Atriumfibrilleren gaat in meer dan de helft van de gevallen vanzelf over, vaak binnen twee dagen. Bij een derde van de mensen duurt atriumfibrilleren langer dan twee dagen of komt het steeds terug. Het bloed in het hart kan daardoor wat trager gaan stromen. Er is dan een kleine kans dat er bloedstolsels ontstaan.
De hartritmestoornis doet zich plotseling voor en kan ook plotseling weer verdwijnen. AVNRT kan hinderlijk zijn, vooral als de hartritmestoornis zich regelmatig voordoet. Soms wordt AVNRT behandeld met medicijnen of eventueel met een ablatie .
Vaak stopt boezemfibrilleren spontaan, maar in veel gevallen komt het later weer terug. Boezemfibrilleren wordt meestal behandeld met medicijnen die het hartritme rustiger en regelmatiger maken. Vaak krijgen patiënten ook bloedverdunners, omdat boezemfibrilleren het ontstaan van een bloedstolsel bevordert.
In de jaren 60 werd het mogelijk om het hartritme te herstellen door cardioversie. Dit is een behandeling om tijdelijk van de ritmestoornis af te komen. Sinds de jaren 80 is ablatie mogelijk. Deze behandeling helpt veel hartpatiënten blijvend van hun ritmestoornis af.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Het maakt voor uw levensverwachting niet uit of uw hartritme vooral door het normale sinusritme of door boezemfibrilleren wordt bepaald. De bovengenoemde behandelingen hebben als doel uw kwaliteit van leven te verbeteren, door uw hartklachten te verminderen.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Klachten bij ritmestoornissen. Het kan zijn dat je altijd een afwijkend ritme hebt of slechts af en toe. Zo'n aanval kan dan bijvoorbeeld een paar uur duren, maar kan ook na een paar minuten weer over zijn.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
digoxine. Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag. Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.
Flauwvallen door een hartritmestoornis treedt eerder op tijdens het sporten en wordt vaak voorafgegaan door hartkloppingen of pijn op de borst. Bij hartkloppingen kun je het gevoel hebben dat je hart op hol slaat, dat het uit je borstkas zal springen. Je kunt ook het gevoel hebben dat je hart 'overslaat'.
Gebruik van bepaalde stoffen zoals tabak, alcohol en drugs. Soms is er iets mis met de vorming van de elektrische prikkels of de geleiding van die prikkels, maar kan er geen directe oorzaak van de hartritmestoornis worden vastgesteld. Boezemfibrilleren hangt sterk samen met ouderdom.
Soorten ritmestoornissen:
Als de doorgeleiding van elektrische signalen van de voorkamers naar de kamers van het hart tijdelijk of permanent onderbroken is, ontstaat een fors vertraagd en soms onregelmatig hartritme.
Uw hart bonst hevig, de hartslag is snel of onregelmatig (het hart klopt ineens sneller en dan ineens weer langzamer). Meestal kunnen hartkloppingen geen kwaad.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Een actieve levensstijl is dus gunstig voor personen met VKF. Om zo'n gunstige impact te genereren, moet je wel voldoende bewegen: 2,5 uur per week. Dat kan een combinatie zijn van wandelen, zwemmen, fietsen of joggen, liefst aan een matige intensiteit.
Van een ernstige hartritmestoornis is pas sprake als het hartritme sterk afwijkt van het normale ritme (véél sneller, véél langzamer, véél onregelmatiger) en als het afwijkende hartritme zich vaker voordoet (bijvoorbeeld dagelijks).
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
Mogelijk oorzaken van hartkloppingen zijn: fysieke of emotionele inspanning, hormonen, cafeïnehoudende dranken, drugs, alcohol en nicotine. In de meeste gevallen zijn hartkloppingen een reactie op een situatie. Hartkloppingen gaan dan vanzelf weer over.
Normaal slaat je hart in een regelmatig tempo. Hoe hoog je hartslag is, hangt af van wat je aan het doen bent. Zo is de hartslag in rust lager dan wanneer je je inspant. Over het algemeen is de hartslag bij volwassenen in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut.
Bij extreme spanning die een goede prestatie in de weg staat, kan de arts een medicijn als propranolol voorschrijven. Propranolol zorgt ervoor dat uw hartslag wat minder snel gaat en dat u minder trilt. Het werkt na ongeveer een uur. De werking houdt zes tot acht uur aan.
Sommige mensen voelen hartkloppingen in hun borst, anderen voelen ze in de keel of hals. Hartkloppingen kunnen een onaangenaam gevoel geven. Maar het hart kan ook snel of onregelmatig kloppen zonder dat je het merkt. Wanneer het voelt alsof je hart soms een slag overslaat noem je dit hartoverslagen.
cardioversie: onder narcose toedienen van een elektrische schok om zo het normale hartritme te herstellen. ablatie: het maken van kleine littekens op de plek waar de ritmestoornis ontstaat, zodat de prikkels vanaf die plek geblokkeerd worden.
Voorbeelden zijn acebutolol, atenolol, bisoprolol, carvedilol, landiolol, metoprolol, nebivolol en propranolol. De calciumblokkers verapamil en diltiazem regelen de hartslag en heffen verschillende stoornissen in het hartritme op. Hierdoor wordt de hartslag langzamer.