De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer.Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen. Een voordeel van deze micro-omvormers of micro-inverters is dat de panelen onafhankelijk van elkaar werken.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
Zonnepanelen welke volledig onafhankelijk werken, ook wel 'off grid' genaamd, blijven probleemloos verder werken bij stroomuitval, alsook alle elektrische toestellen. Dit type zonnepanelen installatie komt voor bij afgelegen buurten waar geen elektriciteitsnet bestaat.
Zonnepanelen op het dak leveren hun stroom niet rechtstreeks aan het elektriciteitsnet, maar aan een omvormer in de meterkast. De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer. Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen.
Werken zonnepanelen ook bij stroomuitval? In principe niet. De zon kan wel schijnen en de zonnepanelen doen hun werk maar de omvormer zet de energie niet op het net.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Een andere veel voorkomende reden voor het vervangen van de meterkast is doordat de capaciteit niet meer aansluit bij de energiebehoefte. In het geval van zonnepanelen is het goed om van tevoren te bepalen of de hoeveelheid opgewekte stroom bij de huidige capaciteit van de meterkast past.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
De omvormer is een elektronisch apparaat, vergelijkbaar met een TV of wasmachine. Deze bevat printplaten met elektronische componenten die bij defecten of overbelasting in brand zouden kunnen vliegen. Theoretisch zit hier dus een risico. Gelukkig hebben de meeste omvormers een volledig metalen behuizing.
Een omvormer weegt al snel 20 kg, kies daarom een stevige muur. Op pootjes zetten is helaas niet mogelijk. De zolder of garage kunnen goede plaatsen zijn, afhankelijk vanaf welke plaats de kabels het makkelijkst zijn aan te leggen.
Het is afhankelijk van het aantal zonnepanelen hoe hoog het verlies is en of het beter is om de omvormer juist dichtbij de zonnepanelen of juist dichtbij de meterkast te plaatsen. De regel is als volgt: zijn er veel zonnepanelen in serie geschakeld, plaats de omvormer dan dichtbij de meterkast.
Tegenwoordig hebben de meeste omvormer een normale geluidsemissie van 25-40 decibel.
Volgens de nieuwe NEN1010 is het verplicht voor installateurs om een werkschakelaar te plaatsen in de buurt van de omvormer, zodat u veilig werken aan de omvormer indien noodzakelijk. Voornamelijk belangrijk als met meerdere mensen aan de set wordt gewerkt, of als de omvormer ver van de groepenkast hangt.
De aardlekschakelaar voor een PV installatie is niet verplicht, mits er aan de NEN1010 voor bijvoorbeeld de uitschakeltijden van de installatie wordt voldaan.
In dat geval zijn er meerdere mogelijkheden, maar voor huizen gaat het daarbij meestal om 3x25A. Dit betekent dat je per fase 25/1,6A = 16A kan aansluiten. Het gaat daarbij om een omvormer van maximaal 16A * 230V = 3680 Watt per fase. Je kan dus 3 omvormers plaatsen, maar handiger is één 3-fase-omvormer.
Tot ca. 18 panelen wordt gebruik gemaakt van een 16 Ampere zekering. Dat is dezelfde zekering die in huishoudelijke installaties worden gebruikt. Het vermogen dat dan maximaal terug geleverd kan worden is dan 3600 W.
Van de stroom die u opwekt met zonnepanelen mag u jaarlijks 5000 kilowattuur aan teruggeleverde elektriciteit verrekenen (salderen) met uw afname. Sommige leveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is dus interessant als u meer verbruikt en meer opwekt dan 5000 kWh.
De netbeheerders herhalen de boodschap dat als er in één keer veel (zonne-)energie op het stroomnet komt, er hoge spanningen kunnen ontstaan, waardoor omvormers van zonnepanelen kunnen uitschakelen. Op zo'n moment kunnen de zonnepanelen tijdelijk geen elektriciteit leveren.
Hoeveel stroom verbruikt een omvormer uit de accu's? Het stroomverbruik hangt af van het aangesloten vermogen op de omvormer. Er is een eenvoudige vuistregel om de opgenomen stroom te berekenen. Deel bij 12 V omvormers het aangesloten vermogen door 10, en bij 24 V omvormers het vermogen door 20.
Stroom van zonnepanelen
Een stroomstoring kan ook ontstaan door zonnepanelen. Met behulp van zonnepanelen wordt stroom teruggeleverd aan het net, maar dit gaat niet altijd goed. Dit probleem is niet zelf op te lossen.