgenoten binnen de benedictijner orde te leren spreken en schrijven.
De meeste kinderen leren lezen dankzij klanken. Voor dove kinderen werkt dit niet. StorySign leert hen lezen door gebruik te maken van gebarentaal. Een kind leren lezen is een proces van vallen en opgaan.
In Nederland wonen 1,5 miljoen mensen die doof of slechthorend zijn. Volgens Smeijers is die groep heel divers. Het grootste deel van de groep wordt op latere leeftijd doof of slechthorend. 1 op de 1000 mensen wordt doof geboren, en 1 op de 1000 mensen wordt doof op kinderleeftijd.
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
In Nederland zijn ongeveer 500.000 doven en van deze groep zijn ongeveer 30.000 mensen afhankelijk van gebarentaal. Dat wil zeggen dat gebarentaal hun eerste taal is. Net zoals gesproken Nederlands de eerste taal is voor de meeste horende Nederlanders.