Slaslakken houden van vocht, maar de kleine akkerslak is nog meer een dier van de waterkant. Hij kan zelfs vrijwillig een paar dagen onder water doorbrengen. De lichtbruine, slanke slak wordt meestal niet langer dan twee centimeter en is vaak te vinden in het natte gras op oevers onder plankjes en dergelijke.
Krijg jij dat echt niet voor elkaar, dan kun je ze ook verdrinken in bier, suikerwater of flink heet water. Of verzamel ze in een bakje met deksel en zet dat in de vriezer.
Bijna alle weekdieren leven in het water, behalve de landslak (naaktslakken en huisjesslakken dus). Dat de landslak het overleeft op het land, is eigenlijk heel bijzonder. Maar zijn 'onnatuurlijke' omgeving maakt het de slak niet makkelijk. Het dier heeft vocht nodig om te overleven.
De meeste slakken leven in het water. Alle andere weekdieren leven sowieso in of onder het water. Sommige slakken ademen door de huid, andere door kieuwen of door longen. Er zijn zoetwaterslakken met longen , zoals Lymnaea Stagnalis (poelslak) die onder water goed leven.
Er zijn wereldwijd zo'n 60.000 tot 75.000 verschillende soorten bekend. Al die slakken kan je op verschillende manieren indelen; er zijn slakken die door kieuwen ademen en soorten die door longen ademen en er zijn aaseters of planteneters.
Slakken daarentegen zijn wel traag, maar beschikken ook over hersenen en zelfs over een kortetermijngeheugen. Onderzoekers die willen begrijpen hoe de geheugenfunctie werkt, gebruiken zeeslakken soms als proefdieren. Slakken reageren op pijnprikkels en onthouden dit een tijdje.
Ze bijten niet, maar raspen gaten. Langs de gemaakt gaten krijgen ook schimmels en bacteriën vrije ingang tot de planten. Wat eten slakken het liefst? Slakken hebben een duidelijke voorkeur voor zachte plantendelen.
Huisjesslakken zijn iets “aangenamer” te vangen dan naaktslakken… Je kan ze doodtrappen of je kan ze ook “verdrinken” in heet water. Giet het op tijd weg want het begint al snel te stinken. Een plank op de grond leggen in de (moes)tuin zorgt er voor dat ze hieronder kruipen om overdag te schuilen.
Hij kan zelfs vrijwillig een paar dagen onder water doorbrengen. De lichtbruine, slanke slak wordt meestal niet langer dan twee centimeter en is vaak te vinden in het natte gras op oevers onder plankjes en dergelijke.
Zout: een afrader
Het is bovendien verboden, omdat het geen toelating heeft als middel om slakken te doden. Als zout in de bodem komt, is het ook schadelijk voor planten en zorgt het voor verzilting van het water.
"Want zwemmen kunnen ze niet." Is de tuin schoon, dan is de kans op slakken kleiner, omdat ze zich volgens Vriend graag verbergen tussen rottende bladeren en andere plantenresten, stenen en afval. "Zorg voor lucht en licht rond de planten. De grond kan dan ook opdrogen.
Een slak kan dus niet tientallen meters achter elkaar kruipen zonder nieuw water en voedsel! Je kan ook zelf uittesten hoever een slak komt in een uur.
Grazen Voor sommige soorten slakken is het zeker dat ze hoog boven de grond op planten, bomen of oude muren rondkruipen omdat ze daar algen, schimmels (epifyten) of andere organismen van bladeren, schors of stenen grazen.
Zorg voor hindernissen waar slakken niet over heen kunnen, waaronder scherp zand, sparrennaalden, schelpengrit, fijngemaakte eierschalen en schelpen, zaagsel, kaf, houtas, lavagruis, dolomiet, koffieprut (hoe meer cafeïne, hoe beter de werking), zeewier, ongebluste kalk op jouw paadjes, hennepstrooisel of cacaodoppen.
Plaats planten die geen slakken aantrekken
In de moesten zijn ze gek op sla, courgette en sperziebonen. Sterk ruikende planten zijn ouderwetse planten als salie, tijm, Oost-Indische kers, goudsbloem, geranium, lavendel, vingerhoedskruid, viooltjes, varens en klimop. Slakken hebben hier een hekel aan.
“Het gewone pintje bleek het meest efficiënt om slakken te vangen.” “Het is vooral de gisting die substanties vrijgeeft waar slakken op afkomen. De slakken kruipen naar dat glas bier, vallen erin, en komen zo aan hun einde” zegt Backeljau.
Dit gat zie je bij de meeste landslakken en is een ademopening. Als je het gat aanraakt, trekt de slak hem snel in en blijft er niets meer van over. Dit doet hij ter bescherming. De ademopening staat in verbinding met een heuse slakkenlong.
Naaktslakken kunnen ook gegeten worden, maar ze schijnen erg vies te zijn. En je moet slakken zeker nooit rauw eten, er kunnen levensgevaarlijke parasieten in zitten. Uit de oven of de pan, met bijvoorbeeld boter en kruiden (hier een smakelijk recept), zijn ze ook een stuk lekkerder.
De zon is namelijk hun grootste vijand. Van Rozen: "Slakken hebben veel vocht nodig om zich voort te bewegen. Ze kruipen door middel van slijmafscheiding en dat kost veel water. Als ze 's ochtends door een vochttekort ergens stranden en in de zon terecht komen, is het snel gebeurd met de slak."
Gewassen en kruiden. Hoe dol slakken ook zijn op sla, de rucola in jouw tuin vermijden ze zeker. Hetzelfde geldt voor tomatenplanten. Ook met sterk geurende kruiden zoals munt, lavendel, salie, tijm en knoflook zorg je ervoor dat jouw tuin onaantrekkelijk wordt voor slakken.
Slakken bestrijd je met koffiedik
Slakken kunnen een vervelende plaag zijn wanneer ze je planten opeten. Gooi wat van de koffieprut rondom de planten die aangevreten zijn en de diertjes blijven weg. Ook gemalen koffie helpt slakken verjagen.
Een slak kan zelfs heel goed ruiken. Ook al heeft een slak geen neus. Een slak ademt door zijn hele huid, maar ruikt via een soort gat halverwege zijn lichaam. Ondanks dat slakken geen neus hebben, ruiken ze wel.
Een slak kan water drinken en water opnemen via de huid.
Beide slaksoorten vermeerderen zich door het leggen van eieren. Slakken kunnen wel tussen de 30 en 400 eieren leggen en vormen dus snel een grote plaag in je tuin.
Na de paring legt elke slak (vanaf april) zijn eitjes af in slijm onder aardkluiten, boomschors, … Uit deze kleine, glazige bolletjes komen na een 3-tal weken kleine slakjes die zich onmiddellijk beginnen te voeden. Twee maanden later zijn ze volwassen.