Mannetjesmieren kunnen daarentegen wel vliegen. Mieren kunnen niet springen. Ook al hebben mieren zes poten en kunnen ze wel vijftig keer hun eigen gewicht optillen!
Leg enkele eurocentjes (1,2 of 5 cent) op de mierenroute. Mieren komen niet over koper heen, een koperen draad of strip houdt hen dus ook tegen. Strooi talkpoeder, babypoeder of krijtpoeder bij de randen van deuren en dorpels, dit kan ook over het aanrecht gestrooid worden.
Ze stellen dat mieren een hekel hebben aan de geur van koper. Het zou hun eigen geursporen verstoren. Mieren gebruiken de geursporen om elkaar de weg naar voedselbronnen te wijzen. Als het geurspoor wordt verstoord door een andere sterke geur, dan raken de mieren in verwarring en verdwalen ze.
Een mier weegt bijna niets. Zelfs voor zijn kleine lichaam is zijn gewicht opvallend klein. Daardoor heeft de luchtweerstand veel invloed op een vallende mier.
Mieren vinden koper ook maar niks. Ze zullen hier met een grote boog omheen lopen. Zo kan je koperen muntjes neerleggen voor de ingang van je huis. Koperen draadjes (of andere materialen gemaakt van koper) werkt ook goed.
Mieren houden niet van de geur van kaneel, nootmuskaat, kruidnagelpoeder, lavendel en koffiedrab. Ze zullen de plekken waar ze die geur ruiken dan ook verlaten en vermijden.
Je aanrecht schoonmaken met een mengsel van water en azijn houdt mieren weg. Buiten kun je strooien met kruiden als nootmuskaat, kruidnagelpoeder of kaneel. Je kunt ook mieren proberen te verjagen met de geur van lavendel en koffiedrab. Ook koperen stuivers houden mieren weg van plaatsen waar jij ze niet wilt hebben.
Hebben mieren hersenen? Als je alle hersencellen van 40.000 mieren samenneemt, verkrijg je de grootte van een menselijke brein. De hersenen van een mier tellen immers 250.000 hersencellen terwijl een menselijk brein er 10.000 miljoen telt.
Bovendien poepen en plassen ze continu als ze lopen en die ontlasting is onhygiënisch. Als het bij je voedsel komt, kun je zelfs een voedselvergiftiging oplopen. En mierenkolonies kunnen behoorlijk uitdijen als ze zich eenmaal ergens hebben gevestigd.”
Mieren kunnen in ieder geval wel verdrinken. Ze hebben geen longen, maar kleine buisjes (trachea heten die) over hun lichaam waar zuurstof in komt. Als de buisjes door water worden afgesloten krijgt de mier geen zuurstof en gaat dood. Als hun nest geheel onder water komt hebben de mieren inderdaad wel een probleem.
Voor mieren is borax dodelijk, want hun maagjes ontploffen erdoor. Om te zorgen dat mieren borax binnen krijgen kun je een mengsel maken van water, suiker en borax. Doop wattenbollen in het mengsel en leg ze, eventueel in doppen van frisdrankflessen, bij ingangen van het mierennest of op veelgebruikte looppaden.
Koffiedik
Leg wat nat koffiedik op de plek waar de mieren je huis binnen komen, na twee dagen zijn de mieren vertrokken, die houden niet zo van dit goedje! Het opgedroogde koffiedik kun je vervolgens gewoon opvegen. In de tuin kun je het beste een cirkel van koffiedik om het nestje heen leggen.
Het rechtstreeks gieten van azijn in een mierennest heeft tot gevolg dat je een aantal mieren verdrinkt en de anderen weg zal jagen. Die mieren zullen zich dan weer uit de geur van het azijn gaan vestigen, dus echt er vanaf zijn ben je niet.
Er zijn zowel zoogdieren, reptielen, vogels als geleedpotigen die voornamelijk van mieren leven. Ook dieren die termieten eten worden vaak formicivoor genoemd, hoewel termieten een eigen orde hebben (Isoptera), mieren vallen onder de vliesvleugeligen of wesp-achtigen (Hymenoptera).
Mieren zijn nuttig voor onze ecosfeer omdat ze ook (schadelijke) insecten eten. Levende of dode insecten: het is maar net wat ze tegenkomen. Dode insecten in uw tuin (of in uw woning, als de mieren daar binnenkomen) worden in ieder geval opgeruimd. Daarnaast eten mieren ook de resten van (grotere) dode dieren.
Als mieren zout eten, exploderen ze. Niet de meest diervriendelijke optie, maar wel een effectieve. Maak daarom een mixje van keukenzout en poedersuiker. De suiker lokt ze, het zout nemen ze mee naar hun nest waar ze uiteindelijk sterven.
Insecten hebben geen centraal zenuwstelsel, een voorwaarde om pijn te kunnen voelen. Daarom nemen wetenschappers aan dat insecten in ieder geval niet hetzelfde gevoel hebben als zoogdieren. Onderzoek toont aan dat insecten zich wel bewust zijn van beschadiging van hun lichaam.
Mier. Mieren doen in de loop van de dag dutjes van ongeveer een minuut per keer, samen goed voor 4 tot 5 uur per dag. De mierenkoningin slaapt tot wel 9 uur per dag.
Mieren hebben een hart, maar het bestaat niet uit een volledig circulatiestelsel met bloedvaten. Het is enkel een open samentrekbare buis die het bloed van het insect (de hemolymfe) in het insectenlichaam (dat begrensd is door een uitwendig pantser in chitine) rondstuwt.
Mieren hebben geen oren
Hoe horen mieren? Mieren gebruiken vibraties om te horen. Ze gebruiken de vibraties in de grond om te horen, door deze op te pikken in het subgenual orgaan, dat zit onder de knie bevindt. Ze gebruiken deze trillingen tijdens het zoeken naar voedsel of als alarmsignaal.
De mier heeft 250 000 hersencellen, een menselijk brein 10 000 miljoen. Als je 40 000 mieren samenneemt, bekom je de grootte van ons brein. Een mier kan tot 50 keer zijn gewicht dragen. In vergelijking met hun grootte zijn de spieren van mieren dikker en groter dan die van mensen en grote dieren.
Mieren die in de strijd gewond raken, worden door hun soortgenoten naar het nest vervoerd om aldaar verzorgd te worden. Dat hebben Duitse onderzoekers ontdekt.
In principe kunnen alle mierensoorten die in Nederland voorkomen bijten. Het verschil zit hem echter in hoe heftig de mier kan bijten. Zo merk je vrijwel niets van een mieren beet door de zwarte mier, maar een beet van een rode mier kan wel pijnlijk zijn.
Welke schade kunnen mieren aanrichten
Bladluis in tuin. Bestrating gazon of oprit verzakt. Kale plekken gazon. Bijtende mieren.
Een mier is een klein dier en heeft daardoor veel natuurlijke vijanden. Denk hierbij aan mieretende slakken, kevers, rupsen maar ook andere mieren kunnen hun vijand zijn. Het komt voor dat sommige soorten elkaars kolonies infiltreren. Kleine mieren dringen binnen in tunnels van grote mieren en stelen hier voedsel.