U kunt een voogd aanwijzen in het gezagsregister van de rechtbank, of in uw testament. Wij adviseren u goed na te denken over de vraag wie de voogdij over uw kinderen krijgt. Dit kunnen bijvoorbeeld opa en oma zijn, een ander familielid of een gezamenlijke vriend(in) of kennis.
Voogdij is gezag over een minderjarig kind dat iemand anders dan de ouders uitoefent. Ouders kunnen u bij testament aanwijzen als voogd. Of in het gezagsregister laten registreren dat u na hun overlijden het gezag over hun kind krijgt. Ook een rechter kan u als voogd aanwijzen.
Ouders kunnen iemand gratis als voogd aanwijzen door registratie in het gezagsregister. U kunt hiervoor het webformulier voor aantekening gezag na overlijden invullen op de website Rechtspraak.nl.
U mag als voogd officiële handelingen uitvoeren namens het kind. In plaats van de ouder(s) beheert u ook het vermogen van het kind.
Werkt een gezagdragend ouder onvoldoende mee, dan kan een gezinsvoogd een schriftelijke aanwijzing geven. Wordt een aanwijzing niet nageleefd door de ouders, dan moet de GI weer naar de rechter voor een dwangmiddel. Dit kan een dwangsom zijn. De gezinsvoogd mag niet eenzijdig bijvoorbeeld een omgangsregeling inperken.
U kunt een voogd aanwijzen in het gezagsregister van de rechtbank, of in uw testament. Wij adviseren u goed na te denken over de vraag wie de voogdij over uw kinderen krijgt. Dit kunnen bijvoorbeeld opa en oma zijn, een ander familielid of een gezamenlijke vriend(in) of kennis.
Voogd aanwijzen via gezagsregister
U kunt een voogd aanwijzen door een aantekening in het gezagsregister. U kunt hiervoor het webformulier voor aantekening gezag na overlijden invullen op de website Rechtspraak.nl. Het aanwijzen van een voogd in het register is gratis.
Uw voogdij eindigt als het kind 18 jaar wordt. De voogdij kan ook stoppen omdat 1 of beide ouders het gezag weer terugkrijgen. Als de voogd overlijdt, benoemt de rechter opnieuw een voogd.
Voogdij is een vorm van gezag waarbij het gezag niet bij de ouders ligt, maar bij een of twee voogden. De keuze hiervan kan door de ouders of door de rechter worden gedaan. Wanneer een minderjarige onder voogdij staat, is de voogd verplicht om te zorgen voor de minderjarige en om hem op te voeden.
Het ouderlijk gezag is namelijk het gezag over het kind dat door de ouders wordt uitgeoefend en voogdij is het gezag over het kind dat door een ander dan de ouder van het kind, over het kind, wordt uitgeoefend.
Overlijden melden
Het allereerste dat moet gebeuren, is het overlijden melden aan de huisarts, naasten, uitvaartverzorger en de gemeente waarin je dierbare is overleden. Als je de uitvaart bij ons regelt, doen wij aangifte van overlijden voor jou en regelen de Akte van Overlijden.
Oorsprong peetouder
Oorspronkelijk waren peetouders de 'getuigen' bij de (katholieke) doop van een kind. Zij moesten 'toezien op de gelovige opvoeding' van het kind. Vaak waren dit een oom of een tante van het kind.
Een voogd is in het recht een handelingsbekwame (rechts)persoon die instaat voor de persoon en de goederen van een onbekwame minderjarige, soms pupil genoemd. De voogd kan de taak van de ouders overnemen wanneer deze komen te overlijden of wanneer deze het kind "niet meer kunnen hanteren".
In het gezagsregister kan je één of twee voogden aanwijzen en aangeven of deze gezamenlijk of los van elkaar de voogdij op zich moeten nemen. Je kan het register samen met je partner invullen of afzonderlijk van elkaar.
De gezinsvoogd begeleidt uw kind en helpt u bij het oplossen van de problemen. U moet de hulp en ondersteuning van een gezinsvoogd bij de opvoeding van uw kind accepteren. Maar u houdt wel het gezag over uw kind. U blijft dus zelf verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van uw kind.
U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.
Voorlopige voogdij
De VoVo heeft een hoog crisisgehalte. De schorsing van het gezag en de voorlopige voogdij zijn tijdelijk: maximaal drie maanden.
Een ouder die gezag over een kind heeft, moet het kind verzorgen en opvoeden. Daarnaast mag de ouder officiële handelingen uitvoeren voor het kind. Zoals een handtekening zetten voor de aanvraag van een paspoort.
Gezamenlijke voogdij houdt in dat de voogden het kind zelf verzorgen en opvoeden. Daarnaast brengt gezamenlijke voogdij ook een onderhoudsplicht met zich mee. De kosten van het levensonderhoud van het kind dienen dus door de voogden te worden voldaan en daarvoor mag het vermogen van het kind niet worden aangewend.
Geen voogd
In het geval dat niemand de voogdij op zich wil of kan nemen, krijgt een instantie (bijvoorbeeld Stichting Jeugdbescherming) het gezag over het kind. Vervolgens zal de instelling een pleeggezin zoeken of het kind begeleiden met zelfstandig wonen.
Wat als je een voogd hebt aangewezen, maar dit wilt veranderen? Dat kan. Je kunt het wijzigen in je testament door contact met je notaris op te nemen. In het gezagsregister kun je het ook eenvoudig wijzigen.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
Niet iedereen kan als voogd worden benoemd. De voogd die de ouders aanwijzen: Moet een persoon zijn, een instelling is niet toegestaan. Mag niet lijden aan een geestelijke ziekte of onder curatele staan.
Na overlijden van de ouders van een minderjarig kind moet een rechter de voogdij over het kind aan een ander toewijzen. Als ouders hun wensen voor voogdij over hun kind niet hebben vastgelegd, wijst de familie meestal zelf een voogd aan.
Als ouders bijvoorbeeld gingen scheiden werd één van de ouders als voogd benoemd en de andere ouder als toeziend voogd. De toeziend voogd was belast met het beheer over het vermogen van het kind. Omdat in de praktijk kinderen relatief zeer weinig vermogen hebben, was het takenpakket van de toeziend voogd aldus beperkt.