Hartfalen is niet te genezen. De meeste mensen met hartfalen krijgen langzaam steeds meer klachten. De klachten kunnen ook een lange tijd hetzelfde blijven. Soms kunnen de klachten een tijd veel erger worden en dan weer minder.
Hartfalen is over het algemeen niet te genezen. Soms is het mogelijk om met een ingreep de oorzaak van het hartfalen weg te nemen.
Hartfalen kan tijdelijk zijn. Bijvoorbeeld bij een hartklepaandoening, een ritmestoornis of een hartinfarct. Behandelen we deze aandoeningen succesvol, dan kan hartfalen verdwijnen of in ernst afnemen.
De levensverwachting van een patiënt met hartfalen is beperkt. Na de diagnose is de kans op overleving na vijf jaar veertig tot zestig procent. De fysieke beperkingen en de na te leven leefregels vragen om een zorgaanbod dat multidisciplinair van aard is.
Als u zich houdt aan de vochtbeperking, hoopt zich minder vocht in uw lichaam op. Uw hart wordt daardoor minder belast. De pompfunctie van uw hart kan zich dan enigszins herstellen. Door de betere pompfunctie wordt het dorstcentrum minder geprikkeld.
Eet ook geen snacks en kant-en-klare maaltijden met veel zout, zoals soep, pizza en chips. Kijk bij het Voedingscentrum hoe u minder zout kunt eten. Let op: gebruik geen zout-vervangers waar kalium in zit, zoals kaliumzout. Kaliumzout kan gevaarlijk zijn als u medicijnen tegen hartfalen gebruikt.
Beperk het gebruik van schaal- en schelpdieren uit zee, zoals garnalen en mosselen. Deze bevatten van nature veel zout. Beperk het eten van haring. Met één zoute haring krijgt u al de helft van de hoeveelheid zout binnen die u per dag mag gebruiken.
De progressie van hartfalen is onvoorspelbaar en varieert van persoon tot persoon. In veel gevallen blijven de symptomen vrij lang (maanden of jaren) stabiel voordat deze verergeren. Soms nemen de ernst en de symptomen geleidelijk toe.
Van je cardioloog hoor je hoeveel vocht je per dag mag. Vaak is dit 1,5 of 2 liter per dag. Maar er zijn ook mensen met hartfalen die niet op hoeven te letten hoeveel ze drinken. Dit hangt af van je situatie en de behandeling.
Hartfalen treedt op wanneer het hart niet voldoende bloed door het lichaam kan pompen. Als gevolg daarvan hoopt zich vocht op in de benen, longen en andere weefsels in het lichaam.
Hartfalen is niet te genezen. De meeste mensen met hartfalen krijgen langzaam steeds meer klachten. De klachten kunnen ook een lange tijd hetzelfde blijven. Soms kunnen de klachten een tijd veel erger worden en dan weer minder.
Waaruit bestaat de behandeling van hartfalen en wie voert de behandeling uit? De basis van de behandeling van hartfalen bestaat uit: zoutbeperking, leefregels (o.a. aanpassing van eet- en drinkpatroon, beweging) en instellen op medicijnen.
Chronisch hartfalen komt vaak voor. Symptomen verschijnen langzaam in de loop der tijd en worden geleidelijk erger. Als symptomen, zoals kortademigheid, in een korte tijdsperiode erger worden bij een patiënt met chronisch hartfalen, dan noemen we dit een episode van acute decompensatie.
De oorzaak van overlijden was bij 23,1% progressief hartfalen en bij 27,8% plotse hartdood (inclusief longembolie). In de overige 49,1% van de gevallen werd een niet-cardiale doodsoorzaak vastgesteld.
Hartfalen is een ernstige ziekte, waaraan meer mensen binnen een jaar na een eerste opname overlijden dan bij kanker. Toch is er nog weinig besef hoe belangrijk palliatieve zorg is bij hartfalen. Cardioloog Petra van Pol pleit voor een tijdig gesprek met patiënt en naasten.
Het is de meest voorkomende oorzaak van plotse hartdood bij jonge mensen en sporters. Bij de meeste mensen zijn er geen of weinig symptomen en is de levensverwachting normaal.
Bij hartfalen adviseren we u om dagelijks twee keer dertig minuten te bewegen (bijvoorbeeld wandelen, fietsen of zwemmen). Inspanning loont, ook als u moe bent. Heeft u vocht in de benen, meer kortademigheid of druk op de borst, matig dan uw activiteiten. Luister altijd naar uw lichaam en wissel activiteit en rust af.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden. Het plots optreden van felle benauwdheid wijst op een ernstige achteruitgang van de toestand ( 'longoedeem' of 'water op de longen' ).
Hartfalen is in te delen in 4 klassen (of niveaus). Klasse 1 In rust weinig of geen klachten. Klasse 2 In rust weinig of geen klachten, maar wel bij normale inspanning. Klasse 3 In rust weinig of geen klachten.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
Voor je hart vermijd je het best voedingsmiddelen met veel cholesterol en verzadigd vet zoals boter en worst of spek. Ook andere vleeswaren, sterk bewerkte voeding met veel suiker, frisdrank en te veel zout zijn nefast voor je hart.
Activiteiten die je hart sterker maken, zijn aerobe trainingen. Daarbij moet je denken aan fietsen, hardlopen, wandelen, zwemmen, roeien, aerobics – dat soort sporten. Experts adviseren om drie tot vijf keer per week zo'n aerobe training te doen.
Voldoende water drinken kan de kans op een hartaanval verlagen. Het American Journal of Epidemiology toont in een 6-jaar durend onderzoek aan dat mensen, die dagelijks meer dan 5 glazen water per dag drinken, 41% minder kans hebben op een hartaanval vergeleken met mensen die minder dan 2 glazen water per dag drinken.
Fruit. Veel fruit eten draagt bij aan een gezond hart. Vooral kersen en blauwe bessen zitten vol met antioxidanten, zoals vitamine E en C. Ook andere vruchten bevatten veel van deze stoffen.
Door de verzwakte pompkracht van het hart hoopt zich vocht op in longen, buik, benen of enkels. Deze medicijnen bevorderen de afvoer van vocht door als het ware een kraantje open te zetten in de nieren. Bloeddrukverlagende bètablokkers vertragen de hartslag, waardoor het hart zich makkelijker met bloed kan vullen.