Bovendien vliegt de fuut bijna nooit, tenzij er acuut gevaar dreigt. Overigens geldt dat ook voor de meerkoet. Beide kunnen overigens wel goed vliegen. Als ze in de rui gaan, trekken ze in grote groepen naar de IJsselmeerkust om hun verenpak uit te trekken en een nieuwe jas aan te trekken.
Door deze eigenschappen kan de fuut razendsnel kleine vissen een kreeften onder water achtervolgen. Daarbij kan hij tot 40 meter diep duiken en ongeveer 50 seconden onder water blijven.
150 tot 200 gram verse vis heeft de fuut iedere dag nodig.
In de broedtijd vaak luidruchtig. Territoriumroep een ver dragend "ròòòhhh…". Daarnaast nog veel meer keelklanken en rauwe roepen. Jongen piepen hoog.
De fuut vangt vis door tot vier meter diep te duiken, maar eet ook ongewervelde waterdieren. Het baltsgedrag van futen is spectaculair: beide vogels zwemmen met gestrekte hals naar elkaar toe en rijzen met de borsten tegen elkaar op uit het water. Daarbij schudden ze met de kop en bieden ze elkaar plantenmateriaal aan.
Futen overwinteren veelal in groepen op open water, waar meestal het begin van de paarvorming plaatsvindt.
De fuut is een goede duiker. Gemakkelijk zwemt hij 15 tot 20 seconden onder water en legt dan 10 meter af.
Het allereerste voedsel dat jonge futen te eten krijgen, zijn veren. Het is dan ook niet gek als je een fuut veertjes ziet plukken van zijn borst of buik en die aan zijn jongen voert.
De fuut werd jarenlang bedreigd door de mens. In de 19e eeuw waren de fraaie kopveren erg geliefd en werd de fuut hierop stevig bejaagd. Later, vooral in de jaren '30 en '40 van de vorige eeuw, waren de eieren van de fuut van belang.
Deze naam verwijst naar de ver naar achter staande poten van fuutachtigen waardoor het lijkt alsof de poten uit de billen steken.
Beide ouders broeden die om beurten uit, hoewel het nest soms voor kortere tijd wordt verlaten. Dan worden de eieren met plantenresten afgedekt. In de broedperiode, die 23 tot 25 dagen duurt, kan de fuut minder goed vliegen, waardoor hij kwetsbaarder wordt voor verstoringen in zijn leefomgeving.
Verschillende vogelsoorten, zoals de spreeuw of de ekster, leggen blauwe eieren. Blauwe eieren absorberen minder warmte dan bruine eieren. Hiermee zorgt de blauwe kleur ervoor dat eieren niet oververhit raken. Dat is nog eens goed gebruik maken van kleuren!
dat zijn meestal die van zangvogels zoals de kleine karekiet en de heggenmus. Ze legt dan steeds maar één ei per nest.
De fuut duikt om zijn eten boven te krijgen. Daarbij kan de fuut wel 15 tot 20 seconden onder water blijven.
Vooral kleine zoogdieren, zoals woelmuizen (in Nederland veel veldmuis, rosse woelmuis) en jonge konijnen. Ook regenwormen, kevers, amfibieën, jonge vogels en aas. Over het algemeen geen snelle jager, maar kan soms vogels en volwassen konijnen pakken. Jaagt vooral vanaf zitplaats laag boven de grond.
Meer en meer laat de Aalscholver zich in parken en vijvers zien. Het is een behendige viseter, die onder water snel kan zwemmen. Z'n snavel is zo gebouwd dat een vis nauwelijks meer kan ontsnappen.
Meerkoeten eten vooral waterplanten, maar zeker wanneer er jongen zijn worden ook allerlei waterdieren, zoals slakken en visjes, gevoerd en gegeten. Ze eten ook gras. Meerkoeten duiken vaak naar voedsel.
Op het menu staat voornamelijk plantaardig materiaal, zoals zaden, knoppen en bladeren. Net als oogstresten (granen) zijn deze te vinden op akkers, maar ook in de bebouwde omgeving is voldoende voedsel te vinden. Zoals in tuinen, maar ook rondslingerende etensresten zijn in trek.
De slobeend zuigt water op aan de snavelpunt en perst het er weer uit aan de basis, waarbij voedsel wordt opgevangen door de extra lange lamellen. Het voedsel bestaat uit plantaardig en vooral dierlijk plankton en verder slakjes, kreeftachtigen, insectenlarven, zaden en dergelijke.
Zwanen zijn grote watervogels die bekend staan om hun elegantie en romantiek. De statige dieren worden in het wild ongeveer twintig jaar oud.
De veren vormen een bal in de maag, waar ze deels worden verteerd en gemengd met voedsel tot een bol die uiteindelijk wordt uitgebraakt. Deze gewoonte dient er waarschijnlijk toe om de ingewanden te beschermen tegen de moeilijk te verteren visgraten.
Keizerspinguïns kunnen tot wel 500 meter diep duiken en gemakkelijk 27 minuten onder water blijven. En dat is best opvallend: geen enkele andere watervogel kan zo diep en zo lang aan één stuk duiken.
Blauwe reigers zijn echte sloot-food specialisten, maar vullen hun menu ook graag aan met mollen, muizen en grote insecten zoals sprinkhanen. Vis is echter vrijwel altijd het hoofdbestanddeel van hun eten.