De fuut is een goede duiker. Gemakkelijk zwemt hij 15 tot 20 seconden onder water en legt dan 10 meter af.
Daarbij kan hij tot 40 meter diep duiken en ongeveer 50 seconden onder water blijven. Ook aan het wateroppervlak is de fuut een goede zwemmer en bereikt hij snelheden van 4 tot 7 kilometer per uur. Hij kan aan roofvogels, ontsnappen door snel een duikje te nemen - desnoods met het kroost op de rug.
Keizerspinguïns kunnen tot wel 500 meter diep duiken en gemakkelijk 27 minuten onder water blijven. En dat is best opvallend: geen enkele andere watervogel kan zo diep en zo lang aan één stuk duiken.
Meer en meer laat de Aalscholver zich in parken en vijvers zien. Het is een behendige viseter, die onder water snel kan zwemmen. Z'n snavel is zo gebouwd dat een vis nauwelijks meer kan ontsnappen.
De bronnen variëren over het aantal meters (tien tot tientallen), maar dat een fuut ver onder water kan zwemmen staat vast. Het gaat zelfs zover dat zijn poten verder naar achteren zitten op zijn lijf, waardoor die onder water grotere afstanden kan zwemmen. Nadeel daarvan is dat die op de kant vrijwel niet kan lopen.
Futen overwinteren veelal in groepen op open water, waar meestal het begin van de paarvorming plaatsvindt.
In de broedtijd vaak luidruchtig. Territoriumroep een ver dragend "ròòòhhh…". Daarnaast nog veel meer keelklanken en rauwe roepen. Jongen piepen hoog.
Een reiger is geen echte watervogel. Ze kunnen niet zwemmen.
Uiteraard zijn vogels zoals pinguïns, eenden, zwanen, aalscholvers, pelikanen, meeuwen, futen, meerkoeten, e.v.a. voorbeelden van vogels die niet alleen kunnen zwemmen, maar waarvoor dit zwemmen zelfs essentieel is voor hun voortbestaan (voeding).
De fuut vangt vis door tot vier meter diep te duiken, maar eet ook ongewervelde waterdieren. Het baltsgedrag van futen is spectaculair: beide vogels zwemmen met gestrekte hals naar elkaar toe en rijzen met de borsten tegen elkaar op uit het water. Daarbij schudden ze met de kop en bieden ze elkaar plantenmateriaal aan.
Jonge futen
Dan komen de jongen uit de dop. Het zijn nestvlieders en dat betekent dat ze meteen na hun geboorte al donsveren hebben het water al op kunnen. Toch neemt de futenmoeder de jongen de eerste weken wel mee op de rug. 's Avonds gaan de jonge fuutjes onder de vleugels van moeder om terug te keren naar het nest.
Het allereerste voedsel dat jonge futen te eten krijgen, zijn veren. Het is dan ook niet gek als je een fuut veertjes ziet plukken van zijn borst of buik en die aan zijn jongen voert.
Een fuut leeft voornamelijk van vis van 2–10 cm, soms groter. De prooi wordt tot op een diepte van 2 tot 4 meter onder water achtervolgd. Een duik duurt zo'n halve minuut lang. In zeer helder water wordt soms vanaf het wateroppervlak gejaagd, dan kijkt de fuut met de kop onder water.
Vooral kleine zoogdieren, zoals woelmuizen (in Nederland veel veldmuis, rosse woelmuis) en jonge konijnen. Ook regenwormen, kevers, amfibieën, jonge vogels en aas. Over het algemeen geen snelle jager, maar kan soms vogels en volwassen konijnen pakken. Jaagt vooral vanaf zitplaats laag boven de grond.
Meerkoeten eten vooral waterplanten, maar zeker wanneer er jongen zijn worden ook allerlei waterdieren, zoals slakken en visjes, gevoerd en gegeten. Ze eten ook gras. Meerkoeten duiken vaak naar voedsel.
Zoals de Wilde Eend en de Slobeend. En dan is er nog een groep van watervogels, de kraanvogelachtigen waaronder niet alleen de kraanvogel valt, maar ook rallen, waterhoenen en koeten.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Eenden, ganzen, zwanen en meeuwen zijn de meesters van het dobberen. Ze slapen zelfs op het water!
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Pinguïns zijn vogels, maar kunnen niet vliegen. Ze hebben wel alle kenmerken van een vogel: vleugels, een snavel, veren en ze leggen eieren. Niet vliegen, wel zwemmen Pinguïns hebben dus wel vleugels, maar die zijn te klein om het zware lijf op te laten stijgen.
De kunst van het jagen bij zeevogels
Om ze te vangen hebben ze verschillende jachtmethodes. Alk, zeekoet en papegaaiduiker duiken om hun prooi te vangen. Ze lijken niet alleen op pinguïns, maar ze vliegen ook net als pinguins met half opengeslagen vleugels onder water.
De fuut werd jarenlang bedreigd door de mens. In de 19e eeuw waren de fraaie kopveren erg geliefd en werd de fuut hierop stevig bejaagd. Later, vooral in de jaren '30 en '40 van de vorige eeuw, waren de eieren van de fuut van belang.
Deze naam verwijst naar de ver naar achter staande poten van fuutachtigen waardoor het lijkt alsof de poten uit de billen steken.
Op het menu staat voornamelijk plantaardig materiaal, zoals zaden, knoppen en bladeren. Net als oogstresten (granen) zijn deze te vinden op akkers, maar ook in de bebouwde omgeving is voldoende voedsel te vinden. Zoals in tuinen, maar ook rondslingerende etensresten zijn in trek.