Hoewel een goedaardige hersentumor niet uitzaait, kan deze wel gevaarlijk zijn. In uitzonderlijke gevallen kan een goedaardige tumor in een kwaadaardige tumor veranderen. De goedaardige hersentumor kan zelf ook klachten geven. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer deze druk geeft op omliggend weefsel.
Graad I tumoren worden goedaardige tumoren genoemd omdat deze vaak genezend te behandelen zijn. Definitieve genezing van gliomen met graad II t/m IV is tot op heden helaas niet mogelijk. Deze gliomen groeien met uitlopers door het gezonde hersenweefsel heen en kunnen daardoor nooit volledig verwijderd worden.
Van de mensen met een laaggradig glioom is ruim 80% twee jaar na diagnose nog in leven, terwijl dit ongeveer de helft is onder patiënten met een hooggradige ziekte. Glioblastoom, het meest voorkomende type, heeft de slechtste prognose met een 2-jaarsoverleving van nog geen 20%.
Soms kan een goedaardige tumor kwaadaardig worden. Dat gebeurt als de tumorcellen steeds meer gaan afwijken van normale cellen. En als ze vervolgens ongecontroleerd gaan delen. Met controles houdt de arts de afwijkende cellen in de gaten.
Het is mogelijk dat een tumor na de behandeling weer aangroeit en terugkomt (recidief). Dat gebeurt vooral als bij de behandeling niet de gehele tumor verwijderd kon worden (bij meer dan de helft van de patiënten ontstaat een recidief).
De levensverwachting van patiënten met een kwaadaardige hersentumor is kort. Van de honderd mensen is de helft na vijftien maanden overleden. Met haar onderzoek hoopt Broekman hun situatie te verbeteren. De ontwikkeling staat al bijna vijftien jaar nagenoeg stil.
Een tumor in de hersenen kan zowel goed- als kwaadaardig zijn. Als er sprake is van een goedaardige hersentumor betekent het dat de tumor niet uitzaait, langzaam groeit en niet doordringt in omliggend weefsel.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Een kwaadaardige hersentumor groeit snel en dringt wel door in het omliggende hersenweefsel. De tumor kan uitzaaien naar andere delen van de hersenen of het ruggenmerg. Een kwaadaardige hersentumor zaait heel zelden uit naar andere delen van het lichaam.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.
Heel wat hersentumoren worden ontdekt naar aanleiding van aanhoudende, met de tijd erger wordende hoofdpijn die al dan niet gepaard gaat met misselijkheid, braken, slechter zien en bewustzijnsdalingen. Die symptomen komen hoofdzakelijk voor door een drukstijging in het hoofd.
De meeste hersentumoren zijn erg kwaadaardig en groeien snel. Daardoor is het meestal binnen een maand of drie wel duidelijk dat er wat anders aan de hand is en wordt iemand doorgestuurd naar de neuroloog. Voor de overlevingskansen is deze vertraging overigens niet van belang: gliomen zijn ongeneeslijk.
Zoals eerder gezegd komt een hersentumor op een enkele uitzondering na altijd weer terug. Een typisch beloop is een waarbij een patiënt na operatie goed opknapt, maar na zes maanden toch weer verschijnselen gaat vertonen. De MRI-scan laat dan vaak een recidief zien.
De meeste hersentumoren zijn niet volledig chirurgisch te verwijderen. Waardoor afhankelijk van de aard van de tumor, nog een nabehandeling nodig is. Sommige hersentumoren zijn moeilijk benaderbaar, doordat de tumor in een hersengebied ligt met een belangrijke functie.
Als een goedaardige bottumor klachten geeft, groeit of 'kwaadaardige trekjes' heeft, halen we de tumor meestal weg met een operatie. Welke operatie dat is, hangt af van de soort tumor en de plaats van de tumor. Soms kunnen behandelen met radiofrequente ablatie. Er is dan geen operatie nodig.
Een goedaardige tumor kan wel tegen omliggende weefsels of organen drukken. Dit kan een reden zijn om het gezwel te verwijderen. Heel soms kan een goedaardige tumor kwaadaardig worden. Dan is een behandeling nodig.
Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Om de overlevingskansen bij kanker uit te drukken, wordt vaak de vijfjaarsoverleving gebruikt. De vijfjaarsoverleving is het gemiddelde aantal mensen dat vijf na de diagnose kanker nog in leven is.
Soms krijgt u radiotherapie (bestraling) als eerste behandeling. Bijvoorbeeld als een operatie te gevaarlijk voor u is, omdat het meningeoom op een lastig plek zit of als er een groot risico is op hersenschade.
Gezwellen (tumoren) in de hersenen kunnen ontstaan in het hersenweefsel zelf (primaire hersentumoren) of vanuit de hersenvliezen. Hersentumoren kunnen goedaardig of kwaadaardig zijn. Ook uitzaaiingen van kanker naar de hersenen (hersenmetastasen) behoren tot de hersentumoren.
Bloedonderzoek. Je kunt ook onderzoek doen naar de hoeveelheid stoffen in je bloed; is er precies genoeg of is er juist te veel of te weinig. Bij een hersentumor klopt soms de hoeveelheid van bepaalde stoffen niet, bijvoorbeeld als de tumor in het gebied van de hypofyse zit kan de hoeveelheid hormonen veranderen.