Of vissen drinken hangt sterk af van de omgeving waarin ze leven. Zoetwatervissen drinken niet, maar hebben een ingenieuze methode om toch voldoende vocht binnen te krijgen: “osmose”.Zoutwatervissen daarentegen drinken wel.
Een vis die in de zee leeft heeft eigenlijk altijd dorst en drinkt veel water via de kieuwen. Een vis die in meren of rivieren leeft heeft nooit dorst, maar die plast juist heel veel! Een vis die in de zee leeft heeft eigenlijk altijd dorst en drinkt veel water via de kieuwen.
Uitdrogingsgevaar is er niet, maar ze kunnen wel opzwellen. Daarom plassen ze veel. Ze hebben een cloaca of een opening achter de anus waar de plas en poep uitkomt. Indien je dus een zeevis in zoet water zet dan zal deze niet overleven.
Zoetwatervissen drinken niet zoveel, omdat er niet veel zout in zoet water zit. Zoetwatervissen hebben nooit dorst. Een zoetwatervis drinkt minder dan een zoutwatervis. Wanneer bijvoorbeeld een goudvis in de Noordzee wordt gegooid, zal hij dus uitdrogen.
Het drinken van zoutwater of eten van veel zout kan tot een zoutvergiftiging leiden bij dieren. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij honden die veel zeewater drinken.
Het water dringt als het ware door naar buiten. De vis moet dus drinken om het vochtgehalte op peil te houden. Zou hij niet drinken, dan droogt de vis uit. Om de hoeveelheid water op het juiste niveau te houden, moeten zoutwatervissen dus wel degelijk drinken.
Zout water kan tot zoutvergiftiging leiden, bijvoorbeeld bij honden die veel zeewater drinken. Ook door strooizout in de winter ontstaat gevaar voor zoutvergiftiging. Het zout gaat aan de poten van de hond zitten en als de hond vervolgens zijn pootjes schoon likt krijgt hij het pekelzout binnen.
Tijdens een zuurstoftekort wordt er bij de vissen een enzym geactiveerd. Dit enzym kan melkzuur omzetten in alcohol, op dezelfde manier waarop gist tijdens het brouwproces alcohol toevoegt aan bier.
Gewervelde dieren zoals honden, katten, vissen en vogels hebben bijvoorbeeld hersenen, maar ook krabben, insecten en inktvissen. Dieren zoals ringwormen, slakken, sponzen, anemonen en kwallen hebben geen hersenen. De grote hersenen Het grootste deel van onze hersenen noemen we (niet verrassend) de grote hersenen.
GLOUCESTER - Een goudvis heeft in de Britse stad Gloucester zeker dertien uur overleefd buiten zijn kom. Mogelijk heeft Ginger het zelfs 21 uur zonder water weten te overleven.
De cloaca komt bij verschillende dieren voor: vogels, reptielen en amfibieën. Er zijn enkele enkele zoogdieren en vissen met een cloaca: haaien en roggen. De cloaca zit aan de buikzijde van vogels, achter de poten. Onder veren verstopt vind je de opening van de cloaca.
Wel trimethylamine-oxide dat vooral in zeevis voorkomt. Als de vis dood is, dan wordt door bacteriën het trimethylamine-oxide afgebroken tot trimethylamine. De vis krijgt daardoor de typerende vislucht. Hoe langer het afbraakproces duurt, hoe meer trimethylamine er ontstaat en des te sterker de vis ruikt.
Na het eten van vis kan de urine een vislucht hebben. Dit is tijdelijk en verdwijnt vanzelf. Een visgeur komt ook voor bij een besmetting met trichomoniasis, een soa die veroorzaakt wordt door de parasiet Trichomonas vaginalis. Het komt vaak voor in combinatie met gonorroe en chlamydia.
Een vis weet niets van water of nat worden, omdat het zijn leefomstandigheid is. Mogelijk dat meer intelligente zeezoogdieren zoals walvissen en dolfijnen (met mogelijk een enigszins zelf-reflectieve geest) wel weten dat ze in water leven omdat ze kunnen ervaren dat er meer is dan water alleen.
Vissen drinken door hun bek en kieuwen te openen. Het zout wordt uitgescheiden door speciale cellen in de kieuwen. Dat betekent dat het water in de vis minder zout is dan water in de zee.
Dit kan je niet drinken. Water waar geen of heel weinig zout in is opgelost, is zoet water. Maar 2,5 procent van al het water op de planeet is zoet. Het grootste gedeelte van dit zoete water is bevroren en niet drinkbaar.
"Vele vissoorten zijn in staat tot dezelfde intellectuele prestaties als ratten of muizen." Webster ontdekte dat op grond van een aantal experimenten waarbij hij naging hoe kleine vissen erin slagen te ontsnappen aan grote en gevaarlijke soortgenoten.
Een nieuwe studie van de University of Liverpool komt tot de conclusie dat de veel gehoorde uitspraak van vissers dat "vissen geen pijn voelen", niet klopt. Vissen voelen hoogstwaarschijnlijk wel pijn, en dat op een gelijkaardige manier als zoogdieren en dus ook mensen, zegt de studie.
Mocht je graag je hengel uitgooien, dan hebben we slecht nieuws voor je: vissen hebben gevoel. Tenminste: ze ervaren vooral stress, blijkt uit onderzoek. Dankzij het ontbreken van belangrijke hersencellen en de kleine omvang van hun schedel, worden vissen vaak gezien als domme, gevoelloze diertjes.
Vissen kunnen wel stikken als er bijvoorbeeld te weinig zuurstof in het water zit. Dit kan als het water te warm is of te vervuild. De vissen komen dan naar het wateroppervlak letterlijk om naar adem te happen. Dit kunnen we zien in een aquarium met of zonder pomp maar ook in de vijvers buiten.
Iedereen is het er over eens, de natuur is mooi! Tijdens het vissen zit je heerlijk langs de waterkant midden in de natuur. Geniet van de fluitende vogels om je heen, de insecten die heen en weer vliegen en de prachtige groene omgeving waar jij je hengeltje uitgooit.
Waterplanten in een vijver maken overdag zuurstof aan in het water. Tijdens de nacht stopt dat proces. Vandaar dat in een vijver met vissen 's ochtends vroeg het zuurstofgehalte het laagst is.
In principe mogen kleinere honden niet in koud water zwemmen. De kleinere lichamen zijn minder goed in het handhaven van een regelmatige lichaamstemperatuur. Ook zijn kleinere honden sneller afgekoeld dan grote. Hoe je jouw hond warm houdt in de winter hangt dus ook af van het formaat van je hond.
Drop bevat veel zout, als je hond een dusdanige hoeveelheid zout binnenkrijgt, kan dit schadelijk gevolgen hebben en in zeer ernstige gevallen zelfs leiden tot een zoutvergiftiging. Puppy's en kleine hondjes zijn hier meer gevoelig voor dan je (grotere) volwassen hond.
Door irritatie van de slijmvliezen van het maagdarmkanaal zal de hond gaan braken en diarree krijgen en soms zelfs bloedingen in het maagdarmkanaal. Het grote gevaar schuilt echter in de opname van zout via de darmen in het bloed. Dit heeft grote gevolgen voor de vochtbalans in bloed en cellen.