De regel is dat een kind uw huurwoning niet kan overnemen. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een kind huurder blijven. Om te beginnen moet hij dan al in dit huurhuis wonen als u overlijdt. Ook moet u samen een gemeenschappelijke huishouding hebben.
Kinderen komen niet in aanmerking voor medehuurderschap, aangezien ze vroeg of laat op zichzelf gaan wonen. Zij hebben daarom geen gemeenschappelijke duurzame huishouding met hun ouders. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een inwonend kind medehuurder worden.
Een huurovereenkomst kan op naam van één of meerdere personen staan. Wilt u het huurcontract op naam van iemand anders zetten? Dat kan alleen als u en uw partner gelijke rechten hebben. Dit is in het geval van gehuwden, geregistreerde partners of medehuurderschap.
U mag als meerderjarige inwonende wees (18 t/m 27 jaar) in de huurwoning van uw overleden ouder(s) blijven wonen. Voorwaarde is dat de woning bij de grootte van uw huishouden en inkomen moet passen. Is de woning bijvoorbeeld te groot of te duur? Dan mag u maximaal 2 jaar in uw ouderlijke woning blijven wonen.
Een meerderjarig inwonend kind kan niet zomaar de huur voortzetten. Daarvoor gelden specifieke voorwaarden. Zo moet het inwonend kind in de huurwoning zijn of haar hoofdverblijf hebben en voldoende financiële waarborgen voor nakoming van de huurovereenkomst bieden.
Kunnen inwonende kinderen medehuurder worden? Als een inwonend kind medehuurder wil worden bij een van de ouders, dan lukt dat meestal niet. Want er is in principe geen duurzame gezamenlijke huishouding. Het idee is dat kinderen op termijn het ouderlijk huis zullen verlaten.
Als je tijdelijk gaat verhuizen naar je ouders, ben je volgens de wet verplicht om je ook in de gemeente in te schrijven op hun adres. Meer informatie over het inschrijven bij de gemeente vind je in onze speciale verhuistip daarover.
Alleen onder bijzondere omstandigheden kan een samenleven van kind en ouders, na het zelfstandig worden van het kind, worden aangemerkt als een blijvende samenwoning met een gemeenschappelijke huishouding in de zin van artikel 7:267 lid 1 BW.
Volgens de wet is het voor inwonende kinderen alleen in hele bijzondere situaties mogelijk om medehuurder te worden. Woon je samen, maar staat je partner niet op het huurcontract? Dan is je partner geen medehuurder. Er is dan sprake van inwoning.
Een medebewoner is iemand die bij u in huis woont. Dit kan uw kind zijn, maar ook uw partner, een familielid of een kennis. Een medehuurder heeft rechten en plichten ten aanzien van de huurovereenkomst.
Stopt de huurovereenkomst tussen de hoofdhuurder en de verhuurder? Bijvoorbeeld doordat de hoofdhuurder overlijdt of na scheiding? Dan kunt u de huur overnemen. U moet dan wel als medehuurder aan de verhuurder melden dat u de huurovereenkomst overneemt.
Hoofdhuurder en medehuurder (of in sommige gevallen de rechter) kunnen dan kiezen wie er in de woning blijft wonen. In dit geval kan de medehuurder dus de nieuwe hoofdhuurder worden.
De medehuurder verklaart zich mede verantwoordelijk voor de bepalingen in het huurcontract. Als aan deze voorwaarden is voldaan dan kan de medebewoner medehuurder worden en in de woning blijven als de hoofdhuurder ooit vertrekt.
In de gehele huurperiode zijn de ouders het aanspreekpunt voor de verhuurder, maar er wordt door de verhuurder wel toestemming gegeven voor onderverhuur aan één van hun kinderen. In het geval dat meerdere studenten één woning willen huren, staat de huurovereenkomst alsnog op naam van één ouder of ouderpaar.
Iedereen met wie u in 1 huis woont én op hetzelfde adres is ingeschreven bij de gemeente, telt als medebewoner. Bijvoorbeeld uw kind, een ouder, huisgenoot of iemand anders die bij u woont. Uw toeslagpartner is géén medebewoner.
U bent bevoegd om zolang u wilt iemand onder uw dak te laten verblijven. Met wie en hoe lang u samenwoont betreft uw persoonlijke leven en daar heeft de verhuurder niets mee te maken.
Reacties. Er zijn geen consequenties bij inschrijving op uw woonadres als u een koopwoning hebt. Wel moet ivm een eventuele hypotheekaftrek de betaalde huur beneden een bepaalde grens zijn. Er geldt een vrijgesteld bedrag hiervoor.
Als er na het overlijden van de huurder geen bewoners in het huis achterblijven, zijn de erfgenamen verantwoordelijk voor de correcte oplevering aan de verhuurder. Alleen als de erfenis door alle erfgenamen is verworpen, zijn het herstelwerk en de daaraan verbonden kosten voor rekening van de verhuurder.
Staat uw naam vermeld in de huurovereenkomst? Dan bent u de hoofdhuurder. Soms is dat één persoon, soms zijn het er twee. Een getrouwde of geregistreerde partner is volgens de wet automatisch medehuurder; de partner ondertekent daarom ook de huurovereenkomst.
Broers en zusters en alle vormen waarin twee mensen met elkaar een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren, kunnen in principe voor medehuurderschap in aanmerking komen. Wel moet u aan de Voorwaarden voor medehuurderschap voldoen.
Als de hoofdhuurder overlijdt, dan wordt de medehuurder automatisch hoofdhuurder. Dit geldt zowel voor een achterblijvende echtgenoot als voor een medehuurder in een andere samenlevingsvorm. De huurovereenkomst blijft geldig en de medehuurder wordt hoofdhuurder.
Als medehuurder bent u op hetzelfde adres ingeschreven als de hoofdhuurder (hoofdbewoner) en heeft u dezelfde wettelijke rechten en plichten ten opzichte van de huurovereenkomst. Normaal gesproken staat u ook samen op de huurovereenkomst.
Voor een verhuizing van een minderjarig kind moet één ouder altijd toestemming geven. De ouder bij wie het kind gaat wonen kan hiervoor het formulier Toestemmingsverklaring hoofdbewoner invullen. Een handgeschreven verklaring kan ook.
U kunt een 'bestuurlijke boete' krijgen als u bewust of onbewust bijdraagt aan onjuiste informatie in de Basisregistratie Personen (BRP). Bijvoorbeeld als u uw verhuizing niet doorgeeft. Of als u iemand toestemming geeft om zich in te schrijven op uw adres, terwijl die persoon er niet woont.
U mag de verhuizing van uw kind doorgeven. De andere ouder hoeft geen toestemming te geven en een identiteitsbewijs van het kind is niet nodig. Uw kind hoeft ook niet mee te komen naar het Stadsloket als u ervoor kiest om de verhuizing aan de balie door te geven.