Wanneer je langer dan 42 weken zwanger bent, heet dit in medische termen serotien zijn. 5 op de 100 zwangere vrouwen wordt serotien. Als je langer dan 42 weken zwanger bent, neemt de gynaecoloog de zorg voor jou en je baby over van de verloskundige. De gynaecoloog zal je adviseren om de bevalling in te leiden.
De medische term hiervoor is 'serotiniteit'. Vijf tot tien procent van alle zwangerschappen duurt langer dan 42 weken. De verloskundige, huisarts of gynaecoloog bepaalde voorheen in het begin van de zwangerschap de uitgerekende datum.
Wanneer je gezond bent, mag je bevallen tussen de 37 en 42 weken zwangerschap. Na die 42 weken ben je over tijd.
Het is al langer bekend dat vanaf 42 weken zwangerschap de placenta (moederkoek) minder goed kan gaan werken. De baby krijgt dan minder voeding en de hoeveelheid vruchtwater kan afnemen. Heel soms krijgt de baby te weinig zuurstof. Ook is er vaker ontlasting van de baby (meconium) in het vruchtwater.
Na 42 weken zwangerschap kan serotiniteit voor de volgende gezondheidsrisico's zorgen: De placenta kan minder goed gaan werken. Wanneer je overtijd bent, raakt de placenta minder goed doorbloed. Hierdoor wordt de kans groter dat deze onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen levert aan je kindje.
Als alles goed is, mag je tot 42 weken afwachten of je bevalling spontaan op gang komt. Sommige vrouwen vinden het niet fijn om tot 42 weken af te wachten. Ben je tussen de 41 en 42 weken zwanger en wil je ingeleid worden? Dan kun je dat bespreken met je verloskundige en gynaecoloog.
Het grootste deel van de vrouwen geeft aan het strippen gevoelig te vinden, maar niet echt pijnlijk. Altijd geldt: doet het je teveel pijn, dan stoppen we het strippen!
Strippen is niet gevaarlijk voor je kindje. De enige nadelen die aan het onderzoek zitten zijn veel harde buiken of voorwee? n hebben zonder dat je gaat bevallen en hierdoor een slecht nachtrust of een beetje bloedverlies door de aanraking van je baarmoedermond.
Strippen wordt meestal ingezet wanneer je de 41 weken gepasseerd hebt. Dit omdat uit onderzoek is gebleken dat strippen het meest effect heeft na de 41 weken.
Oorzaken overtijd. Menstrueren heeft te maken met je ovulatie en je hormoonhuishouding. Als je niet ongesteld wordt betekent dat dat er geen eisprong (ovulatie) heeft plaatsgevonden. Eigenlijk houdt dat dus in dat je op dat moment (tijdelijk) niet vruchtbaar bent.
Een verticale houding (lopen, staan, zitten) en het wisselen van houding helpt mee om de ontsluiting sneller te laten verlopen. Dit komt omdat bij een verticale houding het hoofdje van de baby optimaal op de baarmoedermond drukt. Het is soms even zoeken naar een goede houding.
Wanneer je overtijd bent noem je dat serotien. Officieel ben je pas over tijd wanneer je zwangerschap langer duurt dan 42 weken. Met 41 weken word je voor controle verwacht bij je verloskundige. Zij zal dan vaak een afspraak maken voor je in het ziekenhuis gedurende de week die volgt.
Als je langer dan 42 weken zwanger bent, ben je pas echt overtijd (serotien) Er is echter een normale speling tussen de 37 en 42 weken. Dus als je binnen deze periode bevalt is dat heel normaal. Als je langer dan 2 weken overtijd loopt, noemen we dat serotien.
Slijmprop verliezen na strippen
Aan het einde van je zwangerschap wordt je baarmoedermond vaak vanzelf wat losser en weker. Daardoor kan de slijmprop loskomen. Ook strippen maakt je baarmoedermond mogelijk weker. Daarom kan kan het ervoor zorgen dat je de slijmprop verliest.
Wanneer je niet bent bevallen na het strippen, is het mogelijk om het strippen na 2 dagen nogmaals te herhalen tot je bevallen bent of 42 weken zwanger bent. Vanaf 42 weken wordt je overgedragen aan de gynaecoloog om de bevalling in te leiden.
Oorzaken van het niet vorderen van de ontsluiting:
De weeën zijn niet sterk genoeg, of komen niet vaak genoeg; het voorliggende deel (hoofdje of stuit) drukken niet goed om de ontsluitingsring (bijvoorbeeld bij niet ingedaald hoofd) wanverhouding tussen het hoofdje en het bekken.
Het is niet te voorspellen wanneer en hoe een bevalling begint. Het is mogelijk dat je een aantal dagen voordat de bevalling zich aankondigt, al last hebt van onregelmatige samentrekkingen van de baarmoeder. Dit zijn de zogenaamde oefenweeën.
In zeer zeldzame gevallen kan de bevalling worden ingeleid voor het 'persoonlijk comfort', met andere woorden: op verzoek van de patiënte, om niet-medische redenen. Zwangerschapsuitputting, angst dat de gynaecoloog-verloskundige of vroedvrouw er op de dag zelf niet zal zijn, familiale problemen enz.
Dit is natuurlijk een schatting, maar soms is het helemaal niet nodig om gestructureerd te gaan voelen naar je ontsluiting. Aan de sterkte van je weeën en aan de verandering in je houding kunnen we al veel aflezen. En ook zelf zou je dit kunnen opmerken.
Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied. De een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug. Sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert.
De verloskundige kan met haar vingers meten in hoeverre de ontsluiting is gevorderd. Het voelen van de baarmoedermond. Naarmate de bevalling vordert, wordt de baarmoeder weker en de baarmoederhals korter. Hierdoor kan de verloskundige een inschatting maken van de vordering van de bevalling.
Als er geen ontsluiting is, kunnen we niet bij de vliezen, maar wel masseren we dan de baarmoedermond. Bij het strippen komen er hormonen (prostaglandines) vrij. Deze zijn betrokken bij het rijpen van de baarmoedermond en bij het op gang komen van de bevalling.
De slijmprop kan gepaard gaan met een klein beetje bloedverlies. Dit zit vaak vermengd in de slijmprop en kan rood of bruin zijn. Verlies je naast de slijmprop helderrood bloed? Dan is het goed om contact op te nemen met jouw verloskundige.