Een kajakker in Amerika is op een wel heel bizarre manier om het leven gekomen. Hij is gedood door een boze zwaan. Toen de boze vogel hem aanviel, sloeg zijn boot om. De man verdronk en was dood.
Ook volgens Kees Moeliker, conservator van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, kan een zwaan geen arm van een volwassenen breken. Zwanen vechten naast hun snavel wel met hun 'polsen', het sterkste deel van de vleugel. Zo'n 3 procent van de gevonden dode zwanen zou ook in onderlinge strijd zijn gesneuveld.
"Ze zijn niet agressief, maar wel heel temperamentvol. Ze maken zich groot en blazen om hun jongen te beschermen. Ze kunnen ook naar je toe komen, maar agressief is niet het juiste woord. Het is eerder verdedigend."
Zwanen zijn rustige dieren, maar als ze een nest hebben, kunnen ze gevaarlijk zijn. Ze verdedigen hun nest door te sissen en met hun vleugels te slaan. Een zwaan kan een volwassen man een gebroken arm slaan, zoveel kracht heeft hij in zijn vleugels.
Zwanen mogen ook verjaagd worden met behulp van honden, haviken en valken. Wat kunnen die nu beginnen tegen zo'n groot dier? Ingeklapt. De honden en roofvogels worden ingezet om zwanen te verjagen, niet om ze te vangen.
Toch kan een zwaan of zwanenfamilie heel intimiderend zijn. "Dat ze agressief zijn en blazen is om hun gezin te beschermen, dat zal iedere goede ouder doen als iemand te dicht bij je kind komt." Zwanen dus ook.
Het is volgens het Vogelhospitaal een normaal verschijnsel dat ouderzwanen hun jongen, zodra ze volwassen worden, verstoten om hun eigen territorium te behouden.
Zwanen kunnen op het land of op het water slapen, meestal met hun snavel tussen hun veren gestoken.
Het jong van een zwaan wordt een pul genoemd, of simpelweg babyzwaan.
Er was dan opstijgende wind waardoor de zeevogels even hun vleugels konden ontspannen. Op het land slaapt de vogel overigens een stuk langer: maar liefst 12 uur per dag. De resultaten komen niet uit de lucht vallen.
Maar ze zoeken dus wel een nieuwe partner! Vogels zijn, net als mensen, heel kieskeurig als het om hun partner gaat. Zij willen die zelf uitkiezen en ze redden het prima een seizoen alleen.
Zwanen kunnen een snelheid van 95 kilometer per uur halen. Doordat ze zwaar zijn, hebben ze wel een flinke aanloop van een aantal meters nodig om in de lucht te komen.
Het voedsel van de knobbelzwaan bestaat uit waterplanten en waterdiertjes. Zwanen zijn met hun lange hals gespecialiseerd in het grondelen naar waterplanten op diepten waar grondelende eenden niet meer bij kunnen. Verder eten ze gras.
Wilde zwaan
Zo werd er ooit een groep wilde zwanen opgemerkt boven Noord-Ierland die een hoogte hadden bereikt van maar liefst 8.200 meter. Deze vogelsoort met een spanwijdte van 205 tot 275 cm komt voor in Eurazië en trekt tijdens de wintermaanden naar India en het zuidoosten van China.
Synchroon draaien deze knobbelzwanen rondjes in het water. Met de elegante zwanendans beloven ze trouw aan elkaar.
Vliegen. Om op te kunnen stijgen loopt een knobbelzwaan eerst over het wateroppervlak van een plas of sloot, of over de grond, terwijl hij met zijn vleugels slaat. Het opstijgen vergt van de zwaan veel energie. Knobbelzwanen vliegen in één lijn, met de lange hals vooruit gestrekt en met krachtige vleugelslagen.
Zwanen kosten, afhankelijk van de soort, 50 tot 300 euro per stuk. De prijs voor zwanenvoer varieert van 0,5 tot 5 euro per kg.
De jonge zwanen hebben al natuurlijke vijanden genoeg: eksters, kraaien, reigers, snoeken en ratten. Het wordt afgeraden om de zwanen (en eenden) brood te voeren. De dieren kunnen daardoor op mensen afkomen, en wegen en fietspaden blokkeren. Ze hebben het voer eigenlijk niet nodig.
Tijdens het broedseizoen zonderen de koppels zich af en verdedigen hun territorium. Deze zwanen kunnen in het wild 20 tot 30 jaar oud worden. Ze brengen het grootste deel van hun tijd op het water door, want ze zijn erg onhandig op het land en bewegen zich moeizaam voort. Ze voeden zich dan ook vooral met waterplanten.
De wilde zwaan is een wintergast in Nederland. Ze broeden in Fenno-Scandinavië en Rusland en overwinteren op Nederlandse weiden en op wateren in het duingebied. Wilde zwanen zijn slanker dan knobbelzwanen en groter dan kleine zwanen.
Jonge zwanen hebben minstens 4 maanden zorg nodig. Meestal zorgen de ouders wel 10 maanden. Pas als ze goed kunnen vliegen moeten ze weg: de ouders verjagen ze voor ze een nieuw nest gaan maken.
De jongen van de knobbelzwanen zijn grijs, en worden daarna bruin. Pas in het tweede jaar worden ze wit. Het verschil is ook te zien aan de poten: zwart voor de knobbelzwaan; roze voor de Poolse. Omdat beide kleurvormen inmiddels met elkaar vermengd zijn, kun je ze vandaag de dag zelfs in één nest tegenkomen.
Het voedsel bestaat meestal uit waterplanten, die gezocht worden in ondiep water. Hierbij komt hun lange hals goed van pas. Maar als er niet genoeg plantjes zijn, zal de zwaan zelfs kleine vissen eten. De witte zwaan komt het meeste voor bij ons.
In het oorspronkelijk leefgebied worden ze doorgaans niet ouder dan zes jaar. In gevangenschap kunnen ze een leeftijd van twintig jaar bereiken. Zwarte zwanen zijn echte trekkers.