Aangepaste regeling. Sinds 1 mei 2018 is deze regeling van toepassing op alle werknemers en in alle sectoren. Sindsdien is er geen verkorte opzegtermijn meer wanneer je minder dan 6 maanden anciënniteit hebt. Ook het proefbeding bestaat niet meer.
De wettelijke opzegtermijn voor de werknemer is normaal gesproken 1 maand. Bij cao kan van de wettelijke opzegtermijn afgeweken worden. Werkgever en werknemer kunnen in het arbeidscontract een afwijkende opzegtermijn afspreken, maar deze afspraak mag niet ten nadele van de werknemer zijn.
Tot het einde van de opzeggingstermijn moet de werknemer in principe gewoon verder werken. Wanneer een werknemer zijn opzeggingstermijn toch niet uitdoet, moet hij een vergoeding betalen die gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt met de duur van de resterende opzeggingstermijn.
Tijdens je opzegtermijn ga je beter al op zoek naar een andere job. Je mag je afwezig melden om ander werk te zoeken, mét behoud van loon. Hoeveel sollicitatieverlof je mag nemen, hangt af van je recht op outplacementbegeleiding en van jouw opzegtermijn. Maak zeker een afspraak bij het dichtsbijzijnde Konvert-kantoor.
Daar kan je over onderhandelen met je baas. Je moet allebei akkoord zijn met de opzegtermijn. Kom je niet tot een akkoord dan kan je baas de formule Claeys voorstellen. Je controleert de datum die vermeld staat op je ontslagbrief.
De wettelijke opzegtermijnen voor de werkgever mag worden verkort, maar alleen als de Cao dat toestaat. De opzegtermijn voor de werkgever mag nooit korter zijn dan die voor jou als werknemer. Verder mag je altijd schriftelijk een langere opzegtermijn voor de werkgever afspreken.
De wet zegt dat je een opzegtermijn moet geven als je de arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Dat geldt zowel voor werkgevers als voor werknemers. Het is dus niet de bedoeling dat je van de ene op de andere dag op straat staat. Tijdens deze opzegtermijn moet er in principe gewerkt worden.
Toch kan een werkgever een ontslag niet als zodanig weigeren. Het ontslag is niets meer dan de eenzijdige wilsuiting van één van de contractspartijen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De geldigheid van het ontslag hangt dan ook niet af van het akkoord van je werkgever.
Zowel de werkgever als de werknemer moeten hiermee instemmen. Conclusie: Als je zo maar weg blijft, kan de werkgever schadevergoeding eisen. Het beste is dus te overleggen of het contract met wederzijds goedvinden kan worden beëindigd, direct of met opzegtermijn. Regel het wel schriftelijk.
Onder de WAB is het uitgangspunt dat als een werknemer niet komt werken, hij toch doorbetaald moet worden. De werkgever moet op het moment dat er geen arbeid is verricht, bewijzen dat een werknemer geen recht heeft op doorbetaling van het loon. De rollen zijn dus feitelijk omgedraaid.
Het gaat om een kalendermaand. De opzegtermijn gaat in vanaf de 1e van de volgende maand. Stel: u wilt per 1 april uit dienst, dan moet u uw contract uiterlijk voor 1 maart schriftelijk opzeggen. In de maand maart moet u dan gewoon nog werken.
Tijdens de opzeggingstermijn heeft de werknemer het recht om met behoud van loon van het werk weg te blijven om nieuw werk te zoeken. De duur van de totale afwezigheid mag niet langer zijn dan één arbeidsdag per week (of twee halve dagen).
Samen met uw werknemer kunt u schriftelijk een langere termijn afspreken. Een kortere termijn mag alleen als dat vastgelegd is in de cao. Voor de werknemer geldt volgens de wet een opzegtermijn van 1 maand. Daarbij speelt de duur van het dienstverband geen rol.
U gedraagt zich onbehoorlijk. U vertoont verwijtbaar gedrag of u bent verwijtbaar nalatig. Dit is bijvoorbeeld het geval als u diploma's vervalst, collega's bedreigt of uzelf of anderen in gevaar brengt. Of als u steelt, werk weigert zonder goede reden of dronken op het werk verschijnt.
Juridisch heb je 3 mogelijkheden hoe je officieel je ontslag kan geven: een ontslagbrief afgeven (waarvan je een kopie laat tekenen voor ontvangst), een aangetekende brief opsturen of bij gerechtsdeurwaardersexploot. Breng tegelijk ook je directe chef op de hoogte.
Het Burgerlijk Wetboek kent een opzegverbod tijdens ziekte. Hiermee wordt geregeld dat je werkgever je arbeidsovereenkomst tijdens de eerste twee jaar van je ziekte of arbeidsongeschiktheid niet mag opzeggen. Een zieke werknemer geniet dus ontslagbescherming.
Je kunt je ontslag per mail indienen, maar het is niet je beste optie. Als je een ontslagbrief per mail verstuurt, bestaat de kans dat je werkgever de mail niet ontvangt of niet leest. In dat geval geldt je ontslag niet. Het is pas officieel als je weet dat je werkgever ook van je ontslag op de hoogte is.
De opzeggingstermijn begint te lopen de maandag volgend op de week waarin de opzegging ter kennis werd gegeven. Voorbeeld: De werknemer overhandigt zijn opzegging aan de werkgever op woensdag 21 januari 2015. De opzeggingstermijn begint slechts te lopen op de daaropvolgende maandag, nl. maandag 26 januari 2015.
Geeft je bediende zelf zijn ontslag? Dan geldt een termijn van anderhalve maand per begonnen schijf van vijf jaar anciënniteit, met een maximum van: drie maanden als je medewerker per jaar minder dan 32.254 euro verdiende. viereneenhalve maand als hij minder dan 64.508 euro verdiende.
Als je hebt aangegeven jouw contract bij je werkgever te beëindigen, moet je vaak nog een paar weken doorweken. Hoe lang deze opzegtermijn is, staat in je contract. Hoewel je waarschijnlijk wel klaar bent je werk, is het aan te raden om deze periode netjes af te sluiten, dat is wel zo eerlijk tegenover je werkgever.
Een berisping, een schorsing met of zonder behoud van loon, overplaatsing, degradatie of ontslag (op staande voet) zijn vormen van maatregelen die de werkgever onder bepaalde voorwaarden ter beschikking staan. Naast deze maatregelen kan de werkgever ook een boete opleggen.
Er is geen wettelijk aantal voorgeschreven waarschuwingen alvorens je werkgever tot ontslag mag overgaan. Werkgevers hebben vaak in hun hoofd dat dit na 3 officiële waarschuwingen automatisch mag, maar dat is niet zo.
De overtredingen en boetes dienen schriftelijk in het arbeidsovereenkomst, reglement of cao te zijn vermeld. De hoogte van de boetes mag per week niet meer zijn dan het loon van een halve dag werk. Als de werknemer niet meer dan het minimumloon verdient, dan mag de boete jezelf of het bedrijf niet ten goede komen.