Deze periode in Frankrijk wordt ook wel het ancien régime genoemd. Vooral koning Lodewijk XIV zag zichzelf als een groot en belangrijk vorst. Hij vond dat niets de macht van de koning mocht beperkten en liet zich de Zonnekoning noemen; alles moest om hem heen draaien.
De absolute monarchie of het vorstelijk absolutisme is een regeringsvorm waarbij de vorst over volledig regerende autoriteit beschikt; hij is niet door wetten gebonden, noch is hij verantwoording verschuldigd.
Lodewijk XIV zorgde ervoor dat er één leger met een bevelhebber was, dat er een man verantwoordelijk was voor de rechtspraak en dat er overal dezelfde wetten golden. Lodewijk XIV regelde alles vanuit de hoofdstad en koninklijke ambtenaren zorgden ervoor dat de bevelen werden uitgevoerd Lodewijk XIV had absolute macht.
Met absolutisme wordt de regeringsvorm bedoeld waarin een persoon, vaak een vorst of koning, de volledig macht in handen heeft en geen verantwoording schuldig is tegenover zijn onderdanen of een parlement.
Zonnekoning speelde de zon
Nadat de Franse koning Lodewijk XIV de rol van de zon had gespeeld in het Ballet de la Nuit van Jean-Baptiste Lully, koos hij de zon als zijn symbool. De koning was dol op ballet en werkte tijdens zijn leven mee aan 40 balletten – bijna net zo veel als een professionele danser.
Een quote die vaak gebruikt wordt over Versailles is dat het 700 kamers telt maar geen toilet.
Louis XIV (Louis Quatorze, Lodewijk de Veertiende) was koning van Frankrijk van 14 mei 1643 tot 1 september 1715, wanneer hij sterft. Zijn geboortenaam is Louis Dieudonné (5 september 1638 - 1 september 1715) en tot zijn bijnamen behoren Louis Le Grand (Lodewijk de Grote) en le Roi Soleil (de Zonnekoning).
In de 17 e eeuw streefden vorsten naar absolutisme (onbeperkte macht). Dit streven zetten vorsten kracht bij door verschillende maatregelen, meestal op politiek, economisch, militair en religieus gebied. Lodewijk XIV (1637-1715) is het meest bekende voorbeeld van een absoluut vorst.
In 1643 kwam Lodewijk III te overlijden en werd de vijfjarige Lodewijk XIV koning van Frankrijk, met zijn moeder als regentes. De feitelijke macht over het bestuur kwam echter in handen van kardinaal Mazarin, de Eerste Minister van Frankrijk.
Het droit divin is het goddelijk recht waarmee absolute christelijke vorsten hun gezag legitimeerden. Zij stelden dat God hen had aangesteld om over hun onderdanen te regeren. Hierdoor waren ze van mening dat ze aan geen enkel ander mens verantwoording hoefden af te leggen.
De Zonnekoning eet het hele jaar door een flink bord salade. Lodewijk heeft namelijk een zwak voor salades van rauwe bladgroenten met dragon, kleine pimpernel en basilicum. Ook viooltjes in zijn salade vindt hij lekker. En als dressing gebruikt hij zout en azijn.
De Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715) was met ruim zeventig regeringsjaren een van de langstzittende koningen uit de geschiedenis van de Europese monarchie. Hij werd bekend als de 'Zonnekoning', als het lichtende middelpunt van de wereld.
Frankrijk werd feitelijk geregeerd door Kardinaal Mazarin en Lodewijk's moeder als regentes, tot Mazarin's dood in 1661. De jonge Lodewijk had zeer veel respect voor Mazarin, vooral omdat deze erin slaagde de opstand die bekend is geworden als La Fronde (1648-53) te onderdrukken.
Nederland is een constitutionele monarchie. Dat betekent dat de positie van de Koning in de Grondwet staat, ook wel constitutie genoemd. In de Grondwet staat dat de Koning samen met de ministers de regering vormt. De Koning is het staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden.
Het droit divin, Frans voor 'goddelijke recht', was het recht waarop de christelijke vorsten in vroeger eeuwen hun heerschappij baseerden. Volgens dit recht had de vorst de macht rechtstreeks van God gekregen en was hij daarmee geen verantwoording aan individuen schuldig.
De politieke stroming die past bij een absolute monarchie, heet het absolutisme. Hier is ook een (bijzondere) vorm van, namelijk het verlicht absolutisme. Dit betekent dat de vorst alle macht heeft, omdat dit goed is voor zijn of haar volk. Vroeger waren haast alle landen met een monarchie, een absolute monarchie.
De Spaanse Successieoorlog (1701–1713) was een oorlog van verschillende Europese mogendheden (de "Grote Alliantie") tegen onder andere het koninkrijk Frankrijk en het Spaanse Rijk.
Het absolutisme is eigenlijk iets van alle tijden. Een kleine 4.000 jaar geleden, tijdens de Oud-Babylonische periode, was er al sprake van vorsten die alle macht naar zich toe trokken en zo absolute vorsten werden. Kenmerken van het absolutisme zijn dat er slechts één persoon de beslissingen maakt.
Een vorst is een koning. Een regent is wat we tegenwoordig een bestuurder noemen. Burgemeesters, wethouders, ministers en dat soort mensen. Ook bestuurders van een kerk of een weeshuis, om maar wat te noemen, werden wel regent genoemd.
Inleiding - Vorsten en absolute macht
Vorsten streefden naar centralisatie van macht ten koste van de macht en privileges van de steden en de adel. De uitkomst van die strijd was verschillend. In Frankrijk slaagde Lodewijk XIV erin om de macht van de adel te breken en de absolute macht naar zich toe te trekken.
Lodewijk ging op Paleis het Loo/ het Paleis op de Dam wonen. Lodewijk werd na vier jaar door Napoleon teruggehaald naar Frankrijk omdat hij moest meevechten tegen de Russen/hij meer dacht aan wat goed was voor Nederland dan voor Frankrijk. Napoleon heeft veel invloed gehad in Nederland.
Op 21 januari in 1793 zat de afgezette Franse Koning Lodewijk de zestiende vast in een cel. Wat was er misgegaan? Op deze dag zou hij in een koets naar la Place de la Révolution worden gereden, waar de Guillotine voor hem klaarstond.